Een paar dagen door Rome dwalen zonder een kerk binnen te lopen, is bijna ondenkbaar. Rome telt meer dan negenhonderd kerken, vaak architectonische hoogstandjes en ware schatkamers vol fresco’s, schilderingen, beelden en andere decoraties.
Toch zijn er heel wat kerken die worden vergeten of simpelweg worden overgeslagen tijdens een stedentrip. Vooral de moderne kerken die eind vorige eeuw zijn gebouwd en die wat verder buiten het centrum liggen, zijn zelfs bij fervente Romeliefhebbers onbekend.
Vijftig nieuwe kerken voor het jubeljaar 2000
Het Vaticaan wilde het jubeljaar 2000 vieren door maar liefst vijftig nieuwe kerken binnen de stadsgrenzen te bouwen. Een aantal van die nieuwe kerken is architectonisch gezien niet zo spannend, maar sommige zijn wel degelijk een bezoekje waard.
Marc Leijendekker neemt je in dit artikel mee naar een aantal van deze moderne kerken, in verschillende uithoeken van de stad.
Dio Padre Misericordioso
Marc: ‘Laten we beginnen met de bekendste moderne kerk van Rome: de fotogenieke Dio Padre Misericordioso aan Largo Terzo Millennio, in de wijk Tor Tre Teste, in het oosten van Rome.
De kerk is een ontwerp van de beroemde Amerikaanse architect Richard Meier, die ook verantwoordelijk is voor de nieuwbouw rondom de Ara Pacis.
Opvallend zijn de drie gekromde massieve betonnen platen, symbool voor drie zeilen, die de zijmuur aan de westkant vormen – alsof de kerk, voortgestuwd door de wind, het derde millennium in gaat. De grootste van deze drie platen is zesentwintig meter hoog. Samen vormen ze een gebogen accent naast de rechte lijnen en het vele glas.
De kerk van Meier is helemaal wit. Volgens Meier is dit absoluut de mooiste kleur, omdat wit alles in zich heeft en voortdurend een beetje verandert, al naar gelang de tijd van de dag en het licht van zon of maan. Ook binnen overheersen het wit en het licht dat door de grote glazen ramen binnenstroomt.
Meier won in 1995 de opdracht om een kerk te maken voor het jubeljaar 2000. Dat is echter niet gelukt; de kerk werd pas in 2003 ingewijd. Toch staat de Dio Padre Misericordioso ook bekend als de Chiesa del Giubileo, de kerk van het jubeljaar.
De architectonische bezienswaardigheid detoneert met de sjofele flats eromheen en het rommelige parkeerterrein daarachter. Maar de inwoners van deze vrij verloederde wijk vertellen dat ze er blij mee zijn. Er komen regelmatig toeristen kijken en dat maakt de bewoners trotser op hun wijk en meer geneigd om zich in te zetten voor verbetering.
San Francesco di Sales
Hemelsbreed nog geen achthonderd meter ten westen van de Dio Padre Misericordioso, aan de Viale Alessandrino 585, verrees in 2005 de San Francesco di Sales.
Ook deze kerk ligt in een wat verloederde wijk, die is ontstaan in de jaren dertig. Het was de geïmproviseerde opvang voor de Romeinen die hun huizen rondom het Forum Romanum hadden moeten verlaten, om ruimte te maken voor de grootse bouwplannen van Mussolini.
Helaas krijgt de indrukwekkende voorkant van deze kerk nauwelijks ruimte om gezien te worden, vanwege de grote hoeveelheid auto’s. Zonde, want het vooraanzicht is erg karakteristiek voor deze kerk.
De ingang wordt overspannen door de uitloper van een spectaculair dak van geanodiseerd (slijt- en roestvast) koper. Het heeft grotendeels de vorm van een achthoek, op de voorkant na. Daar buigt het in een punt als een beschutting biedende luifel over de ingang heen.
Aangezien het dak aan de zijkanten laag inzet, wordt de vorm wel vergeleken met een haaienbek; anderen zien er eerder een beschermende mantel in. De ingang bestaat uit drie rechthoekige portalen van blank gewapend beton die half in elkaar staan. Zo vormen ze een symbolische uitnodiging om de kerk binnen te gaan.
