Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Op ontdekking in de Majella (Abruzzo) – Agriturismo Pietrantica, Eremo di Santo Spirito & camping Dimore Montane

De Majella is het prachtige natuurgebied in het binnenland van Pescara, in de regio Abruzzo. Het gebied dankt zijn naam aan een van de hoogste bergtoppen in Abruzzo. Achter die naam gaat een groene wereld schuil: majestueus, mysterieus, onbekend maar meer dan het ontdekken waard!

Jessica ging onlangs op pad in dit berggebied vlak achter de Adriatische kust, waar de hoogste pieken van de Apennijnen de blauwe hemel in reiken en waar felgele bremstruiken kleur geven aan de groene glooiende hellingen die overgaan in scherpe kliffen. Dennenbomen en steeneiken vormen het decor voor het thuis van wolven, herten en beren.

Aan tafel bij Agriturismo Pietrantica
Jessica: ‘Als gast bij een agriturismo, bed & breakfast of ecologisch verantwoorde camping in de bossen (‘Als je iets hoort is het waarschijnlijk een hert’) ben je hier een van de weinige toeristen. Het leven is nog niet verdwenen uit de middeleeuwse dorpjes, maar de kerken en kloosters die uit de bergwand lijken te groeien, zijn verlaten.

Naar de Majella ga je niet om de highlights van je bucketlist te kunnen strepen. De Majella is er ook niet om je te paaien: ze is wie ze is, en je moet haar écht leren kennen.

Die kennismaking start voor mij bij Marisa, de enorm enthousiaste gastvrouw van Agriturismo Pietrantica in het piepkleine dorpje Decontra di Caramanico. De oude stenen schuren op de hellingen van de Majella, waar deze agriturismo in gevestigd zijn, zijn zo gerestaureerd dat het lijkt alsof alles altijd zo was: geen gedoe, veel sfeer.

Het uitzicht over de vallei (Decontra ligt op 650 meter hoogte) is prachtig. Op het terras genieten we van een perfect ‘eenvoudige’ aperitivo: prosecco met een likeur van rozenblaadjes en huisgemaakte taralli (van eveneens huisgemaakt meel, van eigen graan).

Marisa laat ons zien waar de Rosa Rugosa groeit die de prosecco zo heerlijk fris en prachtig lichtroze (en zeker niet te zoet) maakt. Nog aan de struik blijkt de roos fel fuchsiaroze te zijn, met een intense geur.

De bloem doet het goed in moeilijke gebieden en op ‘arme grond’, zoals in de duinen en in de bergen. Dat blijkt in de Majella een thema, want die ‘arme’ berggrond blijkt een bron van rijkdom!

Op het land van Pietrantica verbouwt men duurzaam. Grano solina, het sterke graan dat op de voor veel andere soorten onherbergzame berg wél groeit, heeft hier geen pesticiden nodig – het onkruid en de beestjes redden het hier niet. Het graan heeft de bergkou doorstaan, is tot meel gemalen tussen stenen gemaakt uit Majella-rotsen en staat nu op Marisa’s keukentafel.

Ze legt ons het recept uit. Uovo e farina, basta! Duidelijk. Wie wel eens pasta heeft gemaakt, weet dat voor de meest eenvoudige recepten (qua ingrediënten) toch echt wel wat skills nodig zijn. Het deeg wordt gemengd, toch een beetje water erbij, en vervolgens gekneed totdat het helemaal glad is. Come la pelle di un bambino! roept Marisa, als de huid van een kindje.

Als het te droog wordt, maak je je handen een beetje nat. Als het deeg voldoende gekneed is, is het tijd om het uit te rollen, te draaien, om te draaien en weer uit te rollen, zodat er uiteindelijk een reep deeg over de chitarra gelegd kan worden.

De ‘snaren’ waartussen je de pasta rolt (zodat deze de kenmerkende vierkantige vorm krijgt) en waaraan het instrument zijn naam dankt, laten tijdens het rollen gitaarklanken horen.

Het grano solino was een beetje vergeten, maar is in de regio Abruzzo met een comeback bezig. Duurzaam en van dichtbij willen we immers allemaal en hoewel de Majella ruig en uitgestrekt is, is dit géén uithoek waar de ‘tijd heeft stilgestaan’.

De revival is bescheiden en redelijk kleinschalig, want hoewel het graan beresterk is en als geen ander de koude berglucht kan doorstaan leent de Majella zich, zoals je zult begrijpen, niet voor het aanleggen van enorme akkers.

Net als het graan is ook het bergtoerisme aan een revival begonnen. Uiteraard ook op beperkte schaal, want hoewel steeds meer toeristen de rust en ruimte van de Majella zoeken (in stadjes als Rocciamore worden nieuwe restaurants en B&B’s geopend) is het hier absoluut nog ongerept, authentiek en origineel. Het is een beetje als de pasta alla chitarra van Marisa: er is genoeg ruimte, rust en groen voor iedereen.

Men gebruikt hier zoveel mogelijk van wat er is. Veel streekgerechten zijn ontstaan om de boeren en herders zo efficiënt mogelijk te voeden. Bij Agriturismo Pietrantica eten we (vóórdat de borden pasta alla chitarra op het met zonnebloemen bedekte tafelkleed worden gezet) knoflookstengels in olie (de stengels worden geplukt zodat alle groei naar de bollen gaat) en fritatta met orapi, wilde spinazie die groeit waar de schapen poepen. Op schijnbaar onmogelijke plekken kan toch iets heel lekkers groeien…

Eremo di Santo Spirito a Majella
… of gebouwd worden. Want een stukje verderop ligt, vlak bij Roccamorice, op ruim 1100 meter hoogte een klooster als uit een sprookje tegen de kalkstenen rotswand aan. Het is opgetrokken uit de voor deze omgeving zo kenmerkende witte steen en ook het beukenhouten hart is lokaal gewonnen.

Ooit stond hier slechts één kapel, maar beetje bij beetje werd het klooster steeds verder uitgebouwd – en later deels weer ingestort. Grote delen van het oude klooster zijn nu als ruïnes te bezichtigen.

In de oudste geschreven bron over deze plek, uit 1055, wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van de monnik Desiderio, de latere paus Victor III. In religieus opzicht een vruchtbare plek dus.

Vruchtbaarheid begint met water. Zelfs de meest vrome, strenge monniken leven niet van de lucht. Hier spoorde men een bron op door Venushaar (capelli di Venere) te zoeken. Waar deze plant groeit, vind je water. Door gleuven in de rotsen wist men het water te leiden naar de plek waar het nodig was.

Naar de apotheek in het oude klooster bijvoorbeeld, die nog duidelijk herkenbaar is aan de uit steen gehouwen wastafel en werkblad. Op zo’n afgelegen plaats was men destijds nóg afhankelijker van wat er in de buurt groeide.

Het plantje spaccapietra (‘steensplijter’, maar in het Nederlands noemen we dit plantje schubvaren, jammer) bijvoorbeeld groeit hier in de bergwand. In de allerkleinste scheuren weet het zich te nestelen en genoeg voeding te vinden (een supermooi contrast bovendien: de felle, fijne, ronde groene blaadjes tegen de witte, scherpe rotsen).

Er werden meer stenen verpletterd door dit plantje: men gebruikte het als medicijn tegen nierstenen. De plant is in de Majella bij wet beschermd. De canine-roos (hondsroos) in de tuin van het Santo Spirito-klooster bevat veel vitamine C en antioxidanten werd door de monniken gebruikt tegen virale infecties.

Het gevonden water vormde ook de helft van het dieet van de meest illustere naam die verbonden was met dit klooster. De radicale Franciscaan Pietro da Morrone (die zich later paus Celestinus V mocht noemen) was fel tegen de groeiende wereldlijke macht en rijkdom van de kerk en leefde streng en sober.

Hij stichtte de orde van Celestijnen, gooide het Santo Spirito-klooster op de schop en voegde nieuwe cellen toe, want de orde groeide. Zijn stenen bedje, uitgehakt in een van de cellen, ziet er inderdaad niet uit als dat van een levensgenieter.

