Op 20 januari 1920 zag Federico Fellini het levenslicht in Rimini. Deze meester van de Italiaanse film – van onder meer La Dolce Vita, Roma en Amarcord – wordt honderd jaar na zijn geboorte nog altijd op handen gedragen.
Wij nemen je mee in het leven van Fellini, van Rimini naar Rome, met een koffer vol dromen, beelden en onvergetelijke verhalen.
Een kleurrijk circus
Had Fellini zijn eigen eeuwfeest hebben kunnen regisseren, dan was het vast één groot circus geworden, met kleurrijke personages, excentrieke karakters, luidruchtige Italiaanse families, sprookjesachtige scènes, dames met flinke boezems, vreemde dromen en andere vage objecten die de filmmaker als geen ander uit zijn hoge hoed wist te toveren.
Fellini werd geboren op 20 januari 1920, in Rimini, een beroemde – of beruchte? – badplaats aan de Adriatische kust. Hij maakte ruim twintig films, van Luci del varietà in 1950 tot La voce della luna in 1990. Maar liefst vier van zijn films wonnen een Oscar: La Strada (in 1954), Le Notti di Cabiria (in 1957), 8½ (in 1963) en Amarcord (in 1973).
In 1993 krijgt hij een Oscar voor zijn hele oeuvre, maar daarvan heeft hij helaas niet lang kunnen genieten. Federico Fellini overlijdt op 31 oktober van datzelfde jaar.
Het Rimini van Fellini
Amarcord is Fellini’s meest persoonlijke film. Fellini vertelt over zijn tienerjaren in Rimini, waarin kleurrijke personages de revue passeren: de sensuele Gradisca bijvoorbeeld, of Volpina, een nymfomane eersteklas. En wat te denken van een oom die door een team psychiaters uit een boom gehaald moet worden?
Fellini situeerde onder andere de films Amarcord en I Vitelloni in Rimini. Hij filmde echter niet in zijn geboortestad. In plaats daarvan bouwde hij delen van zijn geboortestad na in de filmstudio’s in Cinecittà. Thuis, in Rimini, heeft hij nog geen millimeter filmrol geschoten.
foto’s van de opnames voor Amarcord
‘Rimini è una dimensione della memoria,’ zo zei Fellini ooit. Hij verliet de stad op zijn negentiende, maar in zijn herinnering leefden de pleinen, de straten, de lantaarns en de zee voort.
Nu is het andersom en leeft Fellini nog voort in de straten van de stad, die door een spoorweg in tweeën lijkt te worden gespleten, met enerzijds de zee en het strand en anderzijds het historisch centrum met pleinen, winkels en de drukte van alledag.
Aan de kant van de zee wordt de mooiste herinnering gevormd door het Grand Hotel, op het terras waarvan de latin lovers in Amarcord de Duitse meisjes omhelzen om ze te laten dansen en waar de kinderen hen stiekem van achter de planten bewonderden.
Het Piazza Cavour, met het gemeentehuis en de Pigna, een fontein van wit marmer met een dennenappel, is het epicentrum van Amarcord. Op de rand van deze fontein zien we in de film een pauw zitten, statig.
Het mooiste eerbetoon aan Federico Fellini wordt echter gevormd door Borgo San Giuliano, een oud visserswijkje. Op de muren van de huizen vind je tal van muurschilderingen die de beroemdste scènes uit de films van Fellini tot leven wekken.
Ginger e Fred, La Dolce Vita en La voce della luna vergezellen je op je tocht door dit bijzondere stukje stad:
In 2018 opende Rimini na een lange restauratie de deuren van Cinema Fulgor, ooit Fellini’s favoriete bioscoop. Hier ziet Fellini zijn eerste film, veilig op zijn vaders knie. Dankzij deze eerste film, Maciste all’Inferno, ontvlamt Fellini’s liefde voor film.
In 2021 opende in het Castel Sismondo het Museo Fellini, een museum dat helemaal gewijd is aan het leven en werk van Federico Fellini.
Tip: bezoek ook de meest gefotografeerde fotocamera ter wereld, een circa drie meter hoog en vier meter breed monument ter nagedachtenis aan Fellini, op het Piazzale Fellini, aan de rand van het Parco Fellini. Alleen al de naamgeving maakt duidelijk dat Rimini haar filmster nooit is vergeten…
Fellini’s Romeinse dromen
Maar niet alleen Rimini diende als decor. Fellini’s naam is ook onlosmakelijk verbonden met Rome, de Eeuwige Stad. De Amerikaanse filmmaker Orson Welles, die Fellini goed kende, zei ooit: ’In reality Fellini has never arrived in Rome. He is still dreaming about Rome.’
In werkelijkheid heeft Fellini Rome echter als geen ander tot leven gebracht. Hij gebruikte de stad vaak als decor, met als bekendste Romeinse scène aller tijden Marcello Mastroianni en Anita Ekberg in de Trevifontein. Daarover verderop meer.
Van cartoonist tot cineast
We duiken eerst even in de historie. Fellini begint zijn carrière niet als filmmaker, maar als cartoonist van spotprenten. Na de oorlog heeft hij zelfs een tijdje een winkeltje in Rome, waar hij tegen betaling karikaturen van mensen tekent.
Via zijn werk als tekenaar komt Fellini in contact met Roberto Rossellini, die hem in dienst neemt als scenarioschrijver. Samen werken ze onder andere aan Roma, Città Aperta.
Fellini krijgt de smaak te pakken en gaat ook zelf films regisseren. In 1952 maakt hij Lo Sceicco Bianco. Tijdens de opnamen van deze film ontmoet Fellini Nino Rota, de musicus die gedurende de rest van zijn succesvolle carrière met hem zou blijven samenwerken.
Met I Vitelloni zet Fellini zichzelf internationaal op de kaart. Hoewel hij aanvankelijk sterk beïnvloed wordt door het neorealisme, verschuift het accent in La Strada en zijn latere films van de sociale werkelijkheid naar de psychologie, naar de fantasieën en obsessies van de hoofdpersonen.
La Dolce Vita – Fellini’s beroemdste film
Marcello Rubini (vertolkt door Marcello Mastroianni) is een columnist die la dolce vita (‘het zoete leven’) beschrijft van de high society in Rome. Op zoek naar sappige roddels en schandalen stort hij zich elke nacht in het feestgedruis van de Via Veneto.
Als de beroemde actrice Sylvia (Anita Ekberg) in Rome vertoeft, probeert Marcello met haar in contact te komen. Tijdens hun eerste ontmoeting valt hij onmiddellijk voor haar uitdagende uitstraling.
Aangetrokken door de levenswijze van de rijken in Rome vraagt Marcello zich af waarom hij niet net zo vrij en uitbundig kan leven als zijn vriend Steiner. Totdat hij ontdekt dat in al die nachten vol drank en seks een diepe tragiek en verdriet sluimert…
Als La Dolce Vita in 1960 verschijnt, veroorzaakt de film behoorlijk wat ophef, met name door de wijze waarop het decadente leven in Rome werd verbeeld. Het Vaticaan eist een verbod op het vertonen van de film.
Ondanks – of misschien wel juist door – deze ophef is La Dolce Vita wereldberoemd geworden, net als de in de Trevifontein dansende Anita Ekberg. Deze scène wordt vaak opgevoerd als een illustratie van Fellini’s ongebreidelde (erotische) fantasie, maar Ekberg stond al twee jaar voordat Fellini haar vroeg voor de rol van Sylvia als fotomodel in de fontein.
Fellini liet zich inspireren door een serie foto’s die in september 1958 werden gepubliceerd in Il Tempo. Op deze foto’s zie je Anita Ekberg al baden in de Trevifontein – iets wat Fellini haar graag over liet doen voor zijn mythische film.
De romantische scène was in werkelijkheid overigens helemaal niet zo romantisch. Marcello Mastroianni en Anita Ekberg kregen namelijk helemaal niet de gelegenheid elkaar te zoenen.
Het koppel werd echter zo populair dat men de mythe van de kus in de Trevifontein graag in stand hield, onder andere door foto’s te verspreiden waarop de lippen van de twee elkaar lijken te raken in een vlinderlichte kus. Een soort Photoshop avant la lettre, waarbij de fotograaf bewust voor een andere hoek dan de cameraman koos.
Het opnemen van dit filmfragment was zelf ook verre van romantisch. Het was steenkoud en ondanks de lieslaarzen die Anita Ekberg aantrok, liep ze een flinke verkoudheid op. Dat is natuurlijk slechts een kleinigheid in ruil voor eeuwige roem, maar toch…
Naast Anita Ekberg heeft ook Marcello Mastroianni voor een langdurige invloed gezorgd. De fotograaf die het leven van de beroemdheden aan de Via Veneto moest vastleggen, werd door Fellini namelijk Paparazzo gedoopt, een naam die uiteindelijk is verworden tot de soortnaam van lastige, opdringerige fotografen.
Fellini’s thuis in Rome
In La Strada, die wordt bekroond met een Oscar voor de Beste Buitenlandse Film, speelt Fellini’s vrouw Giulietta Masina de hoofdrol. Later speelt zij ook in Giulietta degli Spiriti. Deze film toonde een surrealistische kijk op het huwelijk, waarbij de gelijknamige hoofdpersoon, Giulietta, het overspel van haar man ontdekt en op eigen benen leert te staan.
Daarna verschijnt Giulietta pas in 1985 weer in een film van haar man, als Ginger in Ginger e Fred, waarin ook Rosita Steenbeek een kleine rol had.
Federico Fellini woonde samen met zijn vrouw aan de Via Margutta, niet ver van de Spaanse Trappen. Op nummer 110 prijkt nog altijd een marmeren bordje aan de gevel, van de hand van er marmoraro die verderop in de straat huist.
De tekst die erbij staat brengt het unieke karakter van de Via Margutta meer dan treffend tot uiting:
Quante strade rare e belle
so l’orgoglio dé sto monno
che t’incanti ner vedelle.
Io però sai che risponno?
Via Margutta ormai è lampante
che le batte tutte quante
perché è unica e speciale
e ner monno nun c’è uguale!
In vrije vertaling: ‘Zoveel zeldzame en mooie straten zijn de trots van deze wereld, ze betoveren je zicht. Maar weet je wat ik daarop zeg? Via Margutta, zoveel is nu duidelijk, verslaat ze allemaal, want ze is uniek en speciaal, en in de wereld kent ze geen gelijke!’
Fellini ging ’s ochtends graag naar Caffè Canova, aan het Piazza del Popolo, dat voor hem een soort van kantoor was. Hier ontmoette hij collega’s, onder wie Pier Paolo Pasolini, om te praten over films. In het café vind je nog altijd veel foto’s van Fellini.
Fellini’s filmstudio in Cinecittà
Fellini’s tweede thuis was Cinecittà, waar de filmstudio’s van Rome gevestigd waren. Je wordt er verwelkomd door Venusia, een gigantisch hoofd dat door Danilo Donati werd gemaakt voor de openingsscène van Fellini’s Casanova (1976).
Op het terrein van Cinecittà was Teatro 5 ’zijn’ studio. ’Teatro 5 is de ideale plek, het is de ultieme emotie die je kippenvel bezorgt en in extase brengt. Dat is wat ik voel als ik in het lege theater sta, een ruimte om te vullen, een wereld om te creëren,’ aldus Fellini.
In Teatro 5 bouwde Fellini zijn Rimini na, maar ook een groot deel van Rome verrees hier. Zo werd een groot deel van La Dolce Vita in Teatro 5 gefilmd – en niet in de stad zelf. Een van de uitzonderingen is de scène in de Trevifontein, want deze fontein nabouwen in een filmstudio, dat kreeg zelfs Fellini niet voor elkaar…
Hij had er wel een klein appartement en na zijn dood werd hij er een aantal dagen opgebaard, zodat zijn vrienden, collega’s en fans hem de laatste eer konden bewijzen. Toen een journalist hem ooit vroeg waarom hij altijd in Cinecittà was, schijnt hij geërgerd te hebben geantwoord: ’Waarom vragen jullie me zo vaak waarom ik altijd in Cinecittà ben? Zou je een arts ook vragen waarom hij altijd in het ziekenhuis is?’
Felliniana – Ferretti sogna Fellini
Cinecittà opende in dit Fellini-jaar de nieuwe permanente expositie Felliniana – Ferretti sogna Fellini. Je wordt omringd door de dromerige wereld van Fellini, die door scenograaf Dante Ferretti mede werd vormgever. Ferretti kon Fellini’s dromen als geen ander vertalen naar het witte doek.
Fellini’s kleurrijke wereld komt op een bijzondere manier tot leven, met dank aan een grote collectie filmposters maar ook bijvoorbeeld het verhaal van Fellini’s Fiat, waarmee hij vanuit het centrum van Rome naar Cinecittà tufte of waarmee hij door Rome reed om inspiratie op te doen.
foto’s: Cine Foto D. Minghini | gemeente Rimini, Cinecittà,
Marco Crupi, Jesper Storgaard Jensen & Tim Vermeer