Ontdek de heerlijkste culinaire adresjes met historie in Catania, Syracuse en Val di Noto

Alicudi is een van de Eolische Eilanden, die net boven de noordoostkust van Sicilië in de diepblauwe zee drijven. Het is het meest westelijke eiland van de archipel en daarmee ook het meest geïsoleerd en dus het moeilijkst te bereiken.
Alicudi is een nog ongerept eiland, waar maar weinig mensen wonen. Met een oppervlakte van circa vijf vierkante kilometer is het overigens niet het kleinste van de Eolische Eilanden (dat is Panarea). Chiara neemt je er daarom virtueel alvast mee naartoe, voor een kennismaking met dit magische vulkaaneiland.
Chiara: ‘Ik heb iets met kleinere eilanden, waar een unieke energie rondwaart die je meteen omhult zodra je voet aan wal zet. Dat geldt zeker voor Alicudi, waar de alledaagse drukte ver weg is. De tijd wordt hier gemarkeerd door de boten die aanleggen en weer vertrekken.
Het eiland is een wereld op zich, een magische wereld waar ik me graag een paar dagen in onder dompelde, tussen wilde kappertjes en cactusvijgen.
Vanuit Milazzo nam ik de aliscafo, de draagvleugelboot, van Liberty Lines naar Alicudi. Die doet er ruim drie uur over om dit kleine eiland te bereiken. De reis verloopt langzaam en het verlangen om een glimp van Alicudi op te vangen groeit met elke golf die de boot doorklieft.
In het begin zit de draagvleugelboot vol met mensen, maar naarmate we de andere Eolische Eilanden aandoen, stroomt hij langzaam leeg. Na Vulcano, Lipari, Salina en Filicudi ben ik bijna de enige aan boord.
De boottocht geeft al een beetje een voorproefje van hoe het zal zijn om op Alicudi aan te komen, waar het hele jaar door slechts zo’n zestig mensen wonen, de Arcudari. In de zomer is het eiland wat drukker, maar buiten juli en augustus blijven de echte eilandbewoners over.
De pastoor komt alleen om de mis op te dragen. Daarna vaart hij weer naar een van de andere eilanden. Er zou ook nog maar één kind vast op het eiland verblijven, omdat de andere kinderen in Milazzo verblijven om naar school te kunnen gaan.
Ik vind dit fascinerend. Het zet me aan het denken over hoe het concept van tijd, reizen en gemak voor iedereen anders is.
Alicudi stond ooit bekend als Ericusa, wat letterlijk ‘rijk aan klimop’ betekent. Naast klimop vind je er tegenwoordig vooral veel cactusvijgen en kappertjesplanten. De natuur is duidelijker aanwezig dan de mens.
Er zijn wegen en geen auto’s op Alicudi. Misschien zie je, zodra je aanmeert, een paar Fiat Panda’s die daar aan de kade blijven staan en alleen worden gebruikt voor kort transport naar de winkels, bar en de elektriciteitscentrale, op een stuk van een paar honderd meter.
Voor de rest bestaat het eiland alleen uit trappen en smalle, ondoordringbare straatjes, vanwaar de zee bijna altijd te zien is.
Als je aankomt, staan er een paar muilezels op je te wachten. Ze worden gebruikt om koffers of andere zware dingen te dragen, over de eeuwenoude muilezelpaden.
De westkant van het eiland wordt gekenmerkt door steile, onbewoonde hellingen, waar je slechts wat wilde geiten aantreft, die erin slagen om zelfs over de ontoegankelijkste delen van het eiland te springen. Volgens een van de locals zijn er zes keer meer geiten dan mensen op Alicudi…
Aan de oostkant vind je veel terrassen, met verspreid liggende huizen en de Chiesa di San Bartolomeo, op een panoramische positie. Grappig is dat de eilandbewoners elke afstand meten in aantal treden vanaf de haven. Het zouden er zevenhonderdvijftig zijn naar de kerk van San Bartolo.
Als je na een klim van ongeveer een half uur bij de kerk aankomt, wordt je inspanning beloond met een adembenemend uitzicht.
Het rustieke eiland bestaat uit zeer weinig gehuchten. Je hebt bijvoorbeeld Sgurbio, op ruim tweehonderdvijftig meter boven zeeniveau, een piepklein gehucht bestaande uit slechts vijf huizen, elk vernoemd naar een van de zintuigen.
Bazzina is de laatste groep huizen en de enige vlakke plek op het eiland. Het is alleen bereikbaar per boot of via een wandelpad vanaf de Chiesa del Carmine, loodrecht boven zee. Bazzina Alta was het eerste dorp waar de eilandbewoners wegtrokken om een beter bereikbaar onderkomen te zoeken.
De huizen op Alicudi zijn uniek. Ze hebben een plat dak voor het opvangen van regenwater, dat in grote reservoirs naar de zijkant en naar beneden wordt geleid. Ze hebben vaak grote terrassen met in steen uitgehouwen zitjes en zuilen waar de houten balken op rusten.
Wakker worden op het eiland is pure magie. De zon komt op achter het nabijgelegen eiland Filicudi, slechts begeleid door het geluid van een fanatieke haan en de kabbelende golven. Als je een wandeling maakt, kom je vooral rijk mediterraan struikgewas tegen dat bestaat uit heide, johannesbroodbomen, olijfbomen en kappertjesstruiken. Elke hoek van het eiland biedt iets unieks om te verkennen.
Dat inspireert verschillende kunstenaars die hier zijn komen wonen om zich volledig toe te kunnen leggen op hun werk. Zo ontmoette ik Roberto, een getalenteerde en virtuoze glasschilder die vanuit zijn huis Monachella, met uitzicht op zee, de mooiste kunstwerken creëert.
Dit is geen eiland dat je kiest voor een strandvakantie. Kom goed voorbereid – met een paar boeken en veel geduld – en prent de openingstijden van de winkels en bar L’Airone goed in je hoofd. Dan kom je na een paar dagen vanzelf in het langzame ritme van het eiland. Je zult het eilandleven omarmen, ver weg van alles en iedereen.
Alicudi is echt nog een eiland in de ware zin van het woord. Er is geen apotheek, geen dokter, geen ziekenhuis. Je komt hier om te wandelen, om terug te keren naar jezelf, in een kleine gemeenschap, met altijd wel iemand die je bij hem of haar thuis verwelkomt en voor je kookt tegen een betaalbare prijs, zoals zio Silvio, een visser die ook verrukkelijk kan koken. Alicudi is perfect voor wie van de natuur wil genieten of wil creëren – én om naar de sterren te kijken. Ik heb er nog nooit zoveel gezien…
De zee is overal om je heen. Het is eigenlijk een must om het eiland vanaf het water te ervaren. Ik vroeg bij de lokale bar of ze iemand kenden die me Alicudi vanaf zee wilde laten zien.
Er was maar één telefoontje nodig om een schipper te krijgen die me rond het hele eiland wilde varen. In het hoogseizoen kun je meestal ook zelf een boot huren, al is met schipper alias gids natuurlijk wel leuker!
Ook vanaf het water zijn de geiten geregeld te zien. Je ziet vooral ook goed hoe de vulkanische kracht het eiland heeft gevormd. De authenticiteit, wilde charme en verfrissende eenvoud van het eiland komen vanaf zee nog meer tot hun recht. Als je daarna weer voet op het eiland zet, blijft die sfeer je bij.
Alicudi is de ideale plek om nieuwe energie op te doen, je te concentreren op de essentie van het bestaan en weer contact te maken met de natuur. Een toevluchtsoord waar een bijna verloren gegane stilte heerst en waar de golven en de wind je in slaap wiegen.
Als je op Alicudi verblijft, hoor je zeker over de legende van het heilig vuur of de legende van het moederkoren.
Tussen 1902 en 1905 zou het eiland het toneel zijn geweest van een ongekende massahallucinatie. In deze periode verspreidden zich vreemde verhalen over pratende dieren en vliegende heksen.
Het zou veroorzaakt worden door moederkoren, ook wel heilig vuur genoemd. Het brood op het eiland werd gebakken van graan dat was aangetast door deze schimmel met heftige hallucinaties tot gevolg.
Alle inwoners van Alicudi zagen de vreemdste dingen, omdat ze niet wisten dat hun brood besmet was. Gelukkig bevat het brood tegenwoordig geen heilig vuur meer, al proef je met elke hap met uitzicht op zee wél de magie van het eiland!’