Genua is in de zestiende eeuw bekend geworden als ‘stad van de palazzi’. In die eeuw werd er een aantal prachtige, rijkelijk versierde paleizen gebouwd, een symbool voor de ‘Gouden Eeuw’ die de Italiaanse havenstad toen doormaakte.
Slechts enkele daarvan zijn het hele jaar door te bezoeken en daarvan is Palazzo Nicolosio Lomellino misschien wel het interessantste. Marc neemt je mee naar dit prachtige pareltje in Genua.
Strada Nuova – nieuwe weg met palazzi aan weerszijden
Marc: ‘Eigenlijk was het puur machtsvertoon en een feestje ter meerdere eer en glorie van zichzelf, toen de aristocratische leiders van de republiek Genua in 1550 besloten een nieuwe weg aan te leggen en aan die weg luxe palazzi te bouwen, het ene nog mooier en indrukwekkender dan het andere.
Hiervoor werd een gebied gekozen dat toen nog buiten het middeleeuwse centrum lag, aan de voet van de Castelletto-heuvel. Diep onder de indruk schreef de zestiende-eeuwse schilder en architect Giorgio Vasari, bekend van zijn biografieën van kunstenaars: ‘Veel mensen zeggen dat in geen enkele andere Italiaanse stad een straat te vinden is die zo magnifiek en groots is of zo vol van buitengewoon voorname palazzi.’
De officiële naam was Strada Nuova, maar in de volksmond werd het de Via Aurea, ‘de gouden weg’. Na het overlijden van Giuseppe Garibaldi in 1882 werd deze pronkkamer omgedoopt tot Via Garibaldi. De Italiaanse vrijheidsstrijder was immers in 1860 vanuit Genua vertrokken om Sicilië te veroveren en zo de belangrijkste aanzet te geven tot de Italiaanse eenwording. In 2006 besloot Unesco dit prachtige stukje Genua uit te roepen tot Werelderfgoed.
Het palazzo van Nicolosio Lomellino
Deze Strada Nuova was de kroon op een lange bloeiperiode van de havenstad Genua, van de twaalfde tot diep in de zestiende eeuw. De macht van deze maritieme republiek was in die tijd vergelijkbaar met die van de Venetiaanse republiek.
Handel en oorlog hadden de invloed van Genua vergroot, en vanaf begin vijftiende eeuw werd Genua ook op financieel gebied een van de belangrijkste centra van Europa. Die positie werd versterkt doordat bankiers uit Genua belangrijke financiers werden van de Spaanse kroon.
Een van de superrijken in Genua was Nicolosio Lomellino, verwant aan de familie Doria, de machtigste familie in die tijd. Hij had een fortuin verdiend met koraal van het Tunesische eilandje Tabarka en wilde erbij zijn toen in Genua dit stukje goudkust werd aangelegd.
Hij had er in 1563 een stuk grond gekocht en huurde meteen een architect uit Lombardije in om een groots palazzo te ontwerpen: Giovanni Battista Casello, oftewel ‘il bergamasco’.
In de loop der eeuwen hebben vier andere prominente families het palazzo in bezit gehad. Het is nog steeds privébezit, maar de meeste vertrekken van het palazzo en de tuin (op de tweede verdieping!) zijn regelmatig te bezoeken.
Decoraties op de façade
Als je bij het palazzo komt, sta je meteen voor een dilemma. Meteen de poort doorlopen om te kijken naar de intrigerende fontein die je aan het einde van een binnenplaats ziet staan? Of eerst even de tijd nemen om het prachtige rijke beeldhouwwerk aan de voorgevel te bewonderen?
Ook al trekt die fontein veel mensen als een magneet naar de binnenplaats, het is echt de moeite waard nog even buiten te blijven staan om de decoraties op de façade te bewonderen.
Op de eerste laag zijn dat vier hermen (een buste van een man of vrouw op een langgerekte, hoekige zuil). Op de verdiepingen erboven is het een feest van guirlandes van bloemen en fruit, maskers, stukken stof en oude wapens.
In geen enkel ander van de fraaie palazzi in deze straat vind je zulk mooi beeldhouwwerk op de gevel, met dank aan de beeldhouwer die dit indertijd heeft gemaakt: Marcello Sparzo, uit Urbino.
Een weelderige binnenplaats
De poort brengt je naar een kleine binnenplaats. Links en rechts strekken de vleugels van het palazzo zich uit, in dezelfde tinten als de voorgevel.
De achterwand van deze binnenplaats vormt een grote verrassing. De architect heeft hier gebruik gemaakt van de helling van de heuvel waartegen het palazzo is gebouwd.
Twee zeemeermannen ondersteunen een balkon ter hoogte van de eerste verdieping, met daarachter een ninfeo dat doorloopt tot de tweede verdieping. Daarboven is er weer een balustrade, waarachter het groen zichtbaar is van de tuin die bij het palazzo hoort.
Om bij die tuin te komen, moet je eerst het palazzo in, met een gids die vrij soepel wisselt tussen Italiaans, Frans, Engels en Spaans.
Op de begane grond is de mooiste kamer, de vestibule, rijkelijk versierd met beeldhouwwerk van dezelfde kunstenaar die de gevel heeft verfraaid.
Schilderingen van Bernardo Strozzi
Op de eerste verdieping vertellen de verschillende kamers over de vijf families die het palazzo in bezit hebben gehad. Door restauratiewerkzaamheden zijn niet alle fresco’s te zien en niet alle zalen te bezoeken, maar veel van wat we zien, is van de hand van Bernardo Strozzi, een Kapucijner pater die dispensatie had gekregen van zijn orde om zich helemaal te wijden aan de schilderkunst.
Je ziet veel verwijzingen naar de ontdekkingsreizen, naar de navigatie die daarvoor nodig was en naar de verspreiding van het christendom.
Vreemde vogels
Er zijn ook veel exotische vogels. Dat is niet toevallig. Een paar ervan zijn verzonnen, maar veel van die vreemde vogels zijn gebaseerd op eigen observaties. Samen met Antwerpen was Genua in de zestiende eeuw de belangrijkste markt voor vogels in Europa.
Overigens zijn niet alle muren en plafonds hier beschilderd. Deels komt dat door de schade die wateroverlast en de bombardementen op de havenstad in de Tweede Wereldoorlog hebben aangericht, deels door ruzie.
Strozzi hield er simpelweg mee op toen zijn opdrachtgever Luigi Centurione, die het palazzo in 1609 had gekocht, hem ervan beschuldigde zijn planning niet na te komen.
De hand van de familie Pallavicini
Op de tweede verdieping is de hand te zien van de familie Pallavicini te zien, die in 1811 in bezit kwam van het palazzo en een aantal zaken veranderde. Hier zijn opvallend veel putti (engeltjes) aanwezig. Vaak hebben ze een glas of drinkbeker in de hand, want Bacchus is een van de thema’s.
Op andere fresco’s verbeelden putti met een kruis in de hand de verbreiding van het christendom door de ontdekkingsreizen of worden mythologische verhalen afgebeeld.
Verrassende groene oase in hartje Genua
Na een trappetje volgt de verrassing die dit palazzo extra bijzonder maakt: de tuin, toegankelijk vanaf de tweede verdieping. Dat zich hier een tuin uitstrekt, met sinaasappelbomen en fonteinen, is zoals ik al schreef mogelijk doordat de architect gebruikt heeft gemaakt van het feit dat het palazzo tegen de helling van de Castelletto-heuvel is gebouwd.
Het is een paradijselijk stukje groen midden in het drukke Genua. De huidige vorm gaat waarschijnlijk terug naar de achttiende eeuw, met op de balustrade die uitkijkt op de binnenplaats van het palazzo een reeks saters.
Vanaf deze hoogte kun je ook heel goed de prachtige buitenmuren van het palazzo bewonderen.
Links in de tuin zie je een lange pergola van citrusbomen, gesierd met borstbeelden, in het midden een fontein met een beeldje van een kleine Hercules die worstelt met een slang.
Op de grote muur die de tuin aan de achterkant begrenst, staat een aantal standbeelden. De centrale fontein tegen deze achterwand laat Bacchus zien, met vaten met wijn en muziek. De initialen A en P erboven verwijzen naar baron Andrea Podestà, een ambitieuze politicus die het palazzo in 1865 kocht en het jaar daarna burgemeester van Genua werd.
Links achterin is nog een grot gemaakt met daarin twee marmeren beelden: van Adonis en van het lam waar hij jacht op maakt. Oorspronkelijk had Adonis als jager een houten boog in de hand, maar die is verloren gegaan.
Aan het einde aan de rechterkant is een doorgang naar een uitkijkpunt waar je een blik kunt werpen op de weg die hier in een tunnel onderdoor gaat en op de achterzijde van een aangrenzend palazzo.
De minaret van het palazzo
Vlakbij staat een hoge minaret. Over de geschiedenis hiervan zijn de geleerden het nog niet eens. Waarschijnlijk is deze toren in de zestiende eeuw gebouwd, in een achtkantige stijl die doet denken aan Arabische bouwkunst.
In de zeventiende eeuw is die iets verhoogd in een ronde vorm, voor een nog beter uitzicht in de richting van de haven en de zee. Een spiraalvormige trap voert naar dat uitzichtpunt bovenin, maar helaas is de deur naar boven dicht voor bezoekers…
Praktische informatie Palazzo Nicolosio Lomellino
Om het palazzo te bezoeken, is meestal een reservering nodig. Op sommige feestdagen is de binnenplaats gratis toegankelijk en kun je ter plekke een afspraak maken voor een rondleiding door de appartementen en de tuin. Gedetailleerde informatie vind je op de website van het Palazzo Nicolosio Lomellino.
met dank aan Palazzo Nicolosio Lomellino voor een aantal foto’s