Naar hoofdinhoud Naar navigatie
12 juni 2025

Verken de omgeving van Borgo Castello Panicaglia: Nocera Umbra, op truffeljacht en olijfolie proeven

In het middeleeuwse dorpje Panicaglia ligt een bijzondere borgo uit de dertiende eeuw: Borgo Castello Panicaglia. Midden op het platteland van Umbrië waan je je hier even terug in de tijd, met de luxe van vandaag.

Tijdens haar heerlijke verblijf bij Borgo Castello Panicaglia bezocht Simone Nocera Umbra, een van de mooiste dorpjes van Italië, ging ze op truffeljacht met Lorenzo en hond Bruna en bezocht ze Olio Ronci in Bevagna om olijfolie te proeven.

Nocera Umbra – een van de borghi più belli d’Italia

Op een kwartiertje rijden van Borgo Castello Panicaglia ligt Nocera Umbra, dat tot de borghi più belli d’Italia behoort, de mooiste dorpjes van Italië.

In de verte doemt het middeleeuwse dorpje op, prachtig gedrapeerd op een heuvel. De verschillende torens die Nocera Umbra rijk is, zorgen voor een reliëfrijk uitzicht.

Al in de zesde eeuw voor Christus streken de oorspronkelijke Umbriërs hier neer. Later werd hun plek ingenomen door de Romeinen, die van de nederzetting in 161 voor Christus een belangrijke post langs de Via Flaminia maakten.

Na een aantal jaren met diverse overheersers, kwam Nocera in 1439 onder de Pauselijke Staat, tot Italië in 1860 onafhankelijk werd en het tot de regio Umbrië ging behoren.

Nocera Umbra werd in 1997 opgeschrikt door een aardbeving. De wederopbouw heeft heel wat jaren geduurd, maar gelukkig is nu zo goed als alle schade hersteld.

Dorp van het water

Als je het dorpje wil bezoeken, hoef je hier geen hele dag voor uit te trekken. Het sfeervolle Nocera Umbra is overzichtelijk en vooral fijn om doorheen te dwalen. Begin je wandeling bij de Porta di San Francesco (of Porta Vecchia), met aan beide kanten van de poort twee oude fonteinen.

Nocera Umbra is het dorp van het water. Je ziet op diverse plekken ook fonteinen terug. Het het water uit Nocera is overigens ook het water dat in Borgo Castello Panicaglia uit de kraan komt.

Net voorbij de middeleeuwse toegangspoort vind je verschillende bars en restaurants waar je even kunt neerstrijken. Wanneer je meteen naar rechts gaat bij deze barretjes, kom je bij de Antichi Lavatoi, de vroegere wasplaats, mooi beschut gelegen onder een boogpartij.

De mooiste plekken van Nocera Umbra

Van hieruit kun je verder omhooglopen, richting de Torre Civica (ook wel Campanaccio genoemd) en de Duomo. De Torre Civicia stamt uit de negende eeuw en is het enige overgebleven deel van het oude fort dat hier ooit stond.

Op de toren is een bordje bevestigd waarop staat dat il castellano Ser Pietro di Rasiglia zijn jonge vrouw hier in de dertiende eeuw uit jaloezie heeft vermoord.

Naast de torre ligt de Duomo, een twaalfde-eeuwse romaanse kerk die in de vijftiende eeuw helemaal gerenoveerd is. Het interieur is niet heel uitbundig, maar evengoed mooi om te bekijken.

Vanaf de Duomo wandel je rustig naar beneden, richting het Museo Archeologico, waar je meer over de verre geschiedenis van Nocera Umbra te weten komt. Het museum is gevestigd in een oude kerk, waarvan je nog steeds decoraties ziet.

Een eindje verderop ligt het Piazza Caprera, met de San Francesco, die de Pinacoteca herbergt. Ook mooi om te bewonderen is de San Filippo, in neogotische stijl, vlak bij de Porta di San Francesco.

Wandel van Nocera Umbra naar Assisi

Houd je van langeafstandswandelingen? De tocht Italia Coast to Coast loopt van Portonovo (Le Marche) aan de oostkust tot Orbetello (Toscane) aan de westkust, in zo’n vierhonderd kilometer.

De zevende etappe loopt van Nocera Umbra naar Assisi. Er zitten wat pittige klimmetjes in, maar het uitzicht onderweg maakt veel goed: panoramische vergezichten, uitgestrekte bossen en watervallen.

Op zoek naar truffels met Lorenzo en Bruna

Als je verblijft bij Borgo Castello Panicaglia, kun je ook mee op truffeljacht. Ik ging op pad met Lorenzo en een van zijn honden, Bruna.

Lorenzo vertelt: ‘Als de honden twee maanden oud zijn, beginnen we al met trainen. Na een jaar zijn ze klaar voor de jacht. Voor hen is het een spel, want voor elke truffel krijgen ze een brokje. We hebben honden die meer gericht zijn op zwarte truffel en honden die beter zijn in de jacht op witte truffel.’

In de zomer zoekt Lorenzo zwarte truffel, in de herfst witte truffel. In de lente is er de ‘kleine witte’ en in de winter de ‘premium black’. Per seizoen vindt hij zo’n honderd tot tweehonderd kilo. Ter vergelijking: voor een bord pasta is ongeveer dertig gram zwarte of tien gram witte truffel nodig.

Negen soorten truffels rondom de Topino

‘In de vallei bij de rivier Topino, vind je alle negen soorten truffels die er bestaan. Daarom is dit zo’n waardevol stuk grond,’ vertelt Lorenzo verder.

Gewapend met twee verschillende schoffelachtige voorwerpen en een tas, gaan we op pad. ‘De truffel is als het ware de bloem van de sporen die onder de grond groeien. Daarom moeten we de truffel er heel voorzichtig uithalen, om de rest van de sporen niet kapot te maken.’

Wanneer we bij een wat kalere plek aan de voet van wat bomen komen, gaat Bruna aan de snuffel. Al snel heeft ze truffels gevonden en komt Lorenzo erbij. Hij graaft voorzichtig met z’n vingers en haalt er een zwarte truffel uit. Bruna krijgt een hondensnoepje en snuffelt door.

Lorenzo plaatst altijd een klein stukje truffel terug, zodat die weer kan groeien. Ook maakt hij de grond heel goed dicht, zodat een andere truffeljager niet ‘zijn’ plekjes ontdekt.

Voor Lorenzo is dit niet zijn fulltimebaan. Hij werkt ook nog bij Trenitalia, als reparateur van treinen. Het liefst zou hij altijd buiten zijn, om truffels te zoeken, maar zo vruchtbaar is de Topino-vallei helaas niet.

De tocht duurt al snel zo’n twee uur, waarbij we meteen meer van de omgeving zien. Eenmaal terug bij de azienda, weegt hij de gevonden truffels. ‘Vijfhonderd gram. Geen slechte vangst,’ zo glundert hij.

Olijfolie proeven bij Olio Ronci

Na de truffels gaan we door naar de olijfolie, waar het groene hart van Italië om bekend staat. Hiervoor rijden we naar Olio Ronci in Bevagna, waar de zussen Simona en Roberta Ronci samen met hun ouders zorgdragen voor een olijfboomgaard.

Ze hebben zo’n vijftienduizend olijfbomen onder hun hoede. Sommige bomen zijn al driehonderd jaar oud, andere pas negen jaar.

Olio Ronci ligt op driehonderdvijftig meter hoogte en biedt een prachtig uitzicht over de vallei met Assisi en Spello.

De familie Ronci verbouwt drie soorten olijven: Moraiolo, Frantoio en Leccino. Ze produceren drie verschillende soorten extra vergine olijfolie én een mix gemaakt van alle drie de soorten. Boeren in de omgeving brengen bovendien hun eigen olijvenoogst naar Ronci, om van hun pers gebruik te kunnen maken.

Roberta neemt ons mee in haar familieverhaal. Haar opa is met de boomgaard begonnen, haar vader plantte steeds meer bomen. Ze hebben nu zesentwintig hectare olijfboomgaard, wat voor Umbrië redelijk groot is.

Hoogtijdagen in de olijfboomgaard

De maand mei is belangrijk voor de olijvenproductie, zo vertelt Roberta. Dan vindt de bestuiving namelijk plaats. Als dat is gelukt, komt er een wit bloemetje tevoorschijn. Twee procent van alle bloemen wordt uiteindelijk een olijf.

In de maanden erna groeit de olijf door en krijgen de bomen waar nodig extra water vanuit het irrigatiesysteem.

In oktober en november worden de olijven geoogst en begint het proces van olijfolie maken. Dat gebeurt direct na het plukken, want dan zijn de olijven op hun best. Uit honderd kilo olijven halen de zussen zo’n tien tot zestien liter olijfolie.

Hoe moet je olijfolie proeven?

Na de rondleiding door de olijfboomgaard mogen we ook proeven. Je gebruikt hiervoor alleen je neus en mond, aldus Roberta.

‘Warm de olijfolie eerst op met je handen, door het bekertje even in je handpalm rond te draaien. Om goed te kunnen proeven, moet olijfolie een temperatuur van ongeveer zevenentwintig graden hebben.

Ruik er dan eerst aan, proef een klein beetje en laat het over je tong glijden. Zit er geen pikante of intense smaak aan? Dan is het geen goede olijfolie.

Vervolgens zet je je tanden op elkaar en zuig je wat lucht naar binnen, om de olijfolie nog beter te proeven. Dan slik je de olie door en voel je hem in je keel nog even na.

Roberta en Simona hebben een heerlijke lunch voor ons bereid, met alle olijfoliesoorten die ze hebben. Zo kunnen we proeven hoe de olijfolie in combinatie met verschillende gerechten smaakt, van bruschetta met asperges en hummus tot verschillende gegrilde groenten en linzensoep. Met het uitzicht op de olijfboomgaard is dit een perfecte afsluiting van ons bezoek!’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen