Sinds 2009 wonen Rolf en Inge Smit in Le Marche, in de buurt van Urbino. Ze organiseren al dertig jaar culturele reizen door heel Italië en zijn er sinds vijf jaar ook gaan wonen. Om meer mensen mee te laten genieten van hun bijzonder mooie thuis, runnen ze sinds ruim vijf jaar een B&B in Le Marche.
Voor Ciao tutti schrijven ze elke maand een gastblog, dit keer over een verborgen schat dicht bij huis.
‘Toen wij in 2002 in Urbania Italiaans gingen studeren, besloten wij dat we in dit deel van la bella Italia wel wilden wonen. Daarom gingen wij op zoek naar een rudere, een ruïne, die we dan zelf zouden kunnen opknappen in ons eigen tempo.
Na een jaar zoeken vonden we eindelijk ons plekje, het huidige Ca’ Beto, met een eeuwenoud boerenhuis dat in de oorlog was gebombardeerd. Voordat je zo iets koopt, wil je er natuurlijk zeker van zijn dat de bouwplannen die je hebt ook doorgaan en daarom is het hier gewoonte om eerst met de burgemeester te gaan praten.
In Italië ontmoet je elkaar in zo’n geval vaak in een koffiebar en voordat het over zaken gaat, probeer je eerst je gesprekspartners te leren kennen. Zo vroeg de burgemeester wie wij waren en wat wij gedaan hadden in Nederland. Toen hij ontdekte dat wij een grote archeologische belangstelling hebben en ook culturele reizen in Italië organiseren, werd hij enthousiast en nam hij ons direct mee naar een groot grasveld aan de rand van het stadje Sant’Angelo in Vado.
Ooit was dit een Romeinse stad geweest die in de zesde eeuw door de Goten met de grond gelijk werd gemaakt en daarna min of meer vergeten was. De inwoners keerden in rustiger tijden terug en begonnen het middeleeuwse stadje te bouwen, nadat ze een voorteken hadden gekregen in de vorm van de aartsengel Michaël, die een doorwaadbare plek in de rivier overstak.
Vandaar dat de nieuwe naam van de stad Sant’Angelo in Vado (vado is Italiaans voor een doorwaadbare plaats) werd. De oude Romeinse resten werden natuurlijk hergebruikt en van de Romeinse stad bestond in de zeventiger jaren van de vorige eeuw alleen nog maar een stuk Romeinse weg.
Bij een hevig noodweer raakte dit stuk weg beschadigd en moest iemand van de archeologische dienst in Ancona komen om toestemming te geven om dit te herstellen. De jongste medewerkster werd gestuurd en zij kwam enthousiast terug op kantoor in de overtuiging dat er nog veel meer te vinden was. Maar ja, een jong meisje in die tijd in het traditionele Italië… Ze werd nog net niet uitgelachen.
Dertig jaar gingen voorbij en Sant’Angelo begon te groeien. Een flink deel van de bevolking wilde nieuwbouw en een groot parkeerterrein buiten de stad. Maar de archeologische club, geleid door de nieuwe burgemeester, probeerde dit tegen te houden.
Toen kwamen de burgemeester en het jonge meisje, inmiddels opgeklommen tot chef van de archeologische dienst, elkaar tegen en samen kregen ze voor elkaar dat er buiten de stad luchtfoto’s werden gemaakt. En wat bleek: vlak buiten de middeleeuwse stad ligt een enorm opgravingsterrein. Net in het jaar dat wij de burgemeester over onze ruïne benaderden, was men begonnen met de opgravingen.
Zo zagen wij in de periode daarna een Romeinse villa verschijnen met prachtige mozaïeken, de Domus del Mito genaamd. En niet alleen kwalitatief bijzonder, maar ook vrij uniek in thematiek: alle mozaïeken bleken namelijk inhoudelijk bij elkaar te passen en een boodschap van de eigenaar aan zijn bezoekers te bevatten.
Intussen komen we bijna elke week met onze gasten en anderen op de opgraving. We hebben tegenwoordig zelfs de beschikking over de sleutel van het terrein. De opgravingen gaan nog door, maar de crisis zit tegen. Desondanks is er intussen ook een thermencomplex uitgegraven dat deze zomer voor het eerst bezocht kan worden.
Mocht je in de buurt zijn en deze speciale opgraving willen zien, bel ons dan gerust (0039-3407592783). Als het even kan, zullen we je laten delen in dit unieke stukje antiek Rome, dat bijna in onze achtertuin ligt.’