Verstopt aan de Viale Laurentina, een van de belangrijkste straten van de drukke Romeinse wijk EUR, ligt een oase van rust. Het is de Abbazia delle Tre Fontane, letterlijk: de abdij van de drie fonteinen.
Naast het eigenlijke klooster met de traditionele kloostertuin omvat het complex ook drie verschillende kerken, op de plek waar volgens de overlevering de apostel Paulus is onthoofd. Marc neemt je mee naar deze unieke plek in Rome.
Eeuwenoude historie
Marc: ‘Dit is Rome ten voeten uit. Jarenlang ben ik er langs gereden, over een vierbaansweg in een naoorlogse wijk, en ineens ontdek ik dat een onopvallend weggetje aan mijn rechterhand me na zo’n honderd meter brengt bij een plaats waar de jaartallen zich opstapelen.
Het eerste – het jaar waarin Paulus is onthoofd – is een beetje onzeker. Het jaar 65 na Christus, zoals sommige historici zeggen? Of toch 67, zoals ze hier stellig beweren?
Dan 298, toen de Romeinse tribuun Zeno hier, samen met ruim tienduizend christelijke soldaten, werd onthoofd. De poort herinnert aan het jaar 805, waarin Karel de Grote de kloostergemeenschap die Griekse monniken hier halverwege de zesde eeuw hadden gesticht, een aantal bezittingen in Toscane cadeau deed.
In de eeuwen daarna duikt het klooster steeds weer op in de kronieken. Tot 1808, toen de abdij na de bezetting van de pauselijke staat door Napoleon dicht moest en de monniken hun thuis moesten verlaten.
Na decennia van verwaarlozing begon in 1868 een nieuwe periode van bloei. Het klooster werd bekend om de heerlijke honing, chocola, eucalyptuslikeur en een azijnachtig drankje dat goed zou helpen tegen hoofdpijn. Later ook vanwege het bier, want het zijn de trappisten die het klooster weer tot bloei wisten te brengen.
Ora et labora
Na het bordje dat de weg wijst naar de Abbazia delle Tre Fontane voert een licht stijgend weggetje naar het complex. Aan het einde word je verwelkomd door een beeld van Benedictus.
In de elfde eeuw trok er namelijk een groep Benedictijner monniken in het klooster. Het beeld, met Benedictus’ leefregel ora et labora, bid en werk, herinnert daar nog aan.
Als bezoeker krijg je bovendien nog een vermaning mee: ‘Dingen die moeilijk zijn, bereik je pas met veel inspanning.’
De Benedictijnen hebben hier echter maar kort gezeten. Ruim een eeuw later droeg paus Innocentius II het complex over aan de Cisterciënzers, die hem hadden gesteund bij politieke intriges rondom het pausschap en ‘antipaus’ Anacletus II.
De poort van Karel de Grote
Aan de binnenkant van de poort die is vernoemd naar Karel de Grote zie je nog resten van fresco’s uit de dertiende eeuw. Ze verwijzen naar het begin van de negende eeuw, toen keizer Karel de Grote Ansedonia in wilde lijven bij het Toscaanse schiereiland Orbetello, om één groot Europees rijk te stichten. Ondanks de steun van paus Leo III mislukte deze poging.
De paus had echter een droom. Het was bijna 22 januari, de feestdag van de heilige Anastasius van Perzië. Die kon hen vast te hulp schieten. Hij liet zijn relikwieën, die aanvankelijk in dit klooster waren bewaard, uit Rome halen en zie, de vestingmuren van Ansedonia stortten in.
De poort is de enige opening in de grote muur die het complex beschermt. Meteen erna nodigen links de tafeltjes en stoeltjes van Caffè Tre Fontane uit om van de voorjaarszon te genieten.
De muur loopt verder door naar het eigenlijke klooster, dat niet toegankelijk is. Recht vooruit, aan de andere kant van het binnenplein, staat de grote, sobere kloosterkerk Santi Vincenzo e Anastasio.
Aan de rechterkant, iets hoger, prijkt een kleine achthoekige kerk. Als je het plein oversteekt, kom je langs de rechterkant van de kloosterkerk op een door bomen overschaduwde laan die naar de belangrijkste kerk van dit complex voert, die van het martelaarschap van Paulus.
Mooi door eenvoud
De Santi Vincenzo e Anastasio stamt uit de twaalfde eeuw en is gebouwd op de plek waar de kerk van de Griekse monniken stond. Aanvankelijk was de kerk alleen gewijd aan de heilige Anastasius, maar in 1370 kwam daar de Spaanse heilige Vincent van Zaragoza bij, van wie een aantal relikwieën naar de kerk waren overgebracht.
De langwerpige kerk, hoog en licht, is indrukwekkend in zijn soberheid. Het is een perfect voorbeeld van de architectuur van Cisterciënzer orde: mooi door eenvoud.
Op de vierkante zuilen die het dak dragen, zijn in de zestiende eeuw fresco’s van de twaalf apostelen aangebracht. De wat zachte ondergrond van die fresco’s was kennelijk onweerstaanbaar voor bezoekers die hun naam erin wilden krassen.
Veel meer decoratie dan deze fresco’s is er niet. Het geeft de kerk een serene rust, die tijdens mijn bezoek ruw wordt verstoor door een non die met een stofzuiger aan het werk gaat.
Santa Maria Scala Coeli
Vlak bij deze grote kloosterkerk ligt een intiemer kerkje, in een achthoekige vorm die ook terugkomt in het plafond met een donkerblauwe sterrenhemel.
Op deze plaats stond ooit een kerk ter nagedachtenis aan de Romeinse tribuun Zeno, de aanvoerder van een legioen christensoldaten dat vrijwel in zijn geheel (ruim tienduizend mannen, volgens de overlevering) slachtoffer werd van de keiharde vervolging onder keizer Diocletianus.
Eerst werden ze tewerkgesteld bij de bouw van de gigantische thermen die de keizer liet bouwen, daarna – in 298 – werden ze hier vermoord. Een marmeren plaat vertelt dat de strijders van het legioen van Zeno onder deze kerk hun laatste rustplaats hebben gevonden. Een schildering boven het altaar rechts herinnert aan hun lot.
De huidige naam van de kerk verwijst naar een gebeurtenis in 1138. De heilige Bernardus droeg hier toen een mis op voor de afgeslachte legionairs toen hij een visioen kreeg. Hij zag een trap waarlangs mensen van het vagevuur naar de hemel klommen, begeleid door engelen.
Daarom heet de huidige kerk, die werd gebouwd ter viering van het jubeljaar 1600, de Santa Maria Scala Coeli, de Maria van de trap naar de hemel. Een schilderij boven het altaar links verwijst naar dit visioen.
Links van de ingang, bij de gedenksteen voor Zeno, voert een stenen trap naar een lage ruimte onder de kerk. Naast een andere gedenksteen voor Zeno komt hier ook het verhaal van Paulus weer terug. Achter een eenvoudig altaar zie je, achter tralies, een kleine, bedompte ruimte waar Paulus gevangen zou zijn gehouden.
Over Romeinse straatstenen
Vervolgens voert een pad van zo’n honderd meter naar de belangrijkste kerk van de Abbazia delle Tre Fontane. Links en rechts staan de altijd groene steeneiken en iets verder naar de muren toe zie je gigantische eucalyptusbomen.
Die laatste staan hier niet toevallig. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar eeuwenlang werd dit gebied geteisterd door malaria. Begin negentiende eeuw was het zelfs zo erg dat de monniken hier slechts een paar maanden per jaar konden wonen.
De omslag kwam halverwege de negentiende eeuw. De trappisten die toen in het klooster trokken, legden het moerasachtige gebied droog en plantten eucalyptusbomen. Die golden als een probaat middel tegen malaria, omdat ze veel van het vocht in de omgeving opzuigen en zo helpen bij de bestrijding van muggen.
Op de laatste meters van dit pad zijn nog grote stenen zichtbaar, beschermd door een hekje, die stammen uit de Romeinse tijd.
San Paolo al Martirio
Dan zijn we bij de San Paolo al Martirio. De kerk is gewijd aan het martelaarschap van Paulus en werd aan het einde van de zestiende eeuw gebouwd door de beroemde architect Giacomo della Porta.
Direct na de ingang herinneren twee basreliëfs aan het martelaarschap van Petrus en Paulus. Petrus had, als Romeins burger, ‘recht’ op kruisiging. Voor Paulus gold dat niet, hij werd onthoofd.
De legende wil dat het hoofd van Paulus drie keer stuiterde op de grond. Op die plekken ontstonden kleine bronnen. Daar ontleent de Abbazia delle Tre Fontane zijn naam aan. Fontana wordt namelijk niet alleen gebruikt voor fontein, maar soms ook om een bron aan te duiden.
Die bronnen zijn er nu niet meer. Omdat het water te vervuild was, werden ze in 1950 afgesloten. De drie plekken waar die bronnen te vinden waren, zijn nu gemarkeerd met een afbeelding van het hoofd van Paulus. In een hoek rechts staat, achter een ijzeren hek, nog de pilaar waaraan Paulus zou zijn vastgebonden.
Bewonder in deze kerk ook de vier seizoenen in Romeins mozaïek uit de tweede eeuw, overgebracht uit Ostia Antica.
Trappist met Romeins karakter
Buiten fluiten de vogels en schijnt de zon. Het is echt een paradijselijk plekje. Maar discrete bordjes op het pleintje bij de entree herinneren eraan dat er ook een kloosterwinkel is.
Binnen vind je, in allerlei varianten, chocola, olijfolie, zeep, wijn, honing en likeur (waaronder natuurlijk eucalyptuslikeur). Sommige producten komen van andere abdijen, maar de olijfolie en veel likeuren komen van de Abbazia delle Tre Fontane zelf.
Dat geldt ook voor het bier. Dit is de enige plaats in Italië waar trappist wordt gebrouwen. De bierketels staan, onzichtbaar voor de bezoeker, achter het klooster.
Het graan en de hop komen uit Engeland en Duitsland, maar een vleugje eucalyptus (volgens mensen met zeer goede neus en smaakpapillen) geeft dit bier zijn eigen Romeinse karakter. Een mooi aandenken aan deze bijzondere abdij!’
Bezoek de Abbazia delle Tre Fontane
De Abbazia delle Tre Fontane ligt aan de Via Acque Salvie 1 in Rome. Kom je met het openbaar vervoer, dan neem je vanuit Rome metrolijn B tot de halte Laurentina en vervolgens bus 671 in de richting San Paolo. Stap uit bij de derde halte en vervolg je weg te voet. Na ongeveer honderd meter start aan je rechterhand de Via Acque Salvie, met de ingang tot de abdij.
Het kloostercomplex is dagelijks geopend van 6.45 tot 20.45 uur. In de kerk SS Vincenzo e Anastasio ben je welkom tussen 6.30 en 20.45 uur, in de San Paolo al Martirio van 7.30 tot 20.00 uur en in de Santa Maria Scala Coeli van 8.30 tot 17.45 uur.
Bij Caffè Tre Fontane kun je neerstrijken van dinsdag tot en met zondag tussen 8.30 en 19.30 uur; het winkeltje is van maandag tot en met zaterdag geopend van 8.30 tot 19.30 uur.