Vorige week logeerden we bij Masseria Cesarina, even buiten Castellana Grotte, het meest noordelijke plaatsje van de Valle d’Itria. Het wordt daarom ook wel de Porta della Valle d’Itria genoemd, de ‘toegangspoort tot de Valle d’Itria’.
Het weer was wisselvallig: zonnige dagen waarop het bijna zomer leek werden afgewisseld met grijze dagen, met flinke regen- en onweersbuien. Op zo’n regenachtige dag is een bezoek aan de Grotte di Castellana een must. Je zult verrast worden door de enorme uitgestrektheid van dit grottencomplex, dat meer dan drie kilometer lang en op het diepste punt meer dan honderd meter diep is.
Negentig miljoen jaar lang hebben de grotten zich gevormd tot hoe ze nu zijn. Als je bedenkt dat een stalactiet ongeveer één centimeter groeit in vijftig jaar tijd en een stalagmiet daar bijna honderd jaar overdoet, dan weet je dat de natuur hier heel wat tijd ongestoord haar gang heeft kunnen gaan.
La Grave – de grootste grot met een opening in de rotswand
Op 23 januari 1938 werd het eerste stuk van het grottencomplex ontdekt door Franco Anelli. Hij daalde af in het gedeelte dat nu bekend staat als La Grave, de grootste grot, met een lengte van honderd meter, een breedte van vijftig meter en een diepte van zestig meter. Dit is de enige plek waar je de buitenwereld nog kunt zien, door een opening in de rotswand.
Net als Anelli kun je afdalen in de grotten. Vanuit La Grave vertrekken twee tours: een korte tour door een deel van het grottencomplex (vijftig minuten, ongeveer anderhalve kilometer, entree twaalf euro per persoon) en een rondleiding door een veel groter deel van de grotten (twee uur, ongeveer drie kilometer, entree zestien euro per persoon). Beide parcours zijn goed te bewandelen.
Rotsen in de vorm van broccoli of de Toren van Pisa
Onderweg zie je rotsen in de vorm van de Romeinse wolvin, een uil, een stronk broccoli, een slang, een knielende Madonnina, een kerkkoepel, de Scheve Toren van Pisa… Af en toe cirkelt er een vleermuis boven je hoofd, maar verder hoor je alleen het geluid van je eigen voetstappen en waterdruppels die naar beneden vallen.
De route van drie kilometer eindigt in de Grotta Bianca, die letterlijk schittert van het witte albast. Je verwacht hier bijna een fee met een flonkerende toverstaf te zien verschijnen!
© foto’s: Grotte di Castellana
Praktische informatie Grotte di Castellana
Je vindt de grotten aan het Piazza Anelli in Castellana Grotte. Ze zijn het hele jaar door geopend. Via deze link vind je de tijden waarop de verschillende rondleidingen (in het Italiaans, Engels, Frans of Duits) starten.
Caffè Chantilly
Om weer even op te warmen na de kille zestien graden in de grotten drinken we een kopje koffie bij Chantilly (Largo Portagrande 72-77). De barman maakt een caffè freddo Chantilly-style, met verse room en chocolade. Of we er ook een pasticciotto bij willen? Perchè no? Waarom niet?
Het centro storico van Castellana Grotte
Voor we terugkeren naar Masseria Cesarina, dwalen we ondanks de regen nog even door het oude centrum van Castellana Grotte, door witte steegjes en langs fotogenieke monumenten, zoals de Curia Baronale, de Arco De Marinis, de kerken San Leone Magno en Santa Maria del Suffragio en de Chiesa di San Francesco, met het naastgelegen klooster waarin zich tegenwoordig het gemeentehuis bevindt, met een mooi verweerde klokkentoren.
Even buiten het centrum zie je de kleurrijke koepel van het Santuario Maria Santissima della Vetrana, een heiligdom dat is gebouwd als dank aan Maria omdat ze Castellana in 1691 van de pest bevrijdde.
Ook de moeite om even naartoe te rijden: de San Nicola di Genna, een kerkje op een kruispunt van zeven wegen, omringd door een landschap vol stenen muurtjes, trulli, wijngaarden en olijfbomen. Vlak bij het kerkje staat een recent gerestaureerde neviera, een ondergrondse ruimte die in de achttiende eeuw werd gebruikt voor de opslag van sneeuw.
Prachtig!