Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Een onvergetelijke verjaardag in de Gargano

Na een voorjaar in en om hun eigen trullo in Puglia, kunnen Frans en zijn vrouw Anna er eindelijk weer op uit. Voor Frans’ verjaardag rijden ze naar de Gargano, het ‘spoor’ van de Italiaanse laars.

Frans: ‘Om mijn verjaardag te vieren, besloten we een tripje naar de Gargano te maken, in het noorden van Puglia. Deze bultvormige uitstulping in de kustlijn laten we normaal gesproken rechts liggen (als we naar het noorden rijden) of links liggen (als we weer naar huis gaan). Jammer, want het is een bijzonder mooi deel van Italië.

Heel lang geleden raakten we er al eens verzeild. Een rustieke boer met een grote snor, Giovanni geheten, die we hier bij ons in de buurt hadden leren kennen, liet ons weten dat hij graag met ons naar de Gargano wilde rijden omdat we een handig bestelbusje hadden.

Hij wist aan de rand van het Foresta Umbra (een enorm bos en natuurreservaat waarmee het grootste deel van de Gargano is bedekt) velden vol oregano te vinden en hij wilde met ons daar zo veel van plukken dat we de auto ermee vol konden laden. Eenmaal thuis zouden we dan de buit verdelen en scheppen geld verdienen met het verkopen van bosjes gedroogde oregano.

We  vertrokken ‘s nachts rond drie uur zodat we na een tocht van ongeveer driehonderd kilometer rond zes uur ‘s ochtends op de plaats van bestemming zouden zijn. Dat was vanwege het warme weer het beste tijdstip om oregano te plukken.

Mijn toch al droomachtige beleving van Italië werd nog vele malen sterker toen ik met Anna en Giovanni door de pikzwarte nacht reed. Langzaam verscheen er een totaal nieuw landschap vanuit de dageraad: enorme, kale vlaktes met daarachter aan de horizon een hoge bergketen.

Toen we de slingerende wegen over de eerste heuvels richting het reservaat opreden was het al bijna licht en bevonden we ons te midden van een indrukwekkende variëteit aan bomen en planten. En toen we volgens de aanwijzingen van Giovanni een landweggetje  opreden, kwamen we bij een paar veldjes die inderdaad helemaal vol stonden met het begeerlijke kruid.

We waren verbijsterd. Oregano is een plant die je bij ons her en der in kleine plukjes tegenkomt, maar nooit in deze krankzinnige hoeveelheden. Ook waren de planten twee keer zo hoog als de plantjes die wij kenden en bloeiden ze overdadig.

Er hing een zoete, dronken makende geur. We plukten zoveel als we konden maar hadden al gauw in de gaten dat we, om het laadruim van de bus vol te krijgen, de hele dag zouden moeten plukken en de zon begon al behoorlijk te branden. Omdat we bovendien tolden van de slaap, vonden we het na twee uur welletjes en begonnen we aan de tocht terug naar huis.

We hadden een voorproefje van de Gargano gekregen en begrepen wat een bijzonder gebied het is. Op de terugweg konden we zien wat op de heenweg nog in duisternis gehuld was geweest. Vanaf Margherita di Savoia reden we langs roze meren waarin grote aantallen flamingo’s stonden. Opnieuw leek het alsof ik droomde.

Even later zagen we waarom het water roze was: uit deze meren werd zout gewonnen. En niet een snufje: grote, witte zilte bergen lagen in de zon te drogen, klaar om verwerkt te worden.

Toen we Giovanni thuis afzetten, hielden we een paar bosjes oregano voor onszelf, lieten de rest bij hem achter en wensten hem en zijn vrouw een lucratieve handel toe.

Mijn recente verjaardagstrip naar de Gargano was zonder economische belangen. Ik reserveerde via internet een kleine woning in Rodi Garganico voor een nacht, Anna maakte een picknick klaar en we vertrokken. Weer reden we door het zout/flamingogebied. We zagen nu ook andere steltlopers zoals een lepelaar, kluten en een ooievaar.

Op de rand van de Gargano, de streek rond Foggia en Manfredonia, heerst een sfeer van verlatenheid. Er zijn veel eindeloos grote landerijen waarop helemaal niets verbouwd wordt en waar wel tomaten of andere groenten worden geoogst. Meestal worden groepen zwaar onderbetaalde arbeiders ingezet om dat te doen.

De paar huizen die hier en daar staan, zijn vaak halverwege de bouw verlaten en vervolgens ingestort. Wat een schril contrast met de adembenemende schoonheid die we slechts een paar kilometer naar het oosten aantreffen, als we dezelfde kronkelende wegen oprijden die ons destijds met Giovanni naar de oreganovelden brachten.

Hoe dieper we het natuurgebied inrijden, hoe veelkleuriger de omgeving wordt en hoe dichter de begroeiing. Op een gegeven moment bevinden we ons alleen nog maar in tunnels van duizenden soorten groen. Dankzij de mooie, niet te warme lente waarin het af en toe een beetje heeft geregend, heeft er een explosie van bloemen plaatsgevonden.

Zo eind mei, begin juni is de beste tijd voor dit soort tochtjes, ook omdat er nauwelijks toeristen zijn. Ik kijk mijn ogen uit. Dat dit nog bestaat! Echte, ongerepte, allesoverwoekerende natuur. Zelfs al zitten we in een auto, we hebben toch het gevoel er deel van uit te maken.

Kilometers lang komen we niemand tegen, er staan alleen hier en daar wat koeien te grazen. Zoals altijd wanneer we gegrepen zijn door de charme van een gebied, vraagt Anna of ik ons huis zou willen ruilen met een huis in deze streek. Zoals altijd antwoord ik nee. Ik ben erg gehecht aan de plek waar wij wonen en zal al het werk wat we aan ons huis hebben verricht niet licht vergeten.

Bovendien is de Gargano nu mooi, maar in de winter kan het gemeen koud worden en als het sneeuwt zouden we met alle steile wegen die hier zijn meer dan eens geïsoleerd komen te zitten. Er is hier weinig of geen infrastructuur en dat is prachtig voor natuurliefhebbers zoals wij, maar niet erg handig.

We nemen de weg van Monte Sant’Angelo naar Rodi Garganico, dwars door het reservaat. Het is regenachtig maar dat is niet erg. Het maakt de beelden van dit magische bos alleen nog maar sprookjesachtiger. Wolkenflarden dalen letterlijk neer op de grillige boomsilhouetten en drukken zwaar op de velden vol varens.

In de buurt van Rodi Garganico klaart het enigszins op. We krijgen zo een goed beeld van de bijzondere ligging van de stad: hoog op een heuvel die boven het strand uittorent, zodat je een groot deel van de kustlijn kunt zien.

Rodi biedt verder wat alle toeristische plaatsjes bieden. Een paar supermarkten, wat cafés en behoorlijk veel souvenirwinkels. Ons appartementje is niet meer dan een gemeubileerde garage, maar heeft wel een badkamer en een keukentje en daarin kan ik met een paar bij de supermarkt gekochte etenswaren iets lekkers klaarmaken.

De volgende dag worden we gewekt door een stralende zon. We hebben besloten om via de kust langzaam terug te rijden. Gargano heeft  maar een paar grote kustplaatsen, zoals Peschici en Vieste, die zeker de moeite waard zijn om te bezoeken, maar dat zou vandaag teveel tijd kosten.

We rijden dus voornamelijk over kronkelige kustwegen hoog boven zeeniveau (vaak hoger dan 750 meter!) en krijgen het ene fantastische uitzicht na het andere te zien. De tocht overtreft mijn stoutste verwachtingen. Wat een prachtig verjaardagscadeau, dat ik in plaats van een traktatie met onderstaande foto’s graag met jullie deel.’

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *