Ruben Klink fietste deze zomer van Milaan naar Venetië. In deze blog deed hij verslag van de eerste week van deze unieke fietstocht, van Milaan naar Ortisei. In deze tweede blog vertelt hij over het vervolg van zijn reis, van Ortisei naar Venetië.
Dag 8: van Ortisei naar San Candido
Ruben: ‘Na een rustdag waren alle pijntjes uit het lichaam verdwenen en kon ik mij opmaken voor de dag waar ik het meeste naar had uitgekeken: de afdaling van de Passo Gardena.
Voordat ik op de fiets stapte om mijn route te vervolgen, hadden we eerst echter nog een andere missie te volbrengen. Onder fotografen is het een veel gebruikte term en velen hebben er één: een ‘bucket shot’. Zie het als dat ene speciale plaatje dat je al tijden in je hoofd hebt, maar voor het maken ervan moeten een aantal zaken precies goed samenvallen.
De voorbereiding begon al in Nederland. Ik wilde de exacte locatie achterhalen vanwaar ik de foto wilde schieten. Die zal ik hier niet verklappen, om de charme van het plaatje in stand te houden, maar ik kan wel zeggen dat het in de omgeving van de Seiser Alm is.
De weersvoorspellingen waren goed. Er was genoeg ruimte voor de zon in de ochtend, waardoor het landschap prachtig zou worden verlicht. Om half zes zaten we in de auto om voldoende tijd te hebben voor het bepalen van de mooiste compositie. Iets na zeven uur raakten de eerste zonnestralen het puntje van de kerktoren en niet veel later het gras van de glooiende heuvels. De setting is zo puur en rustgevend dat je er uren naar kunt kijken…
Met een goede honderd kilometer en 2200 hoogtemeters voor de boeg was er ter plekke helaas geen tijd om uren naar een kerk te staren. We maakten rechtsomkeert, terug naar Ortisei voor het ontbijt.
Rond elf uur zat ik weer op mijn vertrouwde tweewieler en reed ik via Santa Cristina en Selva di Val Gardena recht op de beroemde Passo Gardena af. Dit stukje Italië behoort tot een van de meest geliefde fietsgebieden van Europa en dat is niet zonder reden. Het maakt niet uit of je links, rechts, voor of achter kijkt. Aan elke kant word je overweldigd door gigantische rotsformaties.
In achttien kilometer steeg ik bijna duizend meter, maar dit landschap werkt als een natuurlijke drug die ongekende energie geeft. Boven op de Passo kwam ik op adem en met een broodje in de hand genoten we met z’n drieën van het uitzicht. Wat er vanaf dit punt ook zou gebeuren, deze ervaring kon niemand mij meer afpakken!
Na de lunch was het opperste concentratie bij de lange afdaling door Val Badia. Dit blijft toch de ultieme beloning na het harde werk op de klim. Ook in deze vallei zijn de bergen indrukwekkend, maar het vele lopen op het asfalt en onverharde wegen had zijn tol geëist van mijn fietsschoenen.
Het plaatje onder mijn schoenen dat in de pedalen hoort te klikken was volledig versleten en afgebroken. Dit zorgt ervoor dat je makkelijk van je pedaal af kan schieten en dat is niet geheel ongevaarlijk. Gelukkig is een fietswinkel in dit gebied nooit ver weg en in Corvara werden nieuwe plaatjes geïnstalleerd.
Deze kwamen meteen goed van pas bij de tweede klim van de dag, door het skigebied van Plan de Corones. Ik dacht deze klim met gemak wel even uit mijn benen te stampen, maar dat viel behoorlijk tegen. Het hoogteverschil is 900 meter, maar dat over een afstand van tien kilometer maakte het tot de meest intensieve inspanning tot nu toe.
Sommige stukken waren zo steil dat ik de trappers amper rond kon krijgen en bovendien voelde het continue alsof mijn hart via mijn keel wilde ontsnappen. Een paar kilometer onder de top kreeg ik support van Marcel en Susanne in de volgauto, die mij naar boven schreeuwden. Gelukkig was het vanaf dat moment alleen nog maar naar beneden en reed ik net voor een flinke onweersbui San Candido binnen.
Dag 9: van San Candido naar Cortina d’Ampezzo
De laatste twintig kilometer van gisteren gingen vals plat omhoog in combinatie met een pittige tegenwind. Ik was dan wel voor het donker thuis, maar de dag had er behoorlijk ingehakt. Italy Bike Hotels had gelukkig een heerlijk onderkomen voor ons geregeld in Sporthotel Tyrol en na aankomst kon ik gelijk aanschuiven bij het uitgebreide diner.
De inspanning van gisteren was te voelen bij het opstaan, maar de zon scheen uitbundig, dus geen reden om langer te blijven liggen. Na de zware bergetappes van afgelopen week kon ik vandaag iets meer achterover leunen.
Vierendertig kilometer en vierhonderd hoogtemeters lagen er tussen San Candido en het klassieke skiresort Cortina d’Ampezzo. Deze kortere rit gaf de mogelijkheid om hier en daar wat langer te stoppen.
De rit begon met een heerlijk stuk door de groene alpenweiden, met uitzicht over de eerste bergtoppen van het Parco Nazionale Tre Cime. Bij Dobbiaco sloeg ik linksaf het dal in, richting de Toblacher See.
Alle plaatsnamen in Zuid-Tirol zijn trouwens tweetalig. In dit geval zijn Dobbiaco en Toblach namen voor dezelfde plaats. Drie jaar geleden heb ik op de camping aan het meer overnacht, hetgeen een diepe indruk heeft achtergelaten. Laaghangende mist tussen de bergen tijdens zonsopkomst zorgde toen voor unieke condities, dus een goed moment om vandaag wat herinneringen op te halen.
Na een frisse duik in de Toblacher See was ik echt goed wakker en klaar om door te trappen. Tien kilometer verder was het gelijk weer raak met het Lago di Landro aan de linkerhand. Een lichtere tint blauw, maar met een achtergrond waar je niet zomaar aan voorbij kunt fietsen.
Via een technische off road-route langs de oevers van het meer kwam ik bij het strand en het water. Ik weet zeker dat de Meson niet de meest geschikte fiets is voor dit terrein, maar ik kon hem moeilijk langs de kant van de weg laten staan.
We namen wat langer de tijd om te genieten van het uitzicht en het heerlijke zwemwater. Na de lunch hadden we twee opties. Direct naar het hotel om daar lekker vroeg aan te komen of een uitstapje maken naar de iconische toppen van Tre Cime di Lavaredo.
We kozen unaniem voor het laatste en niet veel later stonden we ons op 2300 meter te vergapen aan de drie toppen. Als je meer tijd hebt, kun je ook prachtige wandelingen maken rond de gigantische toppen, die ervoor zorgen dat je je even heel klein voelt.
De auto kwam nu goed van pas, aangezien ik mijn lichaam er geen plezier mee had gedaan om de berg op te fietsen. Uiteraard was ik niet te beroerd om wel met de fiets naar beneden te komen en met de afdaling in de benen was het nog een goede twintig kilometer naar Cortina d’Ampezzo.
Hier verbleven we twee nachten bij Hotel Menardi. Een bezoek aan Cortina d’Ampezzo stond al lang op mijn verlanglijstje, mede door de prachtige ligging en historie van deze stad, dus ik wilde niet meteen weer door.
Dag 10: Cortina d’Ampezzo
Het is niet verwonderlijk dat Cortina d’Ampezzo al twee keer is verkozen tot de meest geschikte locatie voor de Olympische Winterspelen. Dit was in 1956 het geval en zal in 2026 weer zo zijn.
Het is zeker geen grote plaats, maar door de ligging in een kom, omringd door verschillende bergmassieven, is het een van de eerste plekken in Italië waar de bergsport tot ontwikkeling kwam.
Cortina heeft een gezellig historisch centrum en wat direct opvalt is dat het voornamelijk is gericht op de toerist die meer te besteden heeft. Het is van oudsher een wintersportgebied voor de welgestelden en dat is ook in de zomer merkbaar.
De meeste bekende kledingmerken zijn vertegenwoordigd en men loopt er net even wat anders bij dan in de meeste dorpen. Leuk om te zien natuurlijk, maar uiteindelijk ben ik niet gekomen om te shoppen.
De wekker ging lekker vroeg, omdat in bergkommen nog wel eens ochtendmist kan ontstaan net voordat de zon opkomt. Vanaf de tuin van Hotel Menardi stuurde ik mijn drone de lucht in en bingo! Vanaf het centrum rolde de mist als een witte deken het dal uit.
De rest van de ochtend werd besteed aan wat huishoudelijke klusjes, zoals de was ophangen en de fiets schoonmaken. Deze zat sinds het uitstapje van gisteren bij het Lago di Landro onder de modder en dat doet de schoonheid van de fiets geen eer aan. De tuinslang ging erop, daarna goed poetsen, wat olie op de ketting en hij voelde weer aan als nieuw.
Na de lunch had ik vrij voor een uitstapje met de racefiets zonder alle tassen. Dit was er tot nu toe nog niet van gekomen, maar wel iets waar ik veel zin in had. De Isaac Meson is ontworpen met het oog op maximale prestaties en door er vier tassen aan vast te maken, is het onmogelijk om de ware potentie uit de fiets te halen.
