Crespi d’Adda is misschien geen naam die bij veel Italië-liefhebbers een belletje doet rinkelen, maar dit bijzondere stukje Italië in Capriate San Gervasio, ten zuidwesten van Bergamo (Lombardije), staat sinds 1995 op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Het is een prachtig en uitzonderlijk voorbeeld van het fenomeen company towns. Het idee voor deze company towns ontstond in de negentiende en twintigste eeuw in Europa en Noord-Amerika. Aan de basis van het idee ligt een filosofie waarin de behoeften van werknemers centraal worden gezet. De allereerst company towns in Europa, bestaande uit fabrieken en huizen voor de werknemers en hun familie, werden gebouwd in België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Het duurde tot de eenwording van Italië, in 1861, voordat de company towns ook in de laars in zwang raakten. Naast Crespi d’Adda werden ook Leumann (in Colegno, vlak bij Turijn) en Rossi (in Schio, ten noorden van Vicenza) gebouwd, maar deze company towns hebben geen plek op de Werelderfgoedlijst.
Crespi d’Adda is de meest complete, karakteristieke en best bewaard gebleven company town van heel Europa. Het is een unieke stad die in de loop der jaren nauwelijks is veranderd en waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan.
De geschiedenis van Crespi d’Adda begint in 1875, toen Cristoforo Benigno Crespi, een textielfabrikant uit Busto Arsizio, één vierkante kilometer vallei kocht tussen de rivieren Bembo en Adda, vlak bij Capriate San Gervasio, met de bedoeling om daar een katoenmolen te bouwen.
Begin 1878 bouwde Cristoforo de eerste huizen rondom de molen. Het waren grote huizen met drie verdiepingen, zodat er meerdere werknemers met hun gezinnen konden wonen, naar het voorbeeld van andere company towns.
De stad werd zowel genoemd naar de familie Crespi als naar de rivier Adda. Zoon Silvio had andere en veel duidelijkere ideeën over de ideale company town dan zijn vader. Toen Silvio in 1889 in zijn vaders voetsporen trad, veranderde hij dan ook het concept en bouwde hij het idee van de company town verder uit. Zo wilde hij af van de grote huizenblokken waar meerdere gezinnen in woonden. Hij zag veel meer in kleinere eengezinswoningen met een eigen tuin. Volgens Silvio zou dat de harmonie onder de werknemers bevorderen en conflicten tegengaan.
Toen het nieuwe concept in 1892 eenmaal was gerealiseerd, lukte het Silvio om sociale onrust en stakingen vijftig jaar lang buiten de deur te houden. De stad breidde zich in de loop der jaren steeds verder uit. In aanvulling op de kleine huisjes werd er ook gezorgd voor gratis elektriciteit en kwamen er onder andere openbare toilet- en wasruimtes, een medische kliniek, een school, een klein theater, een sportcentrum en een consumentencoöperatie.
De Crespi-familie hechtte ook grote waarde aan de aanwezigheid van een dokter en een priester in de stad, die werden ingehuurd om de lichamelijke, mentale en spirituele gezondheid van de medewerkers te bevorderen, hetgeen de productiviteit ten goede kwam. Er kwamen ook gebouwen die een meer symbolische waarde hadden, zoals een kerk, een kasteel (waar de Crespi-familie woonde) en een nieuw kantoorgebouw.
Crespi d’Adda floreerde en in de hoogtijdagen werkten er ruim drieduizend werknemers in de fabriek. Totdat in 1929 de grote economische crisis toesloeg en Crespi d’Adda geconfronteerd werd met een streng begrotingsbeleid, opgesteld door de fascistische regering. De gevolgen waren desastreus en de Crespi-familie werd gedwongen om de hele stad te verkopen aan STI, een grote Italiaanse textielonderneming.
In 1970 verkocht STI op zijn beurt Crespi d’Adda aan het bedrijf Rossari e Varzi, waarna het stadje in handen kwam van speelgoedfabrikant Legler, die de meeste huizen verkocht. Daarna kwam het stadje in handen van de Polli-groep, die er zo’n zeshonderd medewerkers huisvestte en werk verschafte. In 2004 sloten de fabrieken definitief hun deuren, maar in de huizen woont nog altijd een aantal afstammelingen van de oorspronkelijke arbeiders.
Het ontwerp van Crespi d’Adda is uniek. Het stadje heeft een perfect rechthoekig patroon, waarbij de straten loodrecht op elkaar staan. Crespi d’Adda is verdeeld in tweeën; de hoofdweg die van Capriate naar het kerkhof loopt, aan de rand van de stad, scheidt het residentiële gebied aan de linkerzijde, waar de Crespi-familie woonde, van het werknemersgebied aan de rechterzijde, dat gereserveerd was voor huizen, school, kerk, winkels en openbare voorzieningen.
De fabriek kreeg een lange voorgevel die uitkijkt over de werknemerswijk, waar de huizen gepositioneerd werden volgens een schaakbordpatroon en van elkaar gescheiden werden door een tuin met een hek. Toen er later huizen werden gebouwd voor werknemers in leidinggevende posities, werden deze net even daarbuiten geplaatst, in een groen gebied vlak bij de bossen ten zuidwesten van de stad.
Om haar idealen na te streven zorgde de Crespi-familie ervoor dat ze de beste architecten in huis haalde, die niet alleen een functioneel maar ook een esthetisch aantrekkelijk ontwerp konden maken. De familie werkte voornamelijk samen met Angelo Colla, Ernesto Pirovano, Gaetano Moretti en Pietro Brunati. Brunati was verantwoordelijk voor het overkoepelende stadsplan en het algehele design.
De fabriek onderging in de loop der jaren verschillende veranderingen en uitbreidingen en meerdere architecten volgden elkaar op. Pirano bouwde onder andere een kasteel voor de familie Crespi, waar ze in 1897 haar intrek nam.
De kerk werd ontworpen door architect Luigi Cavenaghi, die het Santuario Santa Maria in Piazza in het stadje Busto Arsizio, naar een ontwerp van Bramante, als uitgangspunt nam. De bouw startte in 1891 en twee jaar later schitterde een prachtige kerk in het noorden van de company town, vlak bij de school en het theater. Gaetano Moretti ontwierp een groots en indrukwekkend mausoleum in Liberty-stijl, waarin verschillende leden van de Crespi-familie zijn begraven.
Ben je nieuwsgierig geworden naar de bijzondere company town Crespi d’Adda? Breng dan een (gratis) bezoek aan het stadje en waan je tijdens een wandeling terug in de tijd. Uitgebreide informatie over deze stad en haar geschiedenis vind je op de speciale website van Crespi d’Adda.
Digitale reisgidsen voor álle unieke Werelderfgoed-plekken in Italië
Ter ere van Ciao tutti’s Werelderfgoed Weken hebben we drie digitale reisgidsen gemaakt met alle Werelderfgoed-plekken in Italië. Vanwege de omvang (in totaal beslaan de drie Specials ruim 1100 pagina’s) hebben we de Specials onderverdeeld in Noord-Italië, Midden-Italië en Zuid-Italië.
In het noorden geniet je onder meer van de Dolomieten, een unieke spoorweg, Da Vinci’s Laatste Avondmaal, kleurrijke fresco’s in Padova, de dorpjes van de Cinque Terre en het sprookjesachtige Portovenere.
In Midden-Italië prijken onder andere de portici in Bologna, de mozaïeken in Ravenna, het landschap in de Val d’Orcia, de villa’s en de tuinen van de familie De’ Medici, Assisi, Urbino, de keizerlijke tuinen in Tivoli, Siena, San Gimignano en Longobardische pareltjes in Umbrië op de Werelderfgoedlijst.
In het zuiden geniet je tot slot van de schatten in Pompeï, Herculaneum en Oplontis, het gigantische paleis in Caserta, de adembenemend mooie Amalfikust, de ongerepte Cilento, de Sassi in Matera, de trulli in Alberobello, Griekse tempels op Sicilië, letterlijk schitterende mozaïeken, barokke balkonnetjes en de kleurenpracht van de Eolische Eilanden.
Bestel de Special Werelderfgoed in Noord-Italië via deze link of bestel hier het pakket met de drie Werelderfgoed Specials (Noord-, Midden- en Zuid-Italië).
De Ciao tutti Specials zijn digitale uitgaven. Na bestelling ontvang je zowel op de website als in je e-mail een link om de Ciao tutti Special te downloaden in pdf-formaat. Je kunt ‘m vervolgens opslaan en op meerdere apparaten (computer, laptop, smartphone of tablet) van alle moois in je Special genieten.