Interessant aan dit complex is dat het parochiehuis er al jaren stond voordat er werd besloten een kerk te bouwen. Ook vind je er een kleuterschool, een bibliotheek en een sportveld. Op het wat aflopende terrein staan verder ongeveer dertig olijfbomen.
Nostra Signora del Santissimo Sacramento e Santi Martiri Canadesi
Aan de Via Giovanni Battista de Rossi 46, in de wijk Nomentano, vind je de oudste moderne kerk van dit artikel. Hij dateert uit 1955 en is vooral interessant wegens het enorme contrast tussen binnen- en buitenkant. Bovendien vindt in deze kerk een scène uit La dolce vita van Federico Fellini plaats (zie deze link).
De kerk is opgericht door de Priesters van het Heiligste Sacrament. De naam zou logischerwijs Nostra Signora del Santissimo Sacramento moeten worden. Een van de leden van de orde, de Canadese jezuïet Robert Fortin, haalde veel geld voor de bouw van de kerk op in Canada en stelde voor de kerk ook op te dragen aan de acht jezuïeten die in de zeventiende eeuw in Canada waren gedood en door de katholieke kerk als martelaars worden beschouwd.
Aan de buitenkant zie je niet direct dat het een kerk is. Op de voorgevel van het rechthoekige gebouw, zonder klokkentoren, prijkt sinds 2008 wel een enorm mozaïek, gemaakt van grote stukken marmer en travertijn.
Het onderste gedeelte toont twee martelaars – bij de één is het hoofd afgehakt, bij de ander het hart eruit gerukt. Bovenaan troont de verrezen Christus, omgeven door de vermoorde jezuïeten.
De belangrijkste reden om deze kerk te bezoeken, is de spectaculaire ervaring als je door de hoofdingang naar binnen gaat. Het wordt donker en dan krijgt de kerk ineens een gotisch karakter, door de reeks naar elkaar toelopende pilaren aan weerszijden.
De belichting van deze pilaren versterkt de suggestie van hoogte die zo kenmerkend is voor gotische kerken. Je blik wordt als vanzelf naar het altaar getrokken.
Dit ontwerp is te danken aan Bruno Maria Apollonj Ghetti, die ook archeoloog was en betrokken was bij de opgravingen onder de Sint-Pieter (1939-1949), waarbij het graf van Petrus werd gelokaliseerd.
Santi Aquila e Priscilla
Aan de Via Pietro Blaserna 113, ten zuiden van de wijk Trastevere, staat de Santi Aquila e Priscilla, een van de weinige kerken gewijd aan een echtpaar. De joodse Aquila en zijn vrouw Prisca (verkleind tot Priscilla) woonden in Rome toen ze rond het jaar 49 werden uitgewezen, samen met andere geloofsgenoten.
Ze gingen naar Korinthe, ontmoetten daar de apostel Paulus, bekeerden zich tot het christendom en probeerden dat actief als een soort missionarissen te verspreiden.
In de straten rondom de kerk die aan hen is gewijd, zijn veel bedrijven te vinden. Aan de overkant staat het geraamte van een nooit afgemaakt gebouw van vijf verdiepingen.
De kerk verrees hier in 1992 omdat deze grond beschikbaar was. Het terrein en de kerk zelf waren een cadeau van Alessandro Gerini, telg uit een steenrijke familie van diepreligieuze projectontwikkelaars. Hij werd ook wel de ‘bouwer van God’ genoemd, omdat hij nauwe banden had met de orde van de Salesianen.
Architect Inzie Breccia Fratadocchi koos voor een ronde vorm met daarnaast, half erop liggend, een rechthoekig blok. Die ronde vorm wordt nog eens geaccentueerd door concentrische stroken witte en grijze tegels, die zich als rimpels in het water uitbreiden vanaf de kerk.
Ook hier zie je dat het complex niet alleen een religieuze, maar ook een sociale functie heeft. Aan de kerk zit een rechthoekig gebouw met onder andere een theater. Daarachter ligt een ruimte die bedoeld is als verhard sportveld, maar ook als parkeerplaats wordt gebruikt.
Opvallend in het interieur is onder andere het altaar met ronde vormen, dat is gehouwen uit één blok grijs marmer. Het plafond ziet er bijna industrieel uit. Een speciale vermelding verdienen nog de glas-in-loodramen, die zijn ontworpen door de Franciscaanse kunstenaar Costantino Ruggeri.
Santo Volto di Gesù
Aan de drukke Via della Magliana, een straat met grote supermarkten waar toeristen ogenschijnlijk niets te zoeken hebben, vind je ter hoogte van nummer 162, op de hoek met de Via Caprese, een architectonisch pareltje: de Santo Volto di Gesù, die in 2006 werd ingewijd.
Het hek om de kerk heen is weinig uitnodigend, maar laat dat je niet afschrikken. Deze kerk is mijn persoonlijke favoriet, ook al wegens de zeer ongebruikelijke vormen – die weer tot felle kritiek hebben geleid van andere architecten.
De kerk is een ontwerp van de Romeinse architect Piero Sartogo, die vorig jaar op negenentachtigjarige leeftijd is overleden, en zijn Canadese zakenpartner Nathalie Grenon.
De eigenlijke kerk en de bijgebouwen hebben beide de plattegrond van een halve cirkel, waarbij die van de kerk wat groter is dan die van de bijgebouwen. Ze worden van elkaar gescheiden door een spits toelopende doorgang met aan het einde, waar de lijnen samenkomen, een kruis.
Opvallend is ook de halve doorgesneden koepel boven het altaar. De ronding aan de binnenkant van de koepel loopt door naar beneden, zodat in de muur achter het altaar een enorme cirkel van glas kon worden gezet. Dat geeft binnen in de kerk veel licht.
Van alle moderne kerken die ik heb gezien, is hier het altaar het meest tussen de kerkgangers geplaatst. De kerkbanken staan er in een halve cirkel omheen, zodat de priester bijna tussen de gelovigen de mis opdraagt.
De contemporaine kunst binnen in de kerk trekt ook veel aandacht. Zo heeft kunstenaar Mimmo Paladino een prachtige kruisweg ontworpen.
Santa Teresa di Calcutta
De kerk die is gewijd aan Moeder Teresa is de nieuwste in dit rijtje. Je vindt deze kerk aan de Via Guido Fiorini 12, in de periferie aan de oostkant van Rome, net buiten de Grande Raccordo Anulare.
De Santa Teresa di Calcutta is ontworpen door architect Marco Petreschi en werd in 2016 ingewijd. Het kerkplein loopt als vanzelf over in de ruimte eromheen; de kerk ligt aan een rotonde met weids uitzicht naar het noorden, richting de bergen. Het geeft het gebouw een open, uitnodigend karakter.
Het is een strak, op het oog simpel gebouw met veel rechte hoeken dat een enorme speelsheid krijgt door de diagonale lijnen omhoog. De buitenmuren en de klokkentoren zijn bekleed met travertijn.
Ook hier zijn er naast de eigenlijke kerk bijgebouwen met ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten. Architect Petreschi vertelde me dat hij dit ziet als een essentieel bestanddeel van het moderne kerkzijn. Met de mis alleen ben je er niet meer, zeker niet in de buitenwijken van Rome.
Santa Maria Josefa del Cuore di Gesù
De Santa Maria Josefa del Cuore di Gesù is als een baken in een verder verloederde wijk, eveneens net buiten de rondweg aan de oostkant van Rome.
Maria Josefa Sancho de Guerra was een Baskische non die in de negentiende eeuw een eigen orde oprichtte. In 2000 werd ze door paus Johannes Paulus II heilig verklaard, waarna een jaar later deze kerk met haar naam de deuren opende.
De kerk ligt aan het einde van een lange, compleet verwaarloosde rechthoekige vlakte. Op het straatnaambordje staat Piazza Santa Maria Josefa del Cuore di Gesù, maar dat piazza is eigenlijk te veel eer. Links en rechts staan appartementengebouwen die met pastelkleuren zijn opgefleurd om het geheel niet al te deprimerend te laten zijn.
Van buiten ziet de kerk er interessant uit, al is er ook kritiek dat het gebouw te weinig herkenbaar is als kerk. Als je de klokkentoren wegdenkt, kan het van alles zijn. Het hek was bij drie herhaalde bezoeken dicht, zodat ik niet binnen heb kunnen kijken.
San Carlo Borromeo
Aan de Via Edoardo Amaldi 215, net ten zuiden van de ringweg, prijkt sinds 2011 de San Carlo Borromeo, die is ontworpen door de gevierde Milanese architect Antonio Monestiroli.
Waar de kerk nu staat, was een kleine berg van afval en resten van bouwmaterialen ontstaan. Monestiroli besloot dat hoogteverschil te handhaven, ook om zijn kerk een markantere uitstraling te geven. Daardoor ligt de kerk ongeveer vier meter boven het straatniveau.
Monestiroli koos voor een beschutte glooiende opgang in plaats van trappen. Het houdt de ruimte voor de kerk intiemer. De eenvoud die het gebouw kenmerkt, komt ook terug in het kruis ervoor. Dat is gemaakt van twee haaks op elkaar staande metalen T-balken, zwart geverfd.
Voor de bouw van de kerk koos Monestiroli bewust voor tufsteen, een verwijzing naar een Romeinse traditie die weinig wordt gebruikt in nieuwbouw. Ook daardoor onderscheidt de kerk zich van zijn omgeving.
Door de vele rechte hoeken oogt het gebouw op het eerste gezicht een beetje als een blokkendoos, maar van dichterbij ervaar je dat eerder als elegante eenvoud.
De grote vierkante kerktoren is onderdeel van de ruimte zelf. Volgens Monestiroli moet de kerktoren als vanzelfsprekend een herkenningspunt zijn, een markering. Hij heeft deze in eerste instantie ontworpen als een lichtmachine: een manier om het buitenlicht binnen te laten komen, vooral in het gedeelte van de ruimte waar het altaar staat.
Het is sowieso een ruimte met veel licht. Twee grote glazen platen aan de zijkanten van de rechthoekige ruimte zorgen voor extra lichtstralen op de onopgesmukte tufstenen muren.
Ook deze kerk heeft een sociale functie. In het naastgelegen gebouw van twee verdiepingen (samen even hoog als de kerk) vind je ontmoetingszalen en huisvesting voor priesters. Op het terrein naast de kerk worden ’s zomers films vertoond.
San Pio da Pietrelcina
Tot slot nemen we een kijkje bij de San Pio da Pietrelcina, aan de Via Paolo Stoppa 12, vlak bij de bekende Camping Village Fabulous.
Deze kerk is gewijd aan de onofficiële volksheilige van Italië: Padre Pio. De kerk opende in 2010 de deuren, naar een ontwerp van de Romeinse architect Alessandro Anselmi. Hij koos bewust voor het contrast met de omgeving, want hij wilde een gebouw creëren waarvan je direct kon zien dat het een andere functie had dan de gebouwen eromheen.
Zijn kerk heeft aan de voorkant drie in elkaar doorlopende vloeiende bogen gekregen. Volgens Anselmi is dit een moderne interpretatie van de koepels waarmee in voorgaande eeuwen architecten de band met de hemel symboliseerden. Die vloeiende lijnen vind je binnen onder meer terug in het altaar.
Ook hier is er weer die sociale functie: een plein voor de kerk en grote bijgebouwen waar allerlei activiteiten kunnen plaatsvinden. Toen ik er was, vond er net een mis van de scouting plaats, een van de organisaties die de ruimtes naast de kerk mogen gebruiken.
Nog meer moderne kerken in Rome
Ben je geïnteresseerd geraakt en wil je nog meer moderne kerken bezoeken? Dan tip ik nog een paar interessante kerkgebouwen, zoals de Nostra Signora de la Salette en de San Giulio (beide in de wijk Monteverde), de San Gregorio Barbarigo (in de wijk EUR), de Santa Maria della Visitazione (Tiburtina), de Santa Maria della Presentazione (Primavalle), de San Maurizio Martire (Acilia) en de Santa Faustina Kowalska (in het noordwesten van Rome).
San Gregorio Barbarigo
Santa Maria della Visitazione
In 2025 komt er weer een jubeljaar aan. Overal in Rome zie je bouwplaatsen waar met grote affiches duidelijk wordt gemaakt dat het ongemak van nu bedoeld is voor verbeteringen die vanaf volgend jaar zichtbaar moeten worden.
Een plan zoals voor het jubeljaar 2000, om een reeks mooie nieuwe kerken te bouwen, is er dit keer niet. De ontkerkelijking wordt ook hier voelbaar, in de steeds legere kerken. Paus Franciscus heeft bovendien opdracht gegeven om beter op de centen te letten…
Grote verschillen tussen moderne kerken
Tot slot nog drie algemene opmerkingen. Ten eerste: de verschillen tussen die nieuwe kerken zijn enorm groot, groter dan in het verleden. In vroeger eeuwen was er bij de bouw van een kerk nog sprake van een zekere worteling in een traditie.
Of het nu de romaanse stijl was, een kerk uit de renaissance of een barok gebouw, de kerken uit al die periodes leken op elkaar. Die uniformiteit in de tijd is grotendeels verdwenen.
Natuurlijk zijn er minimumeisen. Zo moet het altaar drie treetjes hoger staan dan de rest en is een klokkentoren als baken nog altijd gewenst. Maar de moderne kerken zijn, veel meer dan in het verleden, de expressie geworden van een individuele architect.
Daardoor zijn er ook zo veel verschillende vormen te vinden in wat er de afgelopen jaren is gebouwd. Dat wordt prachtig geïllustreerd door bijvoorbeeld de de Santa Maria della Presentazione en de Santa Faustina Kowalska.
Een andere plaats voor het altaar
Veranderingen binnen de rooms-katholieke kerk hebben soms ook voor een verandering in de architectuur gezorgd. Dat wordt vooral zichtbaar in de plaats van het altaar.
Het Tweede Vaticaanse Concilie, dat van 1962 tot 1965 in Rome werd gehouden, heeft veel veranderd. Er kwamen bijvoorbeeld missen in de volkstaal in plaats van in het Latijn. De priester droeg de mis niet langer op met de rug naar de gelovigen, maar met zijn gezicht naar hen toe.
De mis wordt opgedragen samen mét de kerkgangers, was de nieuwe gedachte. Een mis was niet een onderonsje van de voorganger met God waar de rest van de kerk naar kijkt. Dat heeft rondere vormen mogelijk gemaakt.
Zo staat het altaar vaak niet langer aan het einde van een rij stoelen en banken, maar min of meer tussen de geloofsgemeenschap.
Nieuwe kerken voor de buitenwijken
Tot slot nog een opmerking over de plaats waar de nieuwe kerken zijn gebouwd. In het historisch centrum van Rome was geen extra kerk meer nodig. Daar kom je immers bijna op elke straathoek al een kerk tegen.
De nieuwe kerken zijn neergezet in de woonwijken die na de oorlog zijn gebouwd voor alle nieuwe inwoners van de stad. Een aantal ervan ligt nog binnen de achtenzestig kilometer lange ringweg rondom de hoofdstad. Maar Rome is over de Grande Raccordo Anulare heen gegroeid. Tussen die nieuwe woonblokken en huizen zijn ook nieuwe kerken gekomen.
Opvallend is overigens dat het bijna nooit alleen om een kerk gaat. Meestal staat de eigenlijke kerk op een veel groter stuk grond, met bijgebouwen voor de sociale functies die de kerk in een wijk wil vervullen, van ruimte voor de scouting, zalen voor theater (zoals bij de Santi Aquila e Priscilla) en film en speelruimte voor kinderen. Zo is elke nieuwe kerk een grote aanwinst voor de wijk.’