Het is alweer even geleden dat we genoten van de Zuid-Tiroolse gastvrijheid en de specialiteiten die deze regio rijk is. Jullie hebben het grootste deel van onze ervaringen echter nog te goed, tijd dus voor een paar dagen Zuid-Tirol!
Het beste van twee werelden
Toegegeven, voordat we voet op Zuid-Tiroolse bodem zetten, hadden we een beetje gemengde gevoelens. Want de naam van dit stukje van Italië klinkt vast niet voor niets zo Duits.
Na een paar uur bleek onze twijfel volledig ongegrond. Want ja, het gebied maakt pas sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog deel uit van Italië en ja, de meeste mensen spreken vooral Duits, maar toch is de regio op en top Italiaans.
Dat zit hem vooral in de sfeer: net als in de rest van Italië weet men hier volop te genieten van eten en drinken, staat gastvrijheid minstens even hoog in het vaandel, is men meer dan trots op de talrijke streekproducten – en terecht – en wordt er geleefd met een flair die de Italianen niet vreemd is.
Tel daarbij op dat iedereen wel lekker op tijd is, zich aan zijn afspraken houdt en de Nederlandse mentaliteit perfect begrijpt en je hebt de perfecte combinatie van het Italiaanse la dolce vita en het Duitse arbeidsethos.
Speck als bewijs
Als bewijs van de uitstekende combinatie van deze twee culturen wordt tijdens onze eerste lunch (waarover later een keer meer) een van de specialiteiten van deze regio opgevoerd: het Tiroler speck.
Het spek wordt eerst gerookt volgens Duitse traditie, om vervolgens volgens Italiaanse traditie gezouten te worden. Het resultaat? Het lekkerste spek dat we ooit proefden!
foto: Suedtirol.info
Waar een kleine regio groot in is
Na deze eerste kennismaking waren we dan ook gerustgesteld. We stonden met beide voeten op Italiaanse bodem. Hoewel, met beide voeten… Dankzij het enorme aantal verrassend lekkere wijnen vertoefden we zo af en toe in hogere sferen.
Net zoals we van tevoren niet wisten dat de sfeer hier op en top Italiaans is, waren we niet op de hoogte van de waanzinnige wijnen die in Zuid-Tirol gemaakt worden. Dankzij de combinatie van een mediterraan en alpien klimaat, met heerlijk zonnige dagen (de zon schijnt hier zo’n driehonderd dagen per jaar!) en lekker koele nachten. Ideaal voor de druiven, hetgeen je bij elke slok wijn proeft!
In totaal worden er in Zuid-Tirol meer dan twintig druivensoorten verbouwd, waarvan er drie inheems zijn: de Lagrein,de Vernatsch (Schiava in het Italiaans) en de Gewürztraminer. Hiermee worden in tal van cantina’s pareltjes van wijnen gemaakt, maar daarover wijden we in deze blog wat verder uit.
Want buiten het feit dat je in Zuid-Tirol op tal van plekken wijn kunt proeven, kun je de trots van de regio ook op andere manieren beleven. Zo is een wandel- of fietstocht door/langs de wijngaarden zeer aan te bevelen.
Niet alleen vanwege de prachtige natuur en de schitterende vergezichten, maar ook vanwege de bijzondere aanblik die veel wijngaarden hier bieden. De druivenranken van de Vernatsch worden namelijk opgebonden, aan kenmerkende stokken die de wijngaard de aanblik geven van een met een pergola overdekt terras.
Uit eigen ervaring kunnen we drie tips geven om zowel van de wijn als van de omgeving te genieten:
Meanderen in Marlengo
Als je het twaalf kilometer lange pad langs de Waalwegen, honderden jaren oude irrigatiekanalen, volgt, meander je langs wijnranken en appelbomen, met de meest schitterende vergezichten als tussendoortje.
Wijnpad – Sentiero del Vino
Margareth Orian, die met hart en ziel druiven verbouwt, leidt je met net zoveel passie door de wijngaarden even buiten Cortaccia. Niet alleen krijg je op verschillende plekken uitleg over de manier van wijnbouw, de druivensoorten en het maken van wijn, je mag uiteraard ook proeven.
En ruiken, want – heel leuk! – langs de route stuit je regelmatig op een amfoor die de geur van een druif verstopt. Aan de wandelaars de taak de juiste druif te raden, hetgeen ons eerlijk gezegd beter lukt dan als we onze neus in een glas steken…
Wine&Bike
Allereerst een geruststelling voor wie denkt dat fietsen in de bergen een beetje te hoog gegrepen is: er zijn e-bikes te huur waarmee je makkelijk bergop fietst (en waarmee je bergaf extra fijn kunt remmen). Hoewel je natuurlijk wel zelf moet trappen, kom je zo gemakkelijk op het hoogste punt van de route – zonder bekaf te zijn en met voldoende energie om te genieten van de omgeving.
De ruim twintig kilometer lange route die wij aflegden voert door lieflijke bergdorpjes met fotogenieke kerkjes, wijngaarden zover het oog reikt en een schitterend bergmeer. Uiteraard is er onderweg volop gelegenheid om af te stappen en wijn te proeven!