In Venetië is het altijd kerst. Al is dat maar op één plek. En alleen maar ’s avonds. Op de Rialtobrug. Joost neemt je er mee naartoe.
‘In Venetië ben ik vaak geweest. Elk seizoen heb ik wel gehad. Bijna elk maand ben ik er wel eens geweest. Alleen tijdens feestdagen was ik er nooit. Nou ja, wel een paar keer met Hemelvaart, maar dat kan ik geen serieuze feestdag noemen. Dat zijn Pasen en Kerstmis wel.
Met Pasen wil ik nog wel graag een keer naar Venetië. Dat is in het voorjaar. Met het fraaie licht en de Giardini op hun mooist wil ik graag in die stad zijn.
Maar met kerst? Nee. Volgens mij is het dan van alles te. Te druk. Te toeristisch. Te veel lichtjes. Te veel poeha. Te kitscherig. En te onnodig. Want voor kerstsfeer hoef ik eind december niet naar de lagune toe. Die sfeer kan ik elke andere maand wel ervaren. Op de Rialtobrug, als de avond valt.
Liever niet overdag
Overdag is de Rialtobrug een van de plekken die ik liever vermijd. Net als het Piazza San Marco en de route naar deze brug. Daar zijn dan echt te veel toeristen. Je kunt dan niet eens lopen, maar schuifelt een beetje naar voren. En zo schuifel je ook de Rialtobrug op. Waar je het betere ellenbogenwerk nodig hebt om een van de winkeltjes te bereiken, waar je er vervolgens achter komt dat die weinig te bieden hebben.
De drukte kun je even ontlopen als je naar de rechterbalustrade van de brug gaat, achter de winkeltjes aan de rechterkant. Om de een of andere reden gaan de meeste toeristen naar de balustrade aan de andere kant van de brug. Daar heb je dan ook een mooi uitzicht op het Canal Grande. Een beroemd uitzicht. Maar aan de rechterkant is het uitzicht op het kanaal der kanalen zeker niet minder:
Het is er in ieder geval leuker, omdat het daar rustiger is. Je kunt er rustig rondkijken zonder weggeduwd te worden door een Amerikaanse toerist met een veel te groot fototoestel. Maar na een half uurtje ben je er wel uitgekeken, en moet je je weer tussen de vele toeristen wringen.
Vredig in de avond
Maar ’s avonds is het helemaal anders. Als de meeste toeristen weer in de bussen of cruiseschepen zitten, dan is het fijn wandelen tussen het Piazza San Marco en de Rialtobrug. Op die brug zelf is het dan het allerfijnst.
Dat begint eigenlijk al als je vanaf Campo San Bartolomeo de Salizzada Pio X in loopt. Je ziet dan voor je de mooi verlichte brug, die er heel sfeervol uitziet. Je kunt er dan heerlijk flaneren. De winkeltjes zijn gesloten, maar daar mis je toch niets aan. Wat telt is de sfeer.
De rust die de brug dan uitstraalt. Geweldig is dat. Maar nog magischer is het als je langs een van de balustrades achter de winkeltjes loopt. Links of rechts, dat maakt niet uit. De sfeer is er bijzonder. Vanwege het schaarse licht. Vanwege het uitzicht op alle lichtjes van het Canal Grande. En vanwege de verliefde stelletjes links en rechts van je.
De sfeer op de brug is dan ineens heel aangenaam. Vredig. De opdringerige toeristen hebben plaats gemaakt voor romantiek. Het geschreeuw en kabaal voor gezoen. En voor gefluister, van de niet-romantische mensen die de sfeer niet willen verpesten.
Liefde, vrede en verdraagzaamheid, dat is voor mij kerst. En dat is elke avond te vinden op de Rialtobrug. Daar kan geen Kerstmis in Venetië tegenop, denk ik zo.
Witte brug
Maar ja, omdat ik er nooit geweest ben tijdens die feestdagen weet ik dat niet zeker. Om het wel te ervaren zou ik natuurlijk een kerstreisje naar Venetië kunnen boeken. Als het dan net zo tegenvalt als ik vermoed, kan ik altijd nog naar de Rialtobrug voor de echte kerstsfeer.
Maar misschien is de brug dan wel verpest door veel te veel lichtjes. Knipperende roodgroene lichtjes. Een over-the-top-kerstboom. Met afschuwelijke versiering. En als dat niet zo is, had ik net zo goed een andere keer naar Venetië kunnen gaan. Wanneer het warmer en droger is. Een witte kerst klinkt aardig, maar ik heb liever een witte brug. Een witte brug op een zwoele avond. Een zwoele kerstavond.’