De berg Seceda (2518 meter) ligt in het Puez-Odle natuurpark, midden in de Dolomieten, een berggebied dat sinds enkele jaren op de Werelderfgoedlijst van Unesco prijkt. En die Seceda-berg, die gaan wij beklimmen!
Het is vroeg in de ochtend en vanuit het treintje dat ons een eindje op weg helpt, zien we de zon langzaam over het dal van Ortisei/St. Ulrich schijnen. Het belooft een mooie dag te worden…
De wandeling begint rustig, over een breed pad dat uitzicht biedt over de vele bergketens van het gebied. We hebben geluk met het weer, want hoewel het in de bergen elk moment kan omslaan, zet de zon nu nog wat extra kracht bij.
Pratend over de schoonheid van de natuur passeren we enkele torentjes van stenen. Voor sommige mensen is dit een vorm van vermaak, voor anderen is het een vorm van geluk zoeken.
Na een aantal uurtjes rustig lopen, arriveren we bij de Brogles-hut, in een omgeving die meteen gebruikt kan worden in een reclame voor wasmiddel of een romig toetje. De kleurrijke was droogt wapperend in de wind; de koeien met hun grote bellen zorgen voor een rustgevend sfeertje.
Dat rustgevende gevoel verdwijnt snel wanneer we de gids vragen hoe we onze tocht gaan vervolgen. Hij wijst naar het topje van de berg. ‘Daar gaan we heen!’ Eerst denken we dat hij een grapje maakt, maar al snel krijgen we in de gaten dat er geen tijd meer is om als Heidi flierefluitend door de wei te huppelen. Het is tijd voor actie!
We lopen door een klein bos richting de voet van de berg. Daar wordt de klim van vijfhonderd meter ingezet. Er is een smal pad dat makkelijk te volgen is, al is het al lang niet meer zo vlak als aan het begin van de wandeling.
De top van de berg komt al snel dichterbij. Een aantal mensen stopt onderweg om even uit te rusten of om te genieten van het alsmaar veranderende landschap. Hoe hoger we gaan, hoe meer er te zien is, maar ook hoe meer je moet opletten waar je je voeten zet.
Dichter bij de rotsen ligt er namelijk meer gruis op het pad, waardoor je sneller kunt uitglijden. Het laatste stukje moeten er dan ook staalkabels aan te pas komen. Zo wordt het makkelijker om jezelf naar boven te trekken en iets meer houvast te hebben.
Voor personen met veel hoogtevrees is dit stuk wellicht niet zo prettig, maar voor mensen die wat meer actie willen in een wandeling is dit zeker een aanrader!
Nog een paar laatste stappen en we bereiken de top van de Seceda. Meer dan 2500 meter hoog! Het is altijd een verrassing wat je tegenkomt op de top van de berg. Deze keer worden we niet teleurgesteld: we zien een panorama waar je u tegen zegt, met bergen en nog eens bergen zover je kunt kijken!
Stiekem konden we ons al omdraaien tijdens de wandeling om zo het uitzicht beter te zien, maar het gevoel bij het bereiken van de top en het bijbehorende uitzicht is nog honderd keer beter!
Na deze flinke wandeling worden we rijkelijk beloond bij Baita Sofie (op 2410 meter), met champagne en heerlijke stukjes stokbrood met Tiroler Käse und Schinke. Dat doet een mens goed!
Normaal gesproken smaakt dit al heerlijk, maar met uitzicht over de Gruppo Le Odle/Geisler Gruppe en een flinke wandeling achter de kiezen smaakt alles nog beter.
De familie Prinoth van Baita Sofie weet maar al te goed dat niet alleen het oog maar de mond ook wat wil. Ze zijn dan ook niet voor niets bij de World Snow Awards 2015 genomineerd als beste bergrestaurant.
Jawel, de Snow Awards, want Baita Sofie is ook ’s winters geopend. Wie liever skiënd of zonder zijn benen moe te maken wil genieten van dit pareltje op de berg, kan de lift naar de top van de Seceda-berg nemen. Deze is ‘s zomers en ‘s winters geopend en ligt op slechts tweehonderd meter afstand van de hut.
Nadat de familie Prinoth ons heerlijk heeft verwend met hun verfijnde keuken en heerlijke wijnen is het tijd om de tocht naar het dal in te zetten. Er is een mogelijkheid Selva met de lift te bereiken, maar de echte diehards lopen nog ongeveer 2,5 à 3 uur richting het dal. Dus zo gezegd, zo gedaan!
De pas zit er goed in, want we willen graag voor het donker terug zijn bij het hotel. Toch genieten we van elke stap. Misschien is het eind van de middag wel het mooiste moment van de dag om te wandelen. Tegen de bergwanden is een schaduwspel aan kleuren te zien dat elke minuut weer verandert door de stand van de zon.
We passeren nog enkele berghutten en meertjes die er kalm bij liggen. Onderweg komen we amper andere mensen tegen, waardoor de ruigheid en tegelijkertijd ook de rust die de bergen uitstralen duidelijk voelbaar wordt.
Behalve vlinders, vogels en insecten houden dieren, zoals gemzen en steenbokken, zich verscholen. Wel zien we enkele wilde paarden, grazend in het gras.
Onze gids herkent ze als de paarden van ‘de boer verderop’ en fluit op zijn vingers. Dit is een teken voor de paarden om galopperend op ons af te stormen om te kijken of we wat lekkers bij ons hebben. Het is een machtig beeld tegen het decor van de bergen bij ondergaande zon.
Een gids is overigens niet per se nodig tijdens deze wandeling. Zo lang je maar op het pad blijft en het nummer van jouw route volgt, kun je hier moeilijk verdwalen.
We lopen onze gids dan ook voorbij (hij blijft bij de rustigere wandelaars), want we willen de ondergaande zon over Selva en het beeld achter de legende van Koning Laurin niet missen. We hebben geluk, want nog voordat de zon zich terugtrekt achter de bergen bereiken we Selva. Daar praten we nog lang na over de prachtige wandeling die de spierpijn meer dan waard is!
Beste,
Is dit een gemarkeerde wandeling – met start en einde op hetzelfde punt?
Zo ja, waar start die en wat is ongeveer de totale wandeltijd?
Ciao Dieter,
niet helemaal – de gids maakte een eigen route. Wil je een gemarkeerde wandeling dan kun je het beste een van de genummerde routes kiezen. Die verschillen in lengte / duur. Rifugio Firenze noemt er een aantal > https://www.rifugiofirenze.com/en/