Ongeveer tien kilometer buiten Saluzzo rijzen midden in het groen de contouren van de Abbazia di Santa Maria di Staffarda op, omringd door de valleien van de Monviso, met daarachter de besneeuwde bergtoppen.
Het is een van de mooiste middeleeuwse kloosters van Piemonte, maar het was ook lange tijd een van de belangrijkste abdijen van de streek. Nu wonen er geen monniken meer, al wijzen ze je in een komische zwart-wituitvoering op interessante plekken waar de audioguide meer over vertelt én op gevaren als gladde vloeren of ongelijke trappetjes.
Struinen langs de monniken van Staffarda
Bij de kassa worden we niet alleen verwelkomd door een aantal vrijwilligers, maar ook door een tiental katten die de warmte opzoeken. Buiten regent het namelijk hard en de wind is onbarmhartig guur.
De katten zijn hier kind aan huis. Nu de abdij geen onderdak meer biedt aan de Cisterciënzer monniken, heeft een aantal katten hun plek ingenomen. Inmiddels huist er een heuse kattenkolonie, die door de vrijwilligers verzorgd wordt.
Stefania van Naturas, waar we een week verblijven, heeft geregeld dat we een rondleiding krijgen van Valentina Strocco van DialogArt, die vanwege het weer iets verlaat is. We dwalen daarom alvast aan de hand van de bordjes met monniken en de audioguide door het chiostro, de verstilde – en nu helaas ook verregende – kloostergang, omringd door de sacristie, de kapittelzaal en de refter.
Van desolaat moerasgebied tot religieuze en economische spil
Als Valentina arriveert, neemt ze ons mee naar de kloosterkerk, waar ze ons beschut tegen wind en regen in het kort de geschiedenis van de abdij vertelt.
Wat direct opvalt als je door de kerk loopt, is de asymmetrie. Geen enkele zuil is hetzelfde. Dat was een bewuste keuze, zo vertelt Valentina. Perfectie is namelijk voorbehouden aan het goddelijke. Het interieur van de abdijkerk symboliseert de diversiteit van het menselijke, als nederige opstelling jegens God.
Ooit was de plek waar de abbazia nu staat een desolate plek, deels moeras en deels bos. Tussen 1122 en 1138 verrees het eerste deel van de abdij.
Het kostte de Cisterciënzer monniken – die volgens hun kloosterregels handarbeid als centraal onderdeel zien van hun spirituele leven – bloed, zweet en tranen om dit stuk grond te ontginnen.
Al snel werd Staffarda een religieuze én agrarische kern van belang, waar gebed hand in hand ging met landbouw. De monniken kregen talloze stukken land geschonken, die ze niet allemaal zelf konden blijven bewerken.
Ze verpachtten een deel en met het geld dat binnenkwam, verstrekten ze leningen, net als onze huidige banken. Rondom de abdij ontstond een kleine borgo vol bedrijvigheid.
Langzaam maar zeker werd de Abbazia di Staffarda de spil van het omliggende platteland, met zowel een groot religieus als economisch belang.
Verwoest door de Fransen
In 1606 werden de monniken die toentertijd in de abdij woonden door abt Scaglia di Verrua ontslagen. Monniken van een andere orde, die de Cisterciënzer kloosterregels nog strikter naleefden, namen de abdij onder hun hoede.
Toch zette het verval van de abdij door, met name na 18 augustus 1690, toen de Fransen de abdij binnenvielen en een groot deel van het archief, de bibliotheek, een deel van de kloostergang en de refter verwoestten.
Pas ruim zestien jaar later werden de Fransen verdreven. De abdij lag in puin en het zag er niet naar uit dat ze net als een feniks uit haar as zou herrijzen.
Tussen 1715 en 1734 werd er toch een en ander gerestaureerd. In 1750 kwam de abdij in opdracht van paus Benedictus XIV in handen van de Ordine Mauriziano in Turijn, die ervoor heeft gezorgd dat de abdij haar tijdloze charme heeft behouden en bezoekers kan verwelkomen om deze spirituele middeleeuwse plek te bezoeken.
Een kijkje in de kloosterkerk
Opvallend is het asymmetrische roosvenster, dat wordt gezien als symbool van Staffarda. Verder is de kerk vrij sober, zoals de Cisterciënzer leer voorschrijft. Het gaat niet om de schoonheid, om de pracht en praal, maar om de functie van deze plek.
Eerlijk gezegd vinden wij zo’n eenvoudig interieur vaak mooier dan al die overdaad. Zeker de combinatie van (bak)stenen geeft een warme sfeer.
De enige uitzondering op dit sobere interieur is het majestueuze altaarstuk uit 1531. Het is van de hand van Pascale Oddone, zoals in de rode cirkel op een van de houten panelen te lezen is. Deze Oddone verguldde meesterlijk gesneden beeldjes van hout om het leven van Maria uit te beelden, aan wie de abdij is gewijd.
Er stonden ook ooit mooie koorbanken met houtsnijwerk, maar die zijn weggehaald en verdeeld tussen de San Vittore in Pollenzo en het Museo Civico d’Arte Antica in het Palazzo Madama in Turijn.
Slaapcellen, een filmset en een school
Vanuit de kerk leidt een trap naar de bovenverdieping, waar de monniken sliepen. Valentina neemt ons mee naar boven, waar nog maar weinig herinnert aan de cellen.
Er is nog één cel over; de andere cellen zijn na het verval van de abdij samengevoegd tot iets grotere ruimtes, waar hele gezinnen woonden.
Flarden behang en een hek van papier herinneren nog aan de opnames van een aantal Italiaanse films en series, waarvan Non uccidere de bekendste is. Eerder diende de abdij ook als decor voor de opnames van films over Maria Montessori en Adriano Olivetti.
Even verderop is een deel van de bovenverdieping ingericht als school, die nog tot juni 1996 in gebruik was voor de kinderen van de borgo, zoals een ingelijst lesrooster onthult.
Deze bovenverdieping is overigens normaal gesproken alleen tijdens de tweede zondag van de maanden mei, juni, juli, augustus, september en oktober te bezoeken. Dan kun je daar indien mogelijk rekening mee houden voor het plannen van je bezoek.
Een enorme walvis en ruim duizend vleermuizen
Naast katten herbergt de Abbazia di Staffarda nog veel meer dieren. In het chiostro hangt een rib van een walvis.
Volgens de overlevering behoorde het toe aan een enorme walvis die door God werd gezonden om de Cisterciënzer monniken te voeden tijdens een ernstige hongersnood. Ze zouden er veertig dagen van hebben kunnen eten…
Uiteraard is het waarschijnlijk geen echte walvisrib, maar een wervel van een prehistorisch dier – al levert dat niet zo’n mooi verhaal op…
Aan de overkant, naast de vroegere schrijfruimte van de monniken, hebben meer dan duizend vleermuizenvrouwtjes hun intrek genomen in een ruimte die dienst doet als kraamkamer.
Rond half juni worden de kleintjes geboren, waarna de moeders zodra het donker wordt af en aan vliegen om ze te voeren. De omgeving van de abdij is ’s zomers dan ook zo goed als muggenvrij, ondanks het feit dat dit ooit moeras was.
Eind september vliegen ze allemaal uit, waarna de vrouwtjes in de lente weer terugkeren om tijdens hun zwangerschap te profiteren van de rust van de abdij.
Bezoek de Abbazia di Santa Maria di Staffarda
Je vindt de Abbazia di Santa Maria di Staffarda aan het Piazza Roma in Staffarda (Revello). De abdij is van dinsdag tot en met zondag te bezoeken, van 9.00 tot 12.30 uur (laatste toegang om 12.00 uur) en van 13.30 tot 18.00 uur (laatste toegang om 17.30 uur).
Voor kinderen is er een leuke speurtocht die ze in en om de abdij op zoek laat gaan naar unieke plekken. Deze speurtocht kun je ter plekke op een mobiele telefoon starten, via deze link. Ook de bordjes met de monniken vallen bij de jongste bezoekers zeker in de smaak.
Via de Facebookpagina van de Abbazia di Staffarda blijf je op de hoogte van evenementen. Zo komen de monniken van het Monastero Dominus Tecum Pra’d Mill regelmatig vespers zingen. Een magische ervaring!
met dank aan Valentina Ponzio & Geeske Punt voor een aantal foto’s