Ciao tutti – ontdekkingsblog door Italië de beste tips voor Italië
Een van de meest spectaculaire spoorlijnen ter wereld is de Rhätische Spoorweg, die Italië met Zwitserland verbindt. Deze Rhätische Spoorweg brengt twee historische spoorlijnen samen in één trans-alpiene lijn, die dwars door twee bergpassen in de Zwitserse Alpen loopt.
Beide spoorlijnen werden begin 1900 aangelegd. Ze hadden direct een enorme impact op de economie in het onherbergzame, tot dan toe slecht bereikbare Alpengebied. De Albula-spoorlijn loopt van Thusis (Zwitserland) naar Saint-Moritz (Zwitserland). Over zevenenzestig kilometer spoor werden hiervoor maar liefst tweeënveertig tunnels en overdekte galerijen en honderdvierenveertig viaducten en bruggen aangelegd.
De Bernina-lijn loopt van Saint-Moritz (Zwitserland) naar Tirano (Italië) en is eenenzestig kilometer lang, met dertien tunnels en galerijen en tweeënvijftig viaducten en bruggen. Het zijn twee van de weinige trajecten met een zogenaamde ‘driehonderdzestig-graden looping-track’, wat wil zeggen dat de spoorlijn zo is aangelegd dat hij om een berg omhoog kan slingeren.
Deze bijzondere spoorwegen hebben in 2008 een plek op de Werelderfgoedlijst van Unesco veroverd, zodat er met technische innovaties voor gezorgd kan worden dat beide sporen tot op de dag van vandaag gebruikt kunnen worden – zonder afbreuk te doen aan de authenticiteit van de historische spoorlijnen.
De historische spoorlijnen van Albula en Bernina zijn volgens Unesco een prachtig voorbeeld van spoorlijnen die werden aangelegd om de isolatie van bewoonde gebieden in de Alpen te verminderen en waarvan de sociaal-economische consequenties bijzonder groot waren. Tel daarbij op dat de sporen zijn aangelegd te midden van de onherbergzame Alpengebieden, maar toch in volledige harmonie met de omgeving, en je begrijpt dat Unesco de Rhätische Spoorweg niet voor niets een ongekende technische en architectonische prestatie noemt.
De behoefte om de Alpen toegankelijk te maken en contact tussen verschillende gebieden mogelijk te maken, was in de tijd dat beide spoorlijnen werden aangelegd niet nieuw. Al in de prehistorie ontstonden er handelsroutes, die later ook door de Etrusken en de Romeinen werden gebruikt.
De Albula-Bernina-route dateert echter pas van de zestiende eeuw en maakte deel uit van een veilige route tussen Parijs en Venetië. Pas aan het begin van de negentiende eeuw, in navolging van de Italiaanse veldtochten van Napoleon, werden voor het eerst fatsoenlijke wegen in de Alpen aangelegd. De Bernina-pas werd bijvoorbeeld pas voltooid in 1842; de Albula-pas in 1866.
Het eerste hotel in dit gebied werd gebouwd in 1857, in Saint-Moritz. Later dat jaar werd er ook een hotel gebouwd bij Lago di Poschiavo. Het zomertoerisme kreeg hiermee een boost. Maar om het voortbestaan van het toerisme in het betreffende berggebied ook in de winter te kunnen garanderen, groeide de noodzaak voor een reguliere transportservice, die de bereikbaarheid van het gebied moest vergroten.
Al in 1890 werd er nagedacht over een spoorwegennetwerk met stoomlocomotieven, waarmee de gebieden toegankelijker kon worden gemaakt, hetgeen de economie ten goede zou komen. Het duurde nog acht jaar voor het zover was. In 1898 werd de eerste steen van de Albula-spoorlijn gelegd. Zes jaar later, in 1904, werd de spoorlijn geopend, als onderdeel van de Rhätische Spoorweg.
De spoorlijn was gebouwd op hoge pilaren die ver boven het landschap uittorenden. In eerste instantie vond het vervoer plaats met stoomtreinen, maar tussen 1900 en 1910 maakten deze plaats voor elektrische treinen. Na de opening van de Albula-lijn werd ook gestart met de bouw van de Bernina-lijn. Het hele traject was in 1910 klaar voor gebruik.
Je kunt nog altijd een treinrit maken over de Rhätische Spoorweg. Als je een ritje dwars door de Alpen durft te maken, door de vele tunnels of over torenhoge bruggen, kun je je verheugen op de meest spectaculaire treinrit ooit!
Digitale reisgidsen voor álle unieke Werelderfgoed-plekken in Italië
Ter ere van Ciao tutti’s Werelderfgoed Weken hebben we drie digitale reisgidsen gemaakt met alle Werelderfgoed-plekken in Italië. Vanwege de omvang (in totaal beslaan de drie Specials ruim 1100 pagina’s) hebben we de Specials onderverdeeld in Noord-Italië, Midden-Italië en Zuid-Italië.
In het noorden geniet je onder meer van de Dolomieten, een unieke spoorweg, Da Vinci’s Laatste Avondmaal, kleurrijke fresco’s in Padova, de dorpjes van de Cinque Terre en het sprookjesachtige Portovenere.
In Midden-Italië prijken onder andere de portici in Bologna, de mozaïeken in Ravenna, het landschap in de Val d’Orcia, de villa’s en de tuinen van de familie De’ Medici, Assisi, Urbino, de keizerlijke tuinen in Tivoli, Siena, San Gimignano en Longobardische pareltjes in Umbrië op de Werelderfgoedlijst.
In het zuiden geniet je tot slot van de schatten in Pompeï, Herculaneum en Oplontis, het gigantische paleis in Caserta, de adembenemend mooie Amalfikust, de ongerepte Cilento, de Sassi in Matera, de trulli in Alberobello, Griekse tempels op Sicilië, letterlijk schitterende mozaïeken, barokke balkonnetjes en de kleurenpracht van de Eolische Eilanden.
Bestel de Special Werelderfgoed in Noord-Italië via deze link of bestel hier het pakket met de drie Werelderfgoed Specials (Noord-, Midden- en Zuid-Italië).
De Ciao tutti Specials zijn digitale uitgaven. Na bestelling ontvang je zowel op de website als in je e-mail een link om de Ciao tutti Special te downloaden in pdf-formaat. Je kunt ‘m vervolgens opslaan en op meerdere apparaten (computer, laptop, smartphone of tablet) van alle moois in je Special genieten.
