Naar hoofdinhoud Naar navigatie
30 juli 2025

Domus de janas – uniek Unesco Werelderfgoed op Sardinië

Sardinië mag dan vooral bekend staan om de schitterende stranden, het eiland heeft ook een fascinerend verleden, van mysterieuze nuraghi tot Romeinse sporen.

Sinds kort schittert er een nieuwe parel op de Werelderfgoedlijst van Unesco: de domus de janas, letterlijk ‘huizen van de feeën’. Deze prehistorische grafkamers zijn op 12 juli 2025 tijdens de zevenenveertigste editie van het Werelderfgoedcomité in Parijs officieel erkend als cultureel erfgoed van uitzonderlijke universele waarde.

De erkenning voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de Werelderfgoedlijst van Italië. Met deze waardering telt Italië nu eenenzestig Unesco-sites. Dat is meer dan welk ander land ook.

Sardinië krijgt er na het bekende nuraghe-complex van Su Nuraxi di Barumini (dat al sinds 1997 op de lijst prijkt) nu een tweede Unesco-site bij.

Wat zijn domus de janas?

De ‘huizen van feeën’ zijn ondergrondse prehistorische begraafplaatsen die verspreid liggen over met name het centrale en noordelijke deel van Sardinië. Of je ze nu vindt in de vrije natuur, tussen het struikgewas of aan de rand van een dorp, steeds weer verrassen deze archeologische pareltjes.

De graven zijn uitgehouwen in zachte rotsen zoals trachiet of zandsteen. De architectuur bootst vaak het interieur van een huis na, compleet met kamers, banken, zuilen en haarden. Je kunt het zien als een symbolische laatste woning voor de overledene.

De muren zijn soms versierd met symbolen van leven en dood: stierenhoorns als krachtig religieus motief, deuren die de overgang naar het hiernamaals markeren of spiraalvormige gravures.

Sommige tombes zijn klein en omvatten slecht één kamer, andere zijn ware complexen met tientallen ruimtes. Ze vormen een unieke expressie van ondergrondse grafarchitectuur en dat is precies waarom Unesco ze nu tot werelderfgoed heeft benoemd. Dankzij deze erkenning krijgen deze plekken eindelijk de internationale aandacht die ze verdienen.

Het is overigens niet alleen een overwinning voor Sardinië, maar ook voor iedereen die gefascineerd is door oude beschavingen, mystiek en archeologie. De domus de janas vormen immers stille getuigen van een diepgewortelde dodencultus die teruggaat tot het vijfde millennium voor Christus.

Necropoli di Sant’Andrea Priu

Toen Unesco het nieuws bekend maakte, was Elke met haar gezin op vakantie in Sardinië. Ze waren zo nieuwsgierig geworden naar de verhalen over deze graftombes, dat ze besloten om enkele domus de janas te bezoeken.

Elke: ‘We besloten om van Porto Alabe, aan de westkust, naar het binnenland te rijden, naar de Necropoli di Sant’Andrea Priu. Het landschap onderweg was ronduit schilderachtig. Glooiende heuvels, zonovergoten akkers en in de verte telkens weer die typische Sardijnse silhouetten van nuraghi, de geheimzinnige stenen torens die als wachters over het landschap lijken uit te kijken.

De necropolis ligt op een uitgestrekt plateau, aan de voet van een enorme rotswand van trachiet. Hier zijn twintig tombes uitgehouwen, sommige met een eenvoudige structuur, andere groots en indrukwekkend.

De grootste is de Tomba del Capo, het hoofdgraf. Deze ondergrondse grafkamer telt maar liefst achttien ruimtes, verspreid over tweehonderdvijftig vierkante meter. De kamers liggen als een labyrint rondom twee hoofdvertrekken.

Je stapt binnen via een atrium en komt daarna in een ronde kamer met een diameter van zeven meter. De doorgangen leiden naar andere kamers, met nissen en banken die de woonomgeving van de overledene nabootsen.

Wat deze plek nog magischer maakt, is dat het graf later is omgevormd tot een christelijke kerk, een van de eerste uit de tijd van de christenvervolging. De fresco’s die je er vandaag nog ziet, met taferelen uit het Nieuwe Testament, zijn sporen van die latere geschiedenis.

Boven op de rotswand zien we iets bijzonders. Met een beetje verbeelding zie je een dier zonder kop. Later horen we dat deze rotsformatie bekendstaat als Su Toro, de stier. Deze volledig natuurlijke formatie is ontstaan door wind en water en al eeuwenlang verbonden met de symboliek van deze plek.’

Anghelu Ruju: huizen van de feeën in het zandsteen

Net buiten Alghero ligt het rotsgravencomplex van Anghelu Ruju, verscholen tussen de zonovergoten wijngaarden van het wijnhuis Sella e Mosca. Omringd door de geur van het mediterrane struikgewas, ontdekt Elke een van de grootste prehistorische grafcomplexen van Sardinië, een mysterieuze wereld die duizenden jaren oud is.

Elke: ‘Hier zijn achtendertig tombes uitgehouwen in het zandsteen, sommige bereikbaar via een verticale schacht, andere via een open gang met trappen. De grafkamers zijn vaak rond of ovaal, met verschillende reliëfs en valse deuren.

De oorsprong van deze tombes gaat terug tot het vijfde millennium voor Christus, maar ze werden tot in de bronstijd hergebruikt en aangepast. Elk graf is een venster naar een verleden vol rituelen en het geloof in het hiernamaals.

De sfeer op Anghelu Ruju is onaangetast door de tijd. Terwijl de zon over de zachte rotsen glijdt, dwalen we door de graven, elk met een eigen verhaal.

We verlaten Anghelu Ruju met een diep respect voor de mensen die hier ooit hun doden hebben begraven en met het besef dat Sardinië niet alleen in haar landschappen en stranden, maar ook in haar stenen een ziel draagt. Een ziel die, dankzij de erkenning als werelderfgoed, nu ook terecht wereldwijd wordt gehoord.’

Necropoli di Santu Pedru

Er zijn nog een paar andere belangrijke domus de jana op Sardinië. Zo ligt op slechts tien kilometer van Alghero de necropool van Santu Pedru. Hier zijn in een heuvel van tufsteen tien grafkamers uitgehouwen. De kamers zijn hier wederom zo gemaakt dat ze lijken op de woningen van de levenden, om de band met de voorouders levend te houden.

De tombes zijn indrukwekkend groot en bestaan vaak uit meerdere kamers, voorafgegaan door een lange toegangsgang. De blikvanger is Tomba I, waar twee zeldzame vierpotige vazen werden gevonden. Binnen zie je rode okerverf, een valse deur naar het hiernamaals, stierenkopmotieven en architectonische elementen die verwijzen naar het gebruik als heiligdom.

Ook andere tombes verrassen. Tomba IV werd in de zesde eeuw omgevormd tot rotskerk, gewijd aan Petrus en Lucia, compleet met altaren en een uitgehouwen kruis. Net buiten de site ligt Tomba X, met een gegraveerd vuurhaardmotief.

Necropoli di Montessu

In het zuidwesten van Sardinië, net buiten Villaperuccio, ligt de necropolis van Montessu. Meer dan veertig domus de janas zijn hier uitgehouwen in een hoefijzervormige rotswand van trachietsteen, op de stille heuvel Sa Pranedda. De symmetrische opstelling verraadt een weldoordacht ontwerp, met een geschiedenis die teruggaat tot 3200 voor Christus.

De graven variëren van eenvoudige éénkamerstructuren tot complexe grafheiligdommen met toegangskamers, zuilen, nissen en versieringen. Sommige ingangen zijn afgesloten met steenplaten die doen denken aan schedels, een bewuste symboliek in deze cultuur vol rituelen rondom leven en dood.

Blikvangers zijn de monumentale tombes Sa Cresiedda en Sa Grutta de is Procus, met hun indrukwekkende toegang en megalithische opstelling.

Necropoli di Corongiu e s’Acqua Salida

In het zuiden van Sardinië, tussen de groene heuvels van de Trexenta, liggen twee bijzondere prehistorische grafcomplexen. Net ten noorden van het dorpje Pimentel vind je Corongiu en s’Acqua Salida, ook bekend als Pranu Efis. Op slechts een kilometer afstand van elkaar bieden ze een fascinerend inkijkje in het leven van vierduizend jaar voor Christus.

In Corongiu vind je twee domus de janas, waarvan er één rijk versierd is met mysterieuze, rode rotstekeningen. Boven de ingang prijkt een gestileerd gezicht met spiralen als ogen. Dubbele cirkels, bootvormige symbolen en spiraalvormen maken de decoratie compleet en geven de grafkamer een sacrale sfeer.

Wat verderop ontdek je de uitgestrekte necropool van s’Acqua Salida, verdeeld over twee clusters met in totaal zeven graven. Sommige zijn verticaal aangelegd, als een soort put, andere horizontaal met gangen en meerdere kamers.

Naast een van de grafclusters ligt een heilig gebied met een haard en rituele kuiltjes. Zelfs in de rotsen boven de tombes zijn nog inkervingen te zien, die het spirituele karakter van deze plek onderstrepen. Een betoverende plek waar de doden hun eeuwige rust vonden, dicht bij de wereld van de levenden.

Een erfenis die blijft verwonderen

De benoeming tot Unesco Werelderfgoed is een uitnodiging aan de rest van de wereld om deze magische geschiedenis te ontdekken. De diep onder de grond verborgen graven vertellen een verhaal van spiritualiteit en geven een beeld van het diepe respect voor de overledenen die de eilandbewoners duizenden jaren geleden al hadden.

Als je de moeite neemt om het binnenland van het eiland te verkennen, ontdek je op deze plekken een wereld die je raakt. Of je nu wandelt tussen de rotsgraven van Sant’Andrea Priu of dwaalt door de schaduwrijke kamers van Anghelu Ruju: je voelt dat je op heilige grond staat.

Een bezoek aan een domus de janas is een reis ver terug in de tijd, waar de stenen huizen van de feeén je een kijkje geven in een wereld vol mystiek en verbondenheid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen