Naar hoofdinhoud Naar navigatie
4 augustus 2025

Abdij van Montecassino – een van de mooiste religieuze monumenten van Italië

Het is een van die namen die in Italië meteen een associatie met de Tweede Wereldoorlog oproept, Montecassino. Maandenlang werd hier gevochten, ten koste van duizenden levens.

Ook de beroemde abdij werd totaal verwoest, maar na de oorlog werd het heiligdom al vrij snel weer herbouwd, in al zijn glorie.

Marc reisde erheen voor een verhaal over een prachtig religieus complex dat onderdak biedt aan een interessant museum, maar ook over rood-witte lintjes om elk kruis op het oorlogskerkhof en over een noodlottige vergissing.

Een van de grootste kloosters ter wereld

Marc: ‘Als je vanuit het oosten naar Cassino rijdt, zie je de Abdij van Montecassino al van verre oprijzen. De muren, hoog op de gelijknamige berg, trillen in de zomerse hitte.

Je begrijpt meteen waarom de heilige Benedictus hier in 529 een abdij wilde stichten. Door de eeuwen heen is het complex veranderd, uitgebreid, verfraaid, verwoest en weer opgebouwd en zo is het uitgegroeid tot een van de grootste kloosters ter wereld.

Het is de hoofdzetel van de Benedictijner orde. Net zoals de Basilica di San Francesco in Assisi, de hoofdkerk van de Franciscanen, niet alleen een religieus maar ook een kunsthistorisch hoogtepunt.

Ook letterlijk, want de abdij ligt op ruim vijfhonderd meter hoogte. Het is vanaf Cassino bijna tien kilometer naar boven, over een slingerende weg vol haarspeldbochten. Eén blik naar boven maakt duidelijk hoe belangrijk deze berg in strategisch opzicht is.

Als je naar de ingang van het klooster loopt, valt je oog op een Latijns woord van drie letters dat in grote kapitalen boven de vroegere toegangspoort prijkt, linksonder in de tientallen meters brede façade: PAX.

De sfeer is nu inderdaad vredig. Vogels kwetteren er op los, een briesje ruist vriendelijk door de bomen, de lucht is zuiver. Maar aan je rechterhand, in een klein park, staat een grote stenen plaat ter herinnering aan het martirologio van Cassino in 1943-1944.

Deze berg speelt namelijk een hoofdrol in een van de bloedigste veldslagen van de Tweede Wereldoorlog, een maandenlange strijd waarbij het klooster bijna volledig werd verwoest. Daarover verderop meer, eerst gaan we de enorme abdij bekijken.

Waar het was en zoals het was

Dat kan gelukkig nog, want niet lang na de oorlog besloot de Italiaanse regering het abdijcomplex weer op te bouwen, ‘waar het was en zoals het was’, met de basiliek, een paar kapellen, verschillende binnenplaatsen, kloostergangen, een museum, een bibliotheek, slaapzalen, gastenverblijven en kantoren.

Als je de abdij nu bezoekt, kom je na de ingang terecht in een eerste chiostro, kloostergang. In het midden staat een fontein, omgeven door bloemen met daartussen een bronzen standbeeld dat de laatste uren van Benedictus verbeeldt. Dit beeld stamt uit 1952 en was een geschenk van de toenmalige Duitse bondskanselier Konrad Adenauer.

Via deze binnenplaats stap je het eigenlijke hart van het abdijcomplex op: een grote ruimte van veertig bij dertig meter die is vernoemd naar Bramante, omdat dit chiostro in zijn stijl is ontworpen (net als het Chiostro del Bramante in Rome).

Aan de westkant ligt de Loggia del Paradiso, een open zuilengalerij vanwaar je fantastisch uitzicht hebt. Aan de horizon zie je de bergen die deze vallei scheiden van de zee. Als je doorloopt, kom je uit in een derde chiostro vol bloemen.

De basiliek van Benedictus

Een rondje kloostergang brengt je weer terug naar het chiostro van Bramante. Aan de andere kant voeren een reeks brede trappen naar een hoger gelegen plan en dan naar de basiliek.

Aan de voet van de trappen twee grote standbeelden. Links een beeld van Benedictus uit de achttiende eeuw dat op miraculeuze wijze het bombardement heeft overleefd. Rechts de heilige Scholastica, de tweelingzus van Benedictus, zoals zo vaak afgebeeld met een duif.

Benedictus had gedroomd dat haar ziel in de vorm van een duif naar de hemel was opgestegen. Dit beeld is een kopie van na de Tweede Wereldoorlog.

Als je de trappen op bent gelopen, op weg naar de basiliek, kom je in het Chiostro dei Benefattori (kloostergang van de weldoeners). Hier wordt duidelijk hoe belangrijk dit klooster in de loop der eeuwen is geweest.

Een dozijn standbeelden van koningen, pausen, abten en andere weldoeners herinnert aan verleende privileges, geschonken landgoederen en kunstwerken. Je ziet onder anderen Karel de Grote, die de orde van de Benedictijnen als een belangrijk instrument zag om de christelijke beschaving in heel Europa te verspreiden en uit te diepen.

Er staat één vrouw tussen al deze mannen: Claudia Abundantia de’ Reguardati, de moeder van Benedictus.

Een kijkje in de basiliek

Links lonkt de deur naar het museum, maar het is verstandiger eerst de basiliek binnen te lopen, want de rondgang door het museum eindigt twee verdiepingen lager. De basiliek, de hoofdkerk van de Benedictijnen, is één grote schittering van marmer. Het is een replica van de kerk uit begin achttiende eeuw, zonder een aantal verloren gegane schilderijen.

Ieder op zich zijn de kunstig gemaakte versieringen een genot om naar te kijken. Tegelijkertijd voel je bijna dat de tand des tijds hier geen sporen heeft nagelaten. Er is veel te zien, er is een prachtige koepel, de zijkapellen zijn vol verrassingen, maar het is allemaal wel érg nieuw.

Links en rechts van het hoofdaltaar voeren trappen naar de crypte uit 1545. Dit is het enige onderdeel van het abdijcomplex dat relatief ongeschonden uit de bombardementen is gekomen.

De versieringen op de muren zijn origineel (van begin twintigste eeuw), die op het plafond zijn gemaakt op basis van oude tekeningen. In de crypte liggen Benedictus, die hier in 547 overleed, en zijn zus begraven.

Ora et labora

Benedictus heeft in het gebied ten zuiden van Rome een twaalftal kloosters gesticht. Maar de Abdij van Montecassino is de plek waar hij zijn beroemde regels voor het leven als monnik heeft geschreven. Die uitgebreide tekst wordt vaak samengevat als Ora et labora, bid en werk.

Meer dan tweeduizend jaar historie

Dan is het tijd voor het museum. In zestien zalen, verspreid over twee verdiepingen, zijn kunstschatten te zien die veelal op tijd in veiligheid zijn gebracht: archeologische resten, standbeelden, schilderijen (van onder anderen Luca Giordano), oude manuscripten, liturgische gewaden, religieuze voorwerpen. Ze bestrijken een periode van meer dan tweeduizend jaar. Een van de pronkstukken is een ronde Natività van Sandro Botticelli.

Je komt op je rondgang door het museum ook langs kleine binnenplaatsen en half verborgen kapellen. Een bezoek aan het museum eindigt met twee zalen die aan de Tweede Wereldoorlog zijn gewijd, met veel sterk vergrote foto’s van de verwoestingen, resten van bommen en andere munitie waar een klaproos bij ligt.

Onder de Duitse soldaten vielen naar schatting twintigduizend slachtoffers, aan de kant van de geallieerden ongeveer vijfenvijftigduizend, plus nog eens duizenden Italiaanse burgers die klem zaten tussen het oorlogsgeweld.

Van bondgenoot tot bezetter

Om te kunnen begrijpen wat zich hier heeft afgespeeld, moeten we terug naar het najaar van 1943. De geallieerden zijn in juli van dat jaar geland op Sicilië. Mussolini is afgezet en de nieuwe Italiaanse regering sluit in september een wapenstilstand met de geallieerden. Dit maakt de Duitsers van bondgenoot tot bezetter.

De legers van de geallieerden rukken op. In oktober wordt Napels bevrijd, Rome lijkt in zicht. Maar de geallieerden vinden een formidabele Duitse bevelhebber tegenover zich, Albert Kesselring. Die maakt handig gebruik van het ruige berglandschap, de rivieren in het gebied en de winterkou.

De Duitsers weten de geallieerden maandenlang over de hele breedte van het Italiaanse schiereiland tegen te houden achter de zogeheten Gustav Linie. Historici onderscheiden vier grote aanvalsgolven in dit gebied, in januari, februari, maart en mei 1944. Pas bij de vierde poging bezwijken de Duitse stellingen. Maar dan is de Abdij van Montecassino al vrijwel volledig verwoest.

Britse blunder

Dat is volgens de meeste historici het gevolg geweest van een blunder van de Britten. Omdat de abdij zo’n grote cultuurhistorische waarde had, hadden de Duitsers en Italianen met het Vaticaan afgesproken dat het klooster als neutraal terrein zou worden beschouwd. Al eerder waren kunstschatten naar het klooster gebracht, met de gedachte dat ze daar veilig zouden zijn.

In het najaar van 1943 rezen daar twijfels over. Onder Duitse regie zijn toen honderden kratten met cultureel erfgoed weggehaald. Veel werd naar de Engelenburcht en andere veilig geachte plekken in Rome gebracht, maar niet alles.

Kunsthistorici hebben bijvoorbeeld beschreven hoe Titiaans Danae, eerder vanuit Napels naar Montecassino gebracht, naar Spoleto werd gesmokkeld, om toegevoegd te worden aan de collectie roofkunst van Göring, Hitlers rechterhand.

De geallieerden raakten ervan overtuigd dat het Duitse leger stelling had genomen in het klooster. Nadat in januari een eerste aanval was mislukt, gooiden de Amerikanen op 15 februari 1944 een lawine aan bommen uit over het klooster. Er bleef bijna niets meer van over.

Het eerste wrange detail: militaire historici zeggen dat het Duitse leger pas daarna gebruik heeft gemaakt van de strategische ligging van het klooster. Bij de bombardementen op de abdij van februari 1944 zijn geen Duitsers omgekomen. Pas daarna landden er Duitse parachutisten; de ruïnes boden een uitstekende bescherming.

Fatale vertaalfout

Het tweede wrange detail: volgens een boek dat in 2000 in Groot-Brittannië verscheen, is de blunder terug te voeren op een vertaalfout. In deze autobiografie van Sir Rupert Clark, een naaste medewerker van generaal Harold Alexander, de opperbevelhebber van de geallieerde troepen in Italië en uiteindelijk de verantwoordelijke voor het bombardement, hadden de Britten een Duitse radioboodschap onderschept.

Ist Abt in Kloster? Ja, in Kloster mit Monchen.’ De Britten dachten dat ‘Abt‘ een afkorting was voor Abteilung, in plaats van dat het gewoon ‘abt’ betekende, het hoofd van het klooster.

Na de oorlog keek Alexandere terug op zijn besluit. Hij schreef: ‘Was the destruction of the monastery a military necessity? Was it morally wrong to destroy it? The answer to the first question is ‘yes’. It was necessary more for the effect it would have on the morale of the attackers than for purely material reasons.

The answer to the second question is this: when soldiers are fighting for a just cause and are prepared to suffer death and mutilation in the process, bricks and mortar, no matter how venerable, cannot be allowed to weigh against human lives.’

Pools militair kerkhof

Het is geen toeval dat je veel bezoekers van de abdij Pools hoort praten. Op een steenworp afstand, tegen een lager gelegen helling, voert een breed wandelpad naar een groot Pools militair kerkhof.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Polen een hoofdrol gespeeld. Vier keer hebben de geallieerden geprobeerd bij Montecassino een doorbraak te forceren. Pas de vierde keer, op 17 mei 1944, slaagden Poolse eenheden erin het hardnekkige Duitse verzet te breken. Toen lag de Via Casilina open en trok men naar Rome, dat ruim twee weken later werd bevrijd, op 4 juni.

De Poolse aanval ging ten koste van veel verliezen. Er liggen hier meer dan duizend Poolse soldaten, van wie velen zijn gestorven in die meimaand van 1944.

Het kerkhof is indrukwekkend in zijn monumentale eenvoud. In lange rijen staan witte kruisen opgesteld. Allemaal hebben ze een rood-wit lintje, de kleuren van de Poolse vlag. Hoger op de helling prijkt de Poolse adelaar.

Op de grote ruimte voor de graven heeft de later overleden Poolse generaal Anders zijn laatste rustplaats gevonden, de man die de beslissende aanval heeft geleid.

Rondom de ruimte voor waarschijnlijk een eeuwige vlam, die op het moment van mijn bezoek niet brandt, staan twee Latijnse woorden: mili-tari vir-tuti: voor militaire moed, een verwijzing naar de hoogste Poolse militaire onderscheiding.

Langs de randen van deze ruimte staat een langere tekst in het Pools, die refereert aan een beroemde dichtregel uit de Griekse oudheid, vrij vertaald: Reiziger, zeg aan Polen dat wij trouw in zijn dienst zijn gesneuveld.’

Praktische informatie Abbazia di Montecassino

De Abdij van Montecassino is van 1 april tot en met 31 oktober dagelijks geopend van 9.30 tot 18.30 uur. Deze tijden gelden ook voor het museum.

Van 1 november tot en met 31 maart kun je er van maandag tot en met zaterdag terecht van 9.30 tot 16.50 uur en op zondag van 9.30 tot 17.15 uur. Het museum is in deze periode alleen geopend op zon- en feestdagen.

Op zondag zijn er missen om 10.30 uur (met Gregoriaans gezang) en om 12.00 uur. Je kunt de mis gerust bijwonen, maar de kerk bezoeken om rond te kijken is tijdens de mis niet mogelijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen