Ciao tutti – ontdekkingsblog door Italië de beste tips voor Italië
De Sant’Eustorgio is een van de oudste kerken van Milaan. Het is de derde grootste kerk van Milaan, na de Duomo en de Sant’Ambrogio. De Sant’Eustorgio is onder meer beroemd vanwege de kleurrijke Cappella Portinari.
De eerste ideeën voor dit meesterwerk uit de renaissance ontstonden in 1462, toen de geest van de renaissance vanuit Florence ook langzaam naar het noorden trok en in Milaan wist door te dringen. De stad werd op dat moment bestuurd door Francesco, de eerste hertog van de Sforza-dynastie, die twee grote kunstenaars aan zijn hof had weten te verbinden: Antonio Averlino, bijgenaamd Filarete, en Vincenzo Foppa. Filarete ontwierp onder andere de toren van de toegangspoort van het Castello Sforzesco, aan Foppa de taak een unieke kapel neer te zetten.
Deze kapel werd gefinancierd door de Toscaanse Pigello Portinari, die in 1452 naar Milaan was verhuisd als zaakwaarnemer van het Lombardische filiaal van de Banco Mediceo. Portinari wilde graag een waardig onderkomen laten bouwen voor de Arca di San Pietro Martire, het grafmonument van de heilige Petrus van Verona.
Foppa ging aan de slag en zette een schitterende kapel neer, in de stijl van de vroege renaissance. De kleuren schitteren je tegemoet als je de ruimte betreedt, dankzij de regenboog-kleurige koepel en de fresco’s die in de lunetten zijn geschilderd.
Je ziet het leven van de heilige Petrus van Verona uitgebeeld, maar als je goed kijkt zie je in het rechtse lunet op de rechterwand (als je op de drempel staat om de kapel te betreden) ook iets vreemds: een Madonna met duivelse hoorntjes.
De legende wil dat de duivel, om Petrus te misleiden, zich presenteerde als Maria. Het schijnt echter dat hij vergat om zijn staart en zijn hoorntjes te verbergen, waardoor Petrus hem doorzag en hem weg joeg.
De kapel werd zoals gezegd gebouwd als nieuw onderkomen voor de Arca di San Pietro Martire, die in het midden van de ruimte schittert. Het prachtig gebeeldhouwde grafmonument werd gemaakt tussen 1335 en 1339, door Giovanni di Balduccio, voor het lichaam van de heilige Petrus van Verona. Uit het beroemde marmer van Carrara toverde Balduccio tal van schitterend gepolijste figuren tevoorschijn, het een nog gedetailleerder dan het ander.
Ook met het grafmonument is een legende verbonden. Het zou namelijk te klein zijn geweest voor het stoffelijk overschot van de heilige. De toenmalige aartsbisschop, Giovanni Visconti, besloot toen om Petrus te onthoofden, zodat het lichaam alsnog in het graf zou passen. Het hoofd bewaarde hij als apart relikwie – niet in de kapel maar gewoon bij hem thuis.
Sinds dat besluit werd hij echter continu gekweld door vreselijke hoofdpijnaanvallen, die pas stopten toen hij het hoofd terugbracht naar de kerk, waar het nog altijd wordt bewaard, in een urn van kristal, zilver en goud. Sinds die tijd wordt de heilige Petrus door de Milanezen ook wel gezien als de heilige tot wie je een schietgebedje moet richten als je hoofdpijn hebt.
De Cappella Portinari is dagelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur. De kapel maakt deel uit van het Museo di Sant’Eustorgio en je moet er apart voor betalen, maar dat is gezien de overweldigende schoonheid van dit stukje Milaan zeker de moeite waard.
