Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Triennale van Milaan – de schoonheid van Italiaans design

De vaste collectie van de Triennale di Milano – een kunst- en designmuseum in het groene en uitgestrekte Parco Sempione – is een must voor designliefhebbers. Je ontdekt er de belangrijkste en invloedrijkste ontwerpen uit de Italiaanse geschiedenis.

De tentoonstelling werd onlangs, ter ere van de Salone del Mobile die begin september plaatsvindt, vernieuwd en uitgebreid, dus hoog tijd om er eens een kijkje te nemen. Liza neemt je mee langs de mooiste designstukken uit de collectie, van de Bocca-bank tot de Casablanca-kast.

Epicentrum van moderne kunst, design en architectuur
De Triennale van Milaan viert in 2023 het honderdjarig bestaan. Al sinds 1923 is het museum het epicentrum van moderne kunst, design en architectuur in Milaan. Niet zo gek dus dat het depot een paar jaar geleden uitpuilde met maar liefst 1600 designs.

Die werden tot voor kort alleen maar gebruikt voor tijdelijke exposities; een permanent overzicht van de Italiaanse designgeschiedenis was er niet. Directeur Stefano Boeri besloot daarom een comité samen te stellen – bestaande uit vooraanstaande ontwerpers uit binnen- en buitenland – die de belangrijkste voorwerpen moesten selecteren.

Het resultaat was de permanente tentoonstelling op de begane grond die in 2019 werd onthuld, met een tijdlijn van de Italiaanse designgeschiedenis van 1946 tot 1981, de jaren die volgens het comité het belangrijkst zijn geweest voor de industrie, vanwege de rappe ontwikkelingen in materialen en technieken.

Stijlvolle stoelen en een compacte typemachine
‘Het Museo del design italiano wil de waarde en het belang van Italiaans design delen met een breed publiek. Daarom hebben we ervoor gekozen om na de lancering van deze vaste collectie in 2019 het geheel een opfrisbeurt te geven. We hebben de collectie uitgebreid en de teksten die uitleg geven nog toegankelijker gemaakt,’ vertelt Boeri tijdens de persopening van de vernieuwde expo.

Als ik een paar dagen later op een rustige dinsdagochtend door het museum dwaal, wijst een ouder Milanees stel op een stoel uit de jaren zeventig. ‘Die hadden wij thuis ook,’ klinkt het. De doelstelling om de expositie voor iedereen toegankelijk te maken, lijkt te werken. Je ziet echt een dwarsdoorsnede van Italiaanse huishoudens door de jaren heen.

Zo is een van de eerste voorwerpen waar je langsloopt een verrassend modern ogend stel stoelen: een rood exemplaar van hout en metaal (de Tre Pezzi van Vittoriano Vigano voor Compensati Curvi uit 1946) en een rieten fauteuil met oranje zitting (genaamd Margherita, een ontwerp van Franco Albini voor Bonacina uit 1951). Ze zouden in een hedendaags interieur zeker niet misstaan.

De ontwerpen uit deze periode staan symbool voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Er werd volop geëxperimenteerd met materialen en technische vooruitgangen volgden elkaar in rap tempo op: de Lettera 22 van Olivetti werd bijvoorbeeld populair omdat het de meest compacte typemachine tot dusver was.

foto: Gianluca Di Ioia | Triennale Milano

Plastic meubels en Moonboots
Een stukje verderop in de tijdlijn, vanaf de jaren zestig, vallen de vrolijkgekleurde plastic meubels op. In 1963 hadden chemici Giulio Natta en Karl Ziegler de Nobelprijs voor de scheikunde gewonnen met hun onderzoek naar een nieuw soort plastic, dat gesmolten en gevormd kon worden.

Hun uitvinding stelde fabrikanten in staat goedkoop en snel kunststoffen voorwerpen te produceren. Ontwerpers gingen met plastic in allerlei kleuren experimenteren: denk aan de Plia-klapstoel van Giancarlo Piretti, toentertijd ontzettend vernieuwend met zijn transparante zitting en rugleuning.

Ook de vrolijk gekleurde, cilindervorminge kastjes, Componibili, van Kartell waren een kleine revolutie vanwege hun flexibiliteit: je kon de losse delen apart van elkaar of opgestapeld gebruiken.

Verrast ben ik ook om schoenen te zien die als kind hoog op mijn verlanglijstje stonden: een paar Moonboots. Ontwerper Giancarlo Zanatta, directeur van schoenenproducent Tecnica, deed de inspiratie voor deze legendarische sneeuwschoen op toen hij tijdens een zakenreis naar New York in 1969 op Grand Central Station een grote poster van de maanlanding zag.

Op de poster prijkte Neil Armstrong, die met zijn enorme laarzen van synthetisch materiaal een afdruk had achtergelaten in het maanlandschap. Zanatta was gefascineerd door het beeld en begon te na te denken over het gebruik van synthetische stoffen in een schoen, iets wat nog nooit eerder was gedaan.

Zijn Moonboot van nylon en polyurethaanschuim kon aan beide voeten gedragen worden en de maatseries besloegen slechts drie maten, dankzij de twee centimeter dikke voering van de laars, die zich aan de voet aanpast.

Toen de Moonboot in 1970 werd geïntroduceerd op een vakbeurs in Milaan, werd de laars al snel een icoon, ook buiten de skipiste. Tegenwoordig worden er jaarlijks nog steeds zo’n zevenhonderdduizend paar gemaakt!

Een verleidelijke bank en een sporenprint
Inmiddels zijn we, met de knalrode Bocca-bank, aan het begin van de jaren zeventig beland, het tijdperk van radical design, een stroming die zich afzette tegen de consumptiemaatschappij en de massaproductie van simpel, praktisch en bruikbaar design.

Collectieven als Studio65 uit Turijn kenmerkten zich juist door heftig kleurgebruik, gekke vervormingen en humoristische, ironische ontwerpen die de draak steken met de heersende norm. Het bekendste voorbeeld daarvan is ongetwijfeld de mondvormige bank, geïnspireerd op het schilderij Face of Mae West van Salvador Dalí.

De sofa is een directe aanklacht tegen de oppervlakkigheid van de steeds populairder wordende glossymagazines en de acteurs en modellen die daarin puur om hun uiterlijk geroemd worden. Ironisch genoeg maakten juist die magazines de bank onsterfelijk en werd het eerste exemplaar besteld door een beautysalon in Milaan.

De tentoonstelling sluit af met de hoogtepunten uit de carrière van de Memphis-groep, een collectief dat eind jaren tachtig de designwereld op z’n kop zette. In tegenstelling tot veel van de andere meubels zijn hun ontwerpen nooit in (grootschalige) productie genomen.

Daardoor zijn de exemplaren die nu nog in omloop zijn, alles behalve goedkoop, maar de invloed die ze hebben gehad op de mode-, kunst- en grafische industrie is enorm.

De club internationale ontwerpers, gebaseerd in Milaan, zette zich net als hun voorgangers van het radical design af tegen de consumptiemaatschappij door meubels en voorwerpen te ontwerpen die alles behalve praktisch waren.

Oprichter Ettore Sottsass vond dat het uiterlijk van design op de eerste plek moest komen – niet zijn functionaliteit. De door hem ontworpen kast Casablanca is daar een goed voorbeeld van. Door zijn totempaalachtige vorm kun je ‘m moeilijk in een klein hoekje kwijt.

De print die op het gelamineerde plastic is gedrukt, is de typische, grafische Memphisprint van sporen en bacteriën, die in de jaren erna nog in talloze reclames, magazines, mode-items en videoclips terug zou komen.

Praktische informatie
Je vindt de Triennale di Milano aan de Viale Emilio Alemagna 6 in Milaan. Het museum is elke dag (behalve op maandag) geopend van 11.00 tot 20.00 uur.

Behalve de vaste collectie over Italiaans design biedt het museum wisselende exposities die altijd zeer de moeite waard zijn. Vergeet ook de beeldentuin niet, waar je in de zomer heerlijk kunt uitpuffen en waar regelmatig evenementen georganiseerd worden.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *