Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De busjesblues – een Volkswagenbusje in Abruzzo

Altijd al eens met een Volkswagenbusje door Italië willen rijden? Chiel, Nia en hun zoontje Orko trekken honderdvijftig dagen rond, van Bussum via Frankrijk naar het zuiden. Ze reizen door Spanje, Portugal, Italië, Kroatië en Bulgarije.

foto: Federico Zovadelli

In De busjesblues doet Chiel op persoonlijke wijze verslag, over de mooie en bijzondere ervaringen, maar vooral ook over de ongemakken, tegenvallers en problemen die ze onderweg tegenkomen. Het blijkt allemaal niet zo ideaal te zijn als je vooraf bedenkt. Of het nu gaat om aanhoudende regen en kou, onwennig campinggedrag, sluimerende irritaties, cultuur- en reismoeheid, hardnekkige smetvrees of niet eerder ontdekte karakterverschillen.

Als lezer reis je mee in het Volkswagenbusje en krijg je een onverbloemd inkijkje in de busjesblues. Perfect leesvoer voor iedereen die wel eens met de gedachte speelt om langere tijd op reis te gaan!

In Italië voert de route onder meer langs de Cinque Terre, Lucca, Pisa, Pienza, Montepulciano, Pescasseroli, Santo Stefano di Sessanio, Ascoli Piceno, Monsampolo del Tronto, Carassai, Urbino en Venetië.

Hoewel niet alles aan de beschrijvingen klopt (zo is Ascoli Piceno niet de hoofdstad van Le Marche), krijg je al meereizend een aardig beeld van de sfeer van deze plaatsen. Het is met name de groene, bergachtige regio Abruzzo die hen kan bekoren (niet in het minst omdat Italië ten tijde van hun reis zucht onder een hittegolf).

We delen een fragment met de titel Abruzzo (dag 71, 10 juli):

‘Langzaam klimmen we hoger en hoger Abruzzo in. ‘Speed kills bears’ zegt het bord naast de weg. Ha, beren. Spannend. Tijdens het rijden kijk ik om me neen in de hoop ergens achter een boom een beer te zien. Dit is het oudste deel van Nationaal Park Abruzzo, waar nog steeds zo’n honderd beren in het wild leven. Steeds als we langs zo’n bord rijden, komt de boswachter in mij naar boven en speur ik de bomenrij af. Niks te zien.

De temperatuur daalt naar een comfortabele 25 graden als we stijgen. Dan rijden we Pescasseroli binnen, een klein bergdorp en het centrum van de activiteiten in de omliggende bergen. Uitgestorven. Even denk ik een beer te zien maar die blijkt van steen. We hebben geen plan voor de dag dus maar even zien. Het voelt meteen goed als we uitstappen. Zoals eerder gezegd houden we allebei van de bergen en dat voelen we nu weer. De stralende zon en blauwe lucht die zich afzetten tegen prachtige bergketens in een milde warmte met een frisse geur van naaldbomen maken dat we ons goed voelen. De bergen lonken.

Na wat rondlopen vinden we een charmant wijnwinkeltje waar een paar tafeltjes buiten staan. Er staan vier gerechtjes op het menubord. Een snelle google-check: vijf sterren van maar één review. Hmm. Verdacht. Maar we gaan zitten en in het uur dat volgt, worden we verrast door eenvoudige maar heerlijke gerechten. Het is snel duidelijk dat we goed zitten dus we bezuinigen niet op de wijn.

Mij oog valt op één wijn, Montepulciano d’Abruzzo. We komen net uit Montepulciano dus hoe kan er nou een wijn zijn met die twee gebieden in de naam? De man met grote grijze baard legt uit dat de druivensoort Montepulciano d’Abruzzo niks te maken heeft met de Vino Nobile di Montepulciano die gemaakt is van een andere druivensoort, namelijk Sangiovese. Ik pak hier mooi wat gewichtige wijnkennis me.

Er staat geen dessert op het menu, maar als ik naar binnen loop zie ik dat ze iets maken met wilde aardbeien. Baardmans en zoon zijn zelf aan het eten. We maken wel iets, zegt zoonlief. Samen met twee espresso’s komt het dessert op tafel. Ook weer eenvoudig maar door toevoeging van wat citroen smaken de zoete aardbeien heerlijk fris. Misschien zitten we te overdrijven maar het klopt allemaal en het komt totaal onverwacht.

Na de lunch gaan we op zoek naar een slaapplek. Even een campsite checken, een kilometer verderop. Maar even genoeg met dat kamperen. Na de ervaring van net staat ons hoofd er niet naar. Terug. Op het pleintje staat Baardmans nog wat te rommelen. Misschien heeft ‘ie een tip. ‘Si, si!’ zegt ‘ie en met gebaren legt ‘ie uit waar het is. Vraag naar Salvatore!

B&B Via della Piazza is een charmant oud huis in een smal straatjes. Salvatore doet open en ontvangt ons. We kiezen een kamer, het is oud, het is een beetje muf, maar alles prima. Ik zet de bus voor op het pleintje en we rusten wat op een bankje voor het huis. Or speelt met Italiaanse jongetjes in het straatje.

Rond een uur of vijf komt het slaperige dorpje tot leven. Nog wat slenteren heen en weer. Ontspannen flaneren en nog een keer. Na twee uurtjes trekken we ons terug. Niet te langzaam maar ook niet te vlug. Iedereen is moe. Iedereen is voldaan. Een van die perfecte dagen.’

Lees verder in

De busjesblues | Chiel Hugowaard | ISBN 9789082955033 | € 20,05 | uitgeverij Bert Loorbach | bestel De busjesblues via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *