De Via degli Abati is een religieuze wandelroute in de regio Emilia-Romagna. Dit pad, dat ook wel bekend staat als de Via Francigena di Montagna, dateert uit de vroege middeleeuwen, toen de monniken van de Abbazia di San Colombano in Bobbio over deze weg naar Rome trokken.
De in totaal ruim honderdnegentig kilometer lange route kent aanzienlijke hoogteverschillen en is dan ook vooral een tip voor geoefende wandelaars. Je loopt in ruim zeventig uur, verdeeld over verschillende dagen, van Bobbio naar Borgotaro (of Borgo Val di Taro). De route voert over muilezelpaden, karrensporen en grindpaden die slechts hier en daar overgaan in asfaltwegen.
Val Trebbia – de mooiste vallei ter wereld
Deze wandelroute loopt onder meer door de prachtige vallei van de Trebbia, omgeven door de Apennijnen. Volgens onze gids noemde schrijver Ernest Hemingway de Val Trebbia ‘de mooiste vallei ter wereld’, al is dat nergens officieel terug te vinden.
Wel zeker is dat Hemingway deze vallei in 1945 heeft doorkruist, als journalist die een gemotoriseerde colonne bevrijdingstroepen vergezelde. Hij was verrukt over de rivier die door de groene hellingen meandert en aan de horizon verdwijnt.
Brugnello – il borgo degli artisti
Als je in Hemingway’s voetsporen wil treden, bezoek dan voorafgaand aan je wandeling over de Via degli Abati Brugnello, dat ook wel bekend staat als il borgo degli artisti, het dorp van de kunstenaars.
Het dorp ligt op de top van een rotsachtige uitloper, bijna vijfhonderd meter boven de rivier de Trebbia. Zoals de bijnaam al doet vermoeden, wonen er veel kunstenaars die de restauratie van de huizen en straten op zich hebben genomen.
Het terras rondom de kerk van Brugnello biedt een magnifiek uitzicht over de bochten van de Trebbia, een van de verrassendste panorama’s van de Val Trebbia!
Eerste etappe: Bobbio en de Abbazia di San Colombano
Als je langs deze historische route reist, is een bezoek aan startplaats Bobbio aan te raden. Trek hier niet alleen snel je wandelschoenen aan, maar neem de tijd om Bobbio te verkennen. Het is namelijk een van de borghi più belli d’Italia, de mooiste dorpjes van Italië.
De geschiedenis van Bobbio begint in 614, als de Abbazia di San Colombano wordt gesticht. Later wordt deze abdij een belangrijke pleisterplaats langs de pelgrimsroute naar Rome. De monniken leggen in die tijd een omvangrijke bibliotheek aan, met schitterende manuscripten en miniaturen.
De basiliek van het klooster is te bezoeken; net als het Museo della Città dat in een aantal kloosterruimtes is gevestigd, zoals de refter, met een mooi fresco waarop de kruisiging is afgebeeld, de keukens en de grote wijnkelders.
Bezoek na de abdij ook het veertiende-eeuwse Castello Malaspina dal Verme, vanwaar je een prachtig uitzicht over de daken van Bobbio hebt. Het klooster San Francesco is eveneens de moeite waard. Wij waren vooral onder de indruk van de bijzondere chiostro, kloostergang.
Tot slot biedt de Duomo nog meer kunstschatten. Zo is in de Cappella di San Giovanni een mooie Annunciatie te zien.
Il Gobbo – de gebochelde brug van Bobbio
Even buiten Bobbio vind je tal van thermale bronnen. In San Martino is er zelfs een heus spacomplex, waar je je kunt laten verwennen met tal van wellnessbehandelingen, mocht je voor vertrek voor de Via degli Abati nog even extra op willen laden.
Rondom Bobbio vind je niet alleen ongerepte natuur die je doet geloven in het paradijs te zijn beland, maar ook een bijzondere brug van Romeinse origine die als bijnaam Il Gobbo heeft, de gebochelde.
Als je de vorm van de brug ziet, begrijp je meteen waarom: de brug telt maar liefst elf bogen over een lengte van tweehonderdtachtig meter.
Volgens recent onderzoek van de Italiaanse kunsthistorica Carla Glori zou Leonardo da Vinci zijn Mona Lisa wellicht hebben geschilderd in Bobbio, met op de achtergrond de beroemde ‘gebochelde brug’. De geschilderde dame zou volgens Glori Bianca Giovanna Sforza zijn.
Nu heeft het landschap rondom Bobbio inderdaad wel wat weg van het landschap op het beroemdste – en meest mysterieuze – schilderij ter wereld, maar of Glori gelijk heeft? Er zijn meerdere plekken in met name Toscane die beweren dat ze het decor vormen voor Da Vinci’s meesterwerk.
Tweede etappe: van Bobbio naar Coli
Vanuit Bobbio voert de Via degli Abati naar Coli, een klein bergdorp te midden van groene dennen- en kastanjebossen, in het voorgebergte tussen de vallei van de Curiasca en de hellingen van de Monte Sant’Agostino.
Alleen al vanwege de ligging, precies op de plek van de doorgang die tussen de Val Trebbia en de Val Nure kronkelt, is het de moeite waard even te stoppen bij de Spelonca di San Michele, een rotsachtig ravijn waar de heilige Colombanus zich terugtrok om te bidden. Hij zou er ook zijn gestorven, op 23 november 615.
Sinds de vroege middeleeuwen is deze rots een populaire bestemming voor pelgrims, een traditie die in 2003 weer nieuw leven werd ingeblazen.
Extra wandeltip: heb je de smaak te pakken? Dan kun je je kuitspieren alvast trainen voor de Cammino di San Colombano, die vanuit Ierland helemaal naar Bobbio voert. Alle Italiaanse etappes (vanaf Chiavenna) vind je hier.
Derde etappe: over de Sella dei Generali naar Farini
Over de Sella dei Generali daal je af naar de Val Nure. Je start met prachtig uitzicht op de Apennijnen, daarna dompel je je onder in de ongerepte natuur.
Je wandelt via Nicelli, met de overblijfselen van een middeleeuwse toren, naar Farini, dat bekend staat om een bijzondere aardappelsoort die hier wordt verbouwd, de patata di montagna di Mareto, waarvan onder meer gnocchi en aardappeltaart worden gemaakt.
Vierde etappe: omhoog naar de Monte Lama
Vanaf Farini slingert de Via degli Abati via Groppallo door de Apennijnen tot aan de Passo di Linguadà. Voor deze pas kun je een schilderachtige maar uitdagende route nemen die naar de Monte Lama (1345 meter hoogte) leidt, waar talrijke archeologische vondsten zijn gedaan.
Vanaf de top kun je op een heldere dag genieten van vergezichten over de Apennijnen en de Alpen, net als van het gezelschap van grazende paarden.
Vijfde etappe: naar het Castello di Bardi
Bij aankomst in Bardi merk je meteen dat het een belangrijk bergdorp is. Het ligt aan de samenvloeiing van de Ceno en de Noveglia en wordt gedomineerd door het machtige kasteel, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de hele vallei.
De parochiekerk heeft een verrassing: Parmigianino’s altaarstuk Lo sposalizio mistico di Santa Caterina, ook wel bekend als de Pala di Bardi.
Voor de lekkere trek stap je over de drempel van La Bottega del Parmigiano, waar ze heerlijke Parmezaanse kaas verkopen.
Zesde etappe: naar de finish in Borgotaro
De zesde en laatste etappe loopt langs de Val Noveglia, waar de Via degli Abati overgaat in de Via dei Monasteri (kloosterroute), langs verschillende kloosters en abdijen naar Borgotaro (of Borgo Val di Taro), dat bekend is om de bijzondere kwaliteit paddenstoelen.
Je vindt hier dan ook het Museo del Fungo Porcino di Borgotaro. Het is een van de nieuwste Musei del Cibo, waarbij de traditie en historie van de fungo porcino centraal staan, met onder meer authentieke recepten, prenten, films en advertenties.
foto’s: Museo del Fungo Porcino di Borgotaro
Via de Passo dei due Santi (pas van de twee heiligen) kun je ook naar Pontremoli, waar je verder kunt wandelen over de Via Francigena.
Praktische informatie Via degli Abati
Op de website van de Via degli Abati vind je meer praktische informatie, met onder meer de gpx-bestanden van de route. Uitgeverij Terre di Mezzo heeft ook een papieren gids over de Via degli Abati (ook te bestellen via Amazon).
Toe aan een nog grotere uitdaging? De Via degli Abati is ook bekend door het sportevenement The Abbots Way, een van de belangrijkste ultramarathons in de natuur (met slechts ongeveer tien procent geasfalteerde wegen).
Wandel ook de andere Cammini dell’Emilia-Romagna
De Via degli Abati is een van de Cammini dell’Emilia-Romagna, met in totaal tweeëntwintig unieke wandelroutes om de regio Emilia-Romagna te voet te verkennen.
Onlangs is ook de Via Vandelli, die Modena verbindt met Massa Carrara, officieel opgenomen in de lijst van Cammini dell’Emilia-Romagna. De Via Vandelli, die ruim honderdzeventig kilometer lang is, werd aangelegd in opdracht van hertog Francesco III d’Este.
Je wandelt in zeven etappes van de Povlakte naar de Tyrreense Zee, door de Toscaans-Emiliaanse Apennijnen en de Apuaanse Alpen, door de Garfagnana, langs onder meer het Lago di Vagli.
foto’s: Via Vandelli