Tijdens haar verblijf bij Naturas – Casette nel Bosco laat eigenaresse Stefania Saskia de mooiste plekjes van de omgeving zien, die Saskia op haar beurt met jullie deelt.
Eerder nam ze jullie al mee naar Saluzzo, naar het Castello della Manta en naar de Abbazia di Santa Maria di Staffarda. In dit artikel wandel je over de middeleeuwse Ponte del Diavolo van Dronero, proef je de zalige koekjes van Cavanna en wandel je tussen de stenen ‘paddenstoelen’ in het Riserva Naturale dei Ciciu del Villar.
De Ponte del Diavolo in Dronero
Saskia: ‘De brug over de Maira is gebouwd in 1428. Oorspronkelijk als ophaalbrug, maar in 1810 werd de brug verbreed en ging het ophaalprincipe verloren.
Al van veraf zie je de Ghibellijnse kantelen, van de hand van bouwmeester Magiser Antonius. Althans, zo luidt het officiële verhaal…
Volgens de legende is ook de duivel verantwoordelijk voor de bouw van de brug, net als bijvoorbeeld bij de brug in Cividale del Friuli (Friuli-Venezia Giulia) en in Borgo a Mozzano (bij Lucca, in Toscane).
Na verschillende mislukte pogingen om de brug te bouwen, vroegen de inwoners van Dronero de duivel om hulp. Die was daar wel voor te porren, maar in ruil wilde hij de eerste ziel die de brug zou oversteken.
Nadat de brug was voltooid, lieten de dorpelingen een hond over de brug lopen. De duivel was woedend en ging ervandoor, al zou hij af en toe nog even rond de brug komen spoken… Gelukkig is Maria ook aanwezig!
Neem je liever een spannender brug over de Maira? Zet dan deze hangbrug tussen de gehuchtjes Monastero (Dronero) en Morra op je lijstje!
De zalige koekjes van Mulino della Riviera
Vanaf het panoramaterras waar we op weg naar de Ponte del Diavolo even halt houden, zien we de Mulino della Riviera liggen. Bij deze historische watermolen worden verschillende soorten graan gemalen, waarvan verderop de Cavanna-koekjes worden gebakken.
De molen dateert van eind vijftiende eeuw. In eerste instantie waren het de Benedictijner monniken die de waterkracht van het Comella-kanaal gebruikten om de molen aan te drijven.
In de zeventiende eeuw kwam er een tweede waterrad bij, omdat de vraag naar meel enorm was toegenomen. De Mulino della Riviera was in die tijd de grootste van de gehele Valle Maira.
We maken kennis met molenaar Fabrizio Cavanna, die de lang verwaarloosde watermolen eigenhandig restaureerde en weer tot leven wekte. Hij laat ons zien hoe het er binnen in de molen aan toe gaat. De molenstenen malen via een ingenieus systeem graankorrels van verschillende dikte tot allerlei soorten meel.
Een deel daarvan is te koop, maar een groot deel wordt gebruikt voor de productie van de buonissimi biscotti. Fabrizio laat ons diverse koekjes proeven, met hazelnoot, chocolade, appel of pompoen!
Wil je deze koekjes ook proeven? Je vindt de koekjes in Dronero en omstreken bij veel verschillende bars, bakkers en delicatessenzaken. Er is sinds kort ook een heuse Biscotti Cavanna-winkel in Saluzzo, aan het Piazza Garibaldi 18.
Ook kun je net als Stefania en ik de molen bezoeken. Via deze link vind je alle details.
met dank aan Biscotti Cavanna voor een aantal foto’s
Historische blauweregen
Na de duivelse brug en goddelijke koekjes bewonderen we de ruim honderdjarige glicine, blauweregen, op het Piazza Martiri della Libertà.
De blauweregen werd ook vereeuwigd op enkele historische foto’s van het bezoek van premier Giovanni Giolitti aan Dronero. Hij is in de loop der tijd uitgegroeid tot een van de symbolen van de hoofdstad van de Valle Maira.
Veel toeristen stoppen om foto’s te nemen. Tijdens ons bezoek heeft hij zijn beste tijd al gehad, maar het moet prachtig zijn om hem in volle bloei te zien!
Riserva Naturale dei Ciciu del Villar
Niet ver van Dronero bezoeken we het natuurreservaat Ciciu del Villar. Dit beschermde gebied van ruim zestig hectare is bekend vanwege een bijzonder erosieverschijnsel. Je vindt er namelijk ruim vierhonderdvijftig unieke rotsformaties.
De grootte van deze formaties kan variëren. Sommige zijn tien meter hoog, andere komen net tot een meter. De diameter van de basis varieert van een tot wel zeven meter, terwijl die van het ‘dak’ wel acht meter kan zijn!
Deze stenen formaties kregen de naam ciciu, poppen in lokaal dialect. Wij vinden de geërodeerde rotsen echter meer op paddenstoelen lijken. Het zijn enorme stenen kolossen die tussen de bomen opduiken,
Naast deze geologische creaties vind je in het natuurgebied een enorme verscheidenheid aan flora en fauna, die wisselt met de seizoenen.
De Riserva Naturale dei Ciciu del Villar kan het hele jaar door worden bezocht. Je kunt op eigen houtje rondwandelen, maar desgewenst zijn er ook rondleidingen mogelijk.
Alle informatie als openingstijden, toegangsprijzen en bereikbaarheid vind je op de website van de Riserva Naturale dei Ciciu del Villar.
Stenen soldaten
Hoewel de stenen poppen of paddenstoelen zijn ontstaan door erosie, mag een mooie legende over hun oorsprong niet ontbreken. Volgens de overlevering was de heilige Constantius, de beschermheilige van Villar, een Romeinse soldaat.
Rond de vierde eeuw na Christus was hij, samen met zijn metgezellen Dalmazzo, Chiaffredo en Magno, een van de eerste martelaren die de christelijke leer predikten in de valleien van Cuneo.
Toen hij hiervoor opgejaagd werd door Romeinse soldaten, zou hij zich naar hen hebben omgedraaid en hebben gezegd: ‘O onverbeterlijken, o droevigen met een stenen hart! In naam van de ware God vervloek ik jullie, jullie verworden tot stenen!’
Zo gebeurde het dat honderd soldaten onmiddellijk in steen veranderden en sinds die dag onbeweeglijk in het bos van Villar staan…
Jaloerse dorpsgenoten
Een andere legende zegt dat Costanzo, geboren en getogen in een arm gezin, besloot een kerk te bouwen om de inwoners van het gebied te verenigen. ‘s Nachts begon hij keien en hout te verzamelen, die hij vervolgens vervoerde met de ossen van zijn meester.
Enkele dorpelingen zagen dat en vertelden het aan de meester, die Costanzo besloot te volgen. Hij zag dat de jongen als bij toverslag de rivier de Maira overstak, over een brug die plotseling tevoorschijn was gekomen door een simpele aanraking van een rieten stok die hij bij zich droeg.
Geschrokken verbood hij Costanzo om zijn beesten te gebruiken, maar toen de ossen plotseling ernstig vermagerden en er meerdere onverklaarbare gebeurtenissen plaatsvonden, kwam hij op zijn beslissing terug.
De jongen werd door de meeste inwoners bewonderd om zijn werk, behalve door een paar afgunstige dorpelingen die hem verhinderen stenen uit de rivier te verzamelen en hem bedreigden met bezems.
Om zich te verdedigen, gooide Costanzo een handvol zand naar hen, waardoor de mannen veranderden in stenen poppen. De jongen slaagde er zonder hun bemoeienis in om de kerk te voltooien, die vandaag de dag nog steeds zijn naam draagt.’