Da Morrone stond er om bekend om vaak en streng te vasten en sowieso karig te eten. Hij kon dan ook niet wennen aan zijn pauselijke status. De politieke kwesties waar hij mee te maken kreeg, kon hij niet oplossen met zijn gebruikelijke methodes: vasten en bidden. Na een half jaar hing hij zijn kazuifel aan de pijnbomen en werd hij weer gewoon Pietro da Morrone (helaas voor hem sloot zijn opvolger hem vervolgens tot aan zijn dood op).

In de zeventiende eeuw werd het klooster nogmaals uitgebreid. Het ‘huis van de prins’ werd toegevoegd, waarna het klooster zich als een lint langs de bergwand omhoog en omlaag slingerde. Men had op deze plek ook geen andere keus dan zich te voegen naar de omgeving.

Met de heerschappij van Napoleon brak een moeilijke tijd aan. Veel kloosters en ordes werden onderdrukt of opgeheven en zo ook dit klooster, in 1807. Van de laatste monnik die hier woonde maakte men een portret, uitgehouwen in de rotswand.

Een brand in 1820 verwoestte een groot gedeelte van het al in verval geraakte complex. De kerk is zeer recent gerestaureerd, een proces dat nog niet volledig is afgerond.

Wil je het Santo Spirito-klooster bezoeken, dan kan dat tijdens een rondleiding die wordt verzorgd door Ripa Rossa.

Eco-glamping bij Dimore Montane
Ook op plekken waar het misschien wél zou kunnen, hoeven we de natuur niet te laten buigen. Tijdens een wandeling over het campingterrein van Dimore Montane valt meteen op hoezeer deze camping zich heeft aangepast aan de omgeving – niet andersom.

De vier vrienden die de camping samen runnen, hebben het volledig overwoekerde terrein eigenhandig gekapt en gesnoeid. Ze zijn begonnen in 2019 en dit voorjaar hebben ze de deuren van de camping geopend.

Alles gebeurt hier met respect voor de natuur en de omgeving. Wanneer je over het terrein wandelt, zal je opvallen hoe natuurlijk en organisch het geheel oogt: er is geen boom of struik teveel weggehaald. Je kampeert hier in de bossen, maar je kampeert hier ook echt ín de bossen.

Tijdens het snoeien en kappen werd er iets heel bijzonders gevonden: twee ronde, koepelvormige stenen huisjes of hutjes: tholos genoemd, naar de ronde bouwwerken met koepelvormige daken uit de oudheid.

De tholos-huisjes worden gebouwd met een ingenieus droogbouwsysteem; er wordt dus geen cement of iets dergelijks gebruikt. Ruw gevormde stenen worden concentrisch gestapeld, waarbij iedere cirkel iets kleiner is dan die eronder.

Het gat bovenin zorgt voor stevigheid (dit principe begrepen de bouwmeesters van het Pantheon al). Dit eenvoudige maar stevige ‘gewelf’ heeft in de Majella sinds oudsher beschutting geboden aan herders en boeren. Ze waren redelijk snel en eenvoudig te bouwen, waarna ze na bewezen diensten werden achtergelaten wanneer men verder trok.

Je slaapt bij Dimore Montane in glampingtenten (met heerlijk comfortabele bedden) of in hele kleine houten huisjes met zo’n groot raam dat in het bos slapen extra betekenis krijgt. Je kunt je eigen tent opzetten, je camper parkeren of voor een ‘gewone’ kamer kiezen. Welke slaapplek je ook kiest, zorg dat je de ongelofelijk mooie zonsondergang vanaf het dakterras van het hoofdgebouw niet mist.

Je bent hier op de perfecte plek om de ruige Majella te ontdekken. Vanaf de camping worden verschillende (hiking) tours aangeboden – het serieuze werk, geen wandelingen voor op je gympies.

De camping ligt middenin de natuur, maar je bent ook snel in Roccamorice (op een uurtje afstand van Pescara) en je eet op steenworp afstand heel erg lekker bij Agriturismo Tholos.

Hier serveert men schijnbaar eenvoudige streekgerechten die toch echt zo lekker zijn omdat de ingrediënten precies goed zijn. Ook voor vegetariërs of veganisten is er genoeg keuze. Maar bovenal proef je hier van de ongereptheid, de gastvrijheid en de grootsheid van de Majella – en dat smaakt naar meer!’

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *