Dwars door het Toscaanse landschap slingert een oude Romeinse weg, de Strada dei Sette Ponti. Deze ‘Weg van de Zeven Bruggen’ loopt dwars door de Valdarno, van Reggello, ten zuidoosten van Florence, en eindigt in Ponte Buriano, vlak bij Arezzo.
Men heeft grotendeels kunnen achterhalen hoe deze historische weg oorspronkelijk liep, al is hier en daar niet helemaal duidelijk wat de exacte route was.
Maar of je nu over exact dezelfde route loopt als de Romeinen ooit deden of net even afwijkt van de originele weg, de Strada dei Sette Ponti is hoe dan ook een schitterende Toscaanse road trip en vooral een ontdekkingstocht door een uniek landschap vol balze.
Zestig kilometer lang geniet je van wijnvelden, olijfgaarden, middeleeuwse dorpjes en romaanse kerkjes. Je kunt de route met de auto rijden, maar met de fiets of te voet kan natuurlijk ook.
Meer dan zeven bruggen
Allereerst iets over de naam van deze route. De naam Strada dei Sette Ponti doet vermoeden dat er zeven bruggen zouden zijn op de route, maar oorspronkelijk waren er veel meer bruggen langs deze weg te vinden. Het getal zeven heeft zeer waarschijnlijk vooral een religieuze betekenis. Tegenwoordig zijn er langs de route nog vier Romeinse bruggen intact.
De Strada dei Sette Ponti beleefde vooral in de middeleeuwen drukke tijden, toen het een belangrijk alternatief was voor de Via Francigena, voor pelgrims uit Noord-Europa die op weg waren naar Rome.
Cascia di Reggello
Het startpunt van de route is Cascia di Reggello, met de twaalfde-eeuwse romaanse Pieve di Cascia, met een zuilengalerij als gevel en een klokkentoren die ernaast prijkt.
In het Museo Masaccio bewonder je het schitterende drieluik van San Giovenale, dat in 1422 werd geschilderd door renaissance-kunstenaar Masaccio (die in Florence onder meer betrokken was bij de schitterende frescocyclus in de Cappella Brancacci in de Santa Maria del Carmine).
Vlak bij Reggello vind je ook de eerste Romeinse brug die nog intact is, de Ponte romanico di San Giovenale. Het is even zoeken, maar vanuit het kleine dorpje San Giovenale neem je het voetpad dat zuidwaarts loopt (Sentiero CAI 33) en je naar de Ponte di San Giovenale brengt, midden in het bos.
Pian di Scò
De volgende stop op de route is Pian di Scò, aan de rand van het schitterende groene natuurgebied waar zogenaamde balze het landschap domineren, rotsformaties die zijn ontstaan door erosie en zijn opgebouwd uit klei, zand en kalksteen.
Niemand minder dan Leonardo da Vinci was al gefascineerd door de rotspartijen midden in het landschap en hij liet ze dan ook meerdere keren terugkomen als achtergrond in zijn werken. Het bekendste schilderij van Da Vinci waarop de balze het decor zijn, is de Mona Lisa.
De Ponte Buriano bij Arezzo, met zeven bogen, die straks het eindpunt van de route vormt, staat als je goed kijkt ook op het schilderij. Lees meer op de website Il Ponte della Gioconda.
Ook bij Pian di Scò vind je nog een Romeinse brug. Net voor de romaanse kerk Pieve Santa Maria di Scò zie je aan je rechterhand een houten tabernakel, dat richting de oude Romeinse brug leidt, die over de rivier de Resco loopt.
Castelfranco Piandiscò
Na Pian di Scò rijd je zuidwaarts door het gebied van de balze, met Castelfranco Piandiscò – een van de borghi più belli – als volgende bestemming op onze route.
Dit pittoreske middeleeuwse dorpje prijkt niet voor niets op de lijst van mooiste dorpen van Italië. Bij aankomst in het dorpje wacht een hoge, statige middeleeuwse stadspoort, de Torre d’Arnolfo.
Castelfranco is gebouwd volgens het klassieke Romeinse stadsplan, waarbij het centrale plein met de belangrijkste gebouwen omgeven wordt door straten die hier loodrecht op staan.
Mocht je nog tijd hebben: net buiten het dorpje vind je Badia di San Salvatore a Soffena. In deze kerk met klooster kun je prachtige fresco’s bewonderen, waaronder een Madonna met Kind van Paolo Schiavo en een Annunciatie van waarschijnlijk de broer van Masaccio.
Piantravigne – de parel van de balze
De Strada dei Sette Ponti voert ook langs de dorpjes Piantravigne en Persignano, waar je misschien wel de indrukwekkendste balze uit het landschap ziet opduiken. Piantravigne is gebouwd op de rotsen en wordt niet voor niets la perla delle balze genoemd, vanwaar je prachtig uitkijkt over de Valdarno.
Montemarciano
Even verderop wacht het volgende mooie dorp, Montemarciano. De entree alleen al is prachtig, onder de dertiende-eeuwse stadspoort Porta Campana mét klok door.
Je vindt hier ook het Oratorio di Santa Maria, een kleine kapel die in 1532 werd gebouwd door de lokale bevolking om een tabernakel en schilderij in te kunnen huisvesten, die een aantal wonderen zouden hebben verricht en dus zorgden voor een toestroom van pelgrims op weg naar Rome.
Loro Ciuffenna
Loro Ciuffenna is een schilderachtig dorpje, met een middeleeuws kasteel dat hoog boven het dorp uittorent. Ook hier prijkt nog een oude Romeinse brug, die een belangrijke functie had en nog altijd heeft: de brug verbindt namelijk de twee stadsdelen die door een kloof, waar de rivier Ciuffenna doorheen stroomt, van elkaar worden gescheiden.
Loro Ciuffenna staat ook op de lijst van de borghi più belli d’Italia. Dwaal door de smalle straatjes en neem een kijkje in de kerk Santa Maria Assunta, met als topstuk een veelluik van puur goud van Bicci di Lorenzo, waarop Maria en een aantal heiligen staan afgebeeld. Loop zeker ook naar de oudste watermolen van Toscane (uit 1100!).
San Pietro & Pieve di San Giustino
Twee kilometer buiten Loro Ciuffenna, in het dorpje Gropino, staat het kerkje San Pietro uit 780. Een aanrader als je toch in de buurt bent.
De meest verborgen en minder bekende romaanse kerk onderweg is de Pieve di San Giustino, gebouwd rond het jaar 1000. Qua interieur heeft deze kerk wel wat weg van de Pieve di Cascia in Reggello. De kerk ligt niet direct aan de Strada dei Sette Ponti, dus je moet even van de weg af om er te komen.
Il Borro
Na de Pieve di San Giustino kun je een stop maken bij Il Borro, een oud dorpje dat is opgeknapt door de familie Ferragamo. Overnachten in een van de luxe villa’s of suites in het dorpje kost wel wat, maar de Ferragamo’s hebben er echt iets moois van gemaakt, met naast vakantieverblijven ook een restaurant en een wellnesscentrum.
foto’s: Il Borro
Castiglion Fibocchi
Castiglion Fibocchi is het laatste dorpje op de route. Het is een verborgen pareltje even ten noordwesten van Arezzo. De geschiedenis van dit dorpje gaat terug tot de Romeinse tijd, maar het kwam pas echt tot bloei door de bouw van een versterkt kasteel rond het jaar 1000.
In de loop der eeuwen viel het dorpje in handen van verschillende baronnen en edelen, die elk een palazzo of piazza toevoegden aan het kasteel.
Loop zeker onder de twaalfde-eeuwse stadspoort Porta Fredda door om het dorpje binnen te lopen en wandel langs het stadhuis, dat een opvallende klokkentoren heeft. Het is heerlijk dwalen door het historisch centrum, vanwaar je ook mooie uitzichten over de omgeving hebt.
Leuk om te weten: net als Venetië wordt er in dit dorpje volop carnaval gevierd, met schitterende maskers en kostuums!
Even buiten de dorpskern van Castiglion Fibocchi vind je Fattoria La Vialla
Ponte a Buriano
Het eindpunt van de route is de Ponte a Buriano, ten noorden van Arezzo, een schitterend Romeins bouwwerk uit 1277 met zeven bogen die de rivier de Arno overspannen. In gedachten zie je de Romeinse soldaten en paarden en wagens er al overheen gaan.
De brug is maar smal, auto’s kunnen er alleen één voor één overheen. Het wachten wordt beloond met een bijzonder ritje over deze oude brug, een schitterende finale van een historische Romeinse road trip door Toscane.