Het Parco Nazionale dello Stelvio is een van de hoogtepunten van de Italiaanse Alpen. Het werd in 1935 opgericht en behoort daarmee tot de oudste natuurreservaten van Italië.
Met een oppervlakte van ongeveer honderddertigduizend hectare strekt het zich uit over de regio’s Lombardije en Trentino-Alto Adige. In de winter kun je er fantastisch skiën of snowboarden, in de zomer liggen er heerlijke wandelingen of schitterende fietstochten voor je in het verschiet.
Ook vind je er de reusachtige Alpi dell’Ortles, de fraaie Val Venosta en Valtellina, eeuwenoude borghi, dichtbegroeide dennenbossen, gletsjers, spectaculaire haarspeldbochten en tal van musea met een hoofdrol voor de overweldigende natuur.
Daarnaast bewonder je er als je geluk hebt herten, gemzen, steenbokken, marmotten, vossen, adelaars, uilen en andere dieren in hun natuurlijke habitat.
Als voorproefje nemen we je mee naar tien bijzondere plekken in dit prachtige natuurgebied.
Trafoi – het laatste dorp voor de Passo dello Stelvio
Trafoi ligt op de helling van de Passo dello Stelvio, het is het laatste dorpje dat je tegenkomt voor je de pas bereikt.
De borgo heeft twee interessante bezienswaardigheden. Aan de voet van de Passo dello Stelvio staat midden in een groen en idyllisch landschap de Visitazione della Beata Maria Vergine, een witte kerk met spitse toren.
Daar vlakbij ligt NaturaTrafoi, het bezoekerscentrum van het Parco Nazionale dello Stelvio, waar je alles ontdekt over de natuur in dit berggebied.
Tre Fontane Sacre – drie heilige bronnen
Niet ver van Trafoi ligt een bedevaartsoord met een kapelletje, de Tre Fontane Sacre, op zestienhonderd meter hoogte. Op deze plek zou herder Moritz in de dertiende eeuw tegelijkertijd water uit drie bronnen hebben zien komen.
Uit elk van deze bronnen groeide een kruis, waarvan Moritz er twee te pakken kreeg. Een van de kruisen is te zien in de parochiekerk van Stelvio, de andere in de San Giovanni a Tubre in de Val Monastero.
Al in de vijftiende eeuw ontstond er een bedevaartsoord op deze plek, waar het water nog altijd magische krachten zou hebben.
Een museum voor skilegende Gustav Thöni
Ook bijzonder is Hotel Bella Vista, dat wordt gerund door de familie Thöni, die al ruim vijfhonderd jaar in Trafoi woont. In het hotel hebben ze een museum ingericht ter ere van een van hun familieleden, Gustav Thöni.
Hij won vier keer goud tijdens de wereldkampioenschappen alpineskiën en één keer goud op de Olympische Spelen en is daardoor een van de grootste skilegendes van Italië.
foto’s: Hotel Bella Vista
Een museum voor ingenieur Carlo Donegani
Op de Passo dello Stelvio, op de grens van de regio’s Trentino-Alto Adige en Lombardije, ligt het Museo Storico Carlo Donegani, dat de deuren opent zodra de weg ’s zomers opengaat voor verkeer.
Carlo Donegani was de Italiaanse ingenieur die het plan uitdokterde voor de huidige weg tussen Bormio en Trafoi, die over de pas loopt. Het tracé dat nu omhoog kronkelt, werd in 1825 in gebruik genomen en staat te boek als een hoogstandje in de geschiedenis van de Italiaanse wegenbouw.
In het museum dompel je je onder in de geschiedenis van de Passo dello Stelvio. Je komt bijvoorbeeld meer te weten over hoe de weg tot stand kwam, vanaf de ontwerp- tot en met de aanlegfase, over de Eerste Wereldoorlog en de gruwelijke gebeurtenissen die in de nabije omgeving plaatsvonden en tot slot over de sportieve hoogtepunten.
Solda en het Messner Mountain Museum Ortles
Solda (of Sulden) ligt in de Val Venosta, op een steenworp afstand van de Passo dello Stelvio, op negentienhonderd meter hoogte. De meeste bezoekers komen er om te skiën, maar ook in de zomer is het er te midden van het prachtige landschap goed toeven.
Hiervandaan gaan tal van routes de hoogte in, richting het Ortles-gebergte, waardoor het er wemelt van de bergbeklimmers. Ook kun je heerlijke – en eenvoudiger – wandelingen maken door de groene weides en bossen of langs de meertjes die je rondom het dorpje tegenkomt.
Een mooie tocht is de ongeveer anderhalf uur durende wandeling vanuit Solda naar Gasthof Waldruhe, zowel in de winter als in andere seizoenen. In het voorjaar en de zomer ontdek je de mooiste bloemsoorten – met áltijd ook een prachtig uitzicht op de Ortler.
Ook leuk is het Sentiero Panoramico, een rondwandeling van zo’n acht kilometer waarbij je langs verschillende panelen komt die informatie verstrekken over bijzondere bouwwerken en belangrijke personages in de geschiedenis van Solda.
In Solda kun je een bezoek brengen aan het kleine maar interessante Museo per la Regione dell’Ortles in de voormalige school van Solda, aan de Chiesa di San Gertrude en aan de Chiesa Vecchia. Deze parochiekerk dook al op in documenten uit de dertiende eeuw, maar heeft tegenwoordig een zeventiende-eeuws uiterlijk.
Ook de moeite waard is een bezoek aan het Messner Mountain Museum Ortles, waar je in deze blog meer over leest.
foto’s: Messner Mountain Museum Ortles
Santa Caterina di Valfurva
Santa Caterina di Valfurva is vanwege de uitdagende skipistes een begrip onder wintersporters. De naam van dit plaatsje prijkte in het verleden dan ook meermaals op de wedstrijdkalender van de Europese en wereldkampioenschappen alpineskiën en langlaufen. In 1985 en 2005 was het nog het decor van de wereldkampioenschappen alpineskiën voor vrouwen.
Als je naar het Parco Nazionale dello Stelvio afreist om je ski’s of snowboard onder te binden, mag Santa Caterina di Valfurva zeker niet op je lijstje ontbreken. Vanwege de ligging, diep in de vallei, zakken de temperaturen maandenlang op of onder het vriespunt waardoor ski- en snowboardplezier van november tot april gegarandeerd is.
Ook in de zomer is hier echter genoeg te beleven. Zo maak je er fantastische wandelingen in de bossen of te midden van kleurrijke bloemenvelden.
Prato allo Stelvio
Prato allo Stelvio is een weelderige groene vlakte. Zoals de naam al doet vermoeden, ligt het niet ver van de gelijknamige bergpas – hoewel het toch nog een goede twintig kilometer is.
Voor dagjesmensen en toeristen die er graag in de bergen op uitgaan, is het plaatsje vanwege zijn centrale ligging – dicht bij de belangrijkste bergmassieven – en goede bereikbaarheid de perfecte uitvalsbasis.
Ook vind je er het Centro Visite Aquaprad, een van de bezoekerscentra van het Parco Nazionale dello Stelvio, met aandacht voor het onderwaterleven van dit gebied, waar de Rio Solda, doorheen stroomt. Ook is er een aquarium waarin de belangrijkste vissoorten zwemmen die in het verderop gelegen Lago di Caldaro voorkomen.
Prato allo Stelvio is tot slot ook bekend om de productie van houten meubels én de overheerlijke appels die ervandaan komen.
Val Martello
Martello leent zich uitstekend voor uitstapjes in de Val Martello, die van oudsher bekend staat om de vele veefokkerijen en de aardbeienproductie maar ook om de prachtige waterpartijen.
Als je van wandelen houdt, is deze vallei vol talrijke wandelpaden die variëren in moeilijkheidsgraad een waar paradijs. Ook liggen in dit gebied enkele van de mooiste langlaufpistes van de regio. De Monte Cevedale is daarentegen uitermate geschikt voor alpineskiën.
Pejo – van thermen tot een van de hoogste skigebieden
Pejo – ook wel Peio genoemd – ligt midden in het Parco Nazionale dello Stelvio. Het is een van de bekendere plaatsen in de Val di Sole, die de lijst van populaire vakantiebestemmingen in Trentino-Alto Adige aanvoert.
Neem in het centro storico zeker een kijkje in het Museo Pejo 1914-1918, dat gewijd is aan de Eerste Wereldoorlog.
foto’s: Museo Pejo 1914-1918
De klokkentoren van de San Giorgio wordt gesierd door een groot fresco met de beeltenis van San Cristoforo. Binnen kun je een aantal fresco’s bewonderen van de hand van Giovanni en Battista Baschenis, twee uit Bergamo afkomstige kunstenaars die hier in de vijftiende eeuw verbleven.
De San Rocco daarentegen zal je aandacht vooral trekken vanwege zijn bijzondere vormen. Het portaal aan de voorkant wordt overkapt door een aan twee kanten schuin aflopend dak en wanneer je omhoog kijkt zie je een karakteristieke klokgevel.
Pejo heeft zijn naamsbekendheid vooral te danken aan de Terme di Pejo, waar je zowel in de winter als in de zomer kunt ontsnappen aan de hectiek van alledag om even helemaal tot rust te komen.
foto’s: Terme di Pejo
Daarnaast telt Pejo tal van skipistes, waarvan met name Pejo 3000 het vermelden waard is. Met drieduizend meter hoogte is dit een van de hoogst gelegen skigebieden in de Alpen.
foto’s: Pejo 3000
Ben je gek op dieren in het wild, laat dan de Area Faunistica niet aan je voorbij gaan. In dit wildreservaat, het enige wildpark in het Parco Nazionale dello Stelvio, aanschouw je herten en andere dieren in hun natuurlijke habitat.
Forte Venini di Oga
In het Forte Venini di Oga in Valdisotto was het tijdens de Eerste Wereldoorlog een drukte van belang. Het fort werd tussen 1908 en 1912 gebouwd om de Valtellina tegen de Oostenrijkse dreiging te beschermen.
Sinds 1938 draagt het de naam van Corrado Venini, een Italiaanse militair die vanwege zijn heldendaden tijdens de Eerste Wereldoorlog een onderscheiding kreeg.
Inmiddels is het complex omgetoverd tot een museum, dat het verhaal van de Eerste en Tweede Wereldoorlog vertelt. Er zijn verschillende ruimtes, waaronder de verblijven van de soldaten, die geen verwarming hadden en dus qua comfort te wensen overlieten, en de waterreservoirs.
foto’s: Forte Venini di Oga
Vanwege restauratiewerkzaamheden is het fort op het moment van schrijven (februari 2024) gesloten, maar het opent hopelijk snel weer de deuren voor publiek.
Meer lezen? Neem dan een kijkje op de website van het Parco Nazionale dello Stelvio.
Gelukkig is het Parco Nazionale dello Stelvio meer dan 130 ha groot, namelijk 130.000 ha