Ik vertrok in oostelijke richting en reed de berg op met de machtige Monte Cristallo aan mijn linkerzijde. Het verschil in gewicht werd meteen duidelijk. Nu was het een eerlijke krachtmeting tussen de berg, de racefiets en mijn eigen spieren.
Op de weg naar boven passeer je de prachtig gelegen Agriturismo El Brite de Larieto met veel loslopende koeien. Wij waren al voorzien van een accommodatie, maar dit is zeker een tip voor als je op zoek bent naar een bijzondere overnachting.
De top van deze klim ligt op 1800 meter en vanaf daar kun je de afdaling maken naar het Lago di Misurina. Tijdens de winterspelen werden hier de schaatswedstrijden gehouden.
Het meer ligt behoorlijk hoog, tussen verschillende bergtoppen. Onder de juiste omstandigheden zijn hier prachtige reflecties te zien. Toen ik aankwam, was de zon helaas al verdwenen, dus een goed moment om de fiets om te draaien en de dag met z’n drieën af te sluiten met een heerlijke pizza in Cortina.
Dag 11: van Cortina d’Ampezzo naar Alleghe
Na een ontspannen dag op locatie was het vandaag weer tijd om te koersen. Inmiddels zijn we ruim over de helft en de lange en zware etappes zijn grotendeels achter de rug. Venetië lijkt steeds dichterbij te komen, maar hiervoor moest nog wel worden afgerekend met de legendarische Passo Giau.
De wekker ging nog eerder dan gisteren, want de ochtend was vrijgemaakt voor het opnemen van een film voor de twee belangrijkste sponsoren: Isaac Cycle en Futurumshop. Samen met Marcel had ik een script bedacht over een wielrenner die vroeg uit de veren is om met zonsopkomst een lekker stuk te gaan fietsen.
Ons hotel had niet de sfeer die we wilden neerzetten, dus gingen we op zoek naar een betere locatie. Na wat speurwerk vonden we een mooi gelegen vrijstaand huisje met uitzicht over het dal van Cortina.
Bij aankomst wilde de eigenaar net vertrekken, maar hij was zo vriendelijk om ons de ruimte te geven voor de opnames. Terug bij het hotel ging het ontbijt er goed in en werd de fiets opnieuw in gereedheid gebracht om de bergen te trotseren.
Om van Cortina d’Ampezzo naar Alleghe te reizen, zijn er twee mogelijkheden. De Passo Falzarego, met mooi uitzicht op de bergen van Cinque Torri, of de Passo Giau. Ik kon zelf moeilijk kiezen, dus uiteindelijk heb ik de hoteleigenaar laten beslissen.
Volgens hem kon ik meer genieten van de omgeving op de Passo Giau. Deze heeft bovendien een legendarische status in de Giro d’Italia. Op deze pas zijn door de jaren heen blijkbaar heel wat duels uitgevochten. Precies rond het middaguur begon ik aan de tocht naar boven en was het genieten van het laatste zicht over Cortina. Wellicht dat ik hier komende winter nog terugkom.
Deze route is niet voor niets vaste prik in de grootste wielerronde van Italië. De klim is behoorlijk uitdagend en onderweg passeer je prachtige natuur. Op ongeveer 1800 meter maakt het bos plaats voor een alpenweide en fiets je een arena binnen van imposante bergen.
Na een strijd van vijftien kilometer met de bergpas en alle ervaringen van de dagen ervoor werd ik overvallen door een emotionele ontlading. Ik was nog niet boven, maar besloot wel om even af te stappen en volledig op te gaan in het moment.
De top van de Passo Giau ligt op 2236 meter, het hoogste punt waar ik met de fiets zou komen. Een hapje en een drankje op het terras waren meer dan verdiend en net voordat de zon achter de wolken verdween, wisten we nog een paar mooie plaatjes te schieten.
Met het zware werk achter de kiezen, was het nu genieten van de twintig kilometer lange afdaling naar Alleghe. Een ondergaande zon met wolken aan de horizon zorgt altijd voor een interessant decor van lagen en silhouetten. Voeg hier een klein bergdorpje aan toe en het plaatje is compleet.
Alleghe is geen bekende bestemming en je hoeft er ook zeker niet heen vanwege de schoonheid van het dorp. Waarom ik hier toch twee nachten wilde verblijven? Dat heeft alles te maken met de Monte Civetta, die met 3220 meter als een reus boven het dorp uittorent. Bij aankomst in het dal is het onmogelijk om de berg te missen. Hij leidde ons direct naar onze eindbestemming.
Dag 12: Alleghe
We werden wakker in Hotel Savoia, direct aan het Lago di Alleghe. Dit is het soort hotel dat het echt moet hebben van de wintersport en past bij het aanzicht van het dorp.
In een zomer die het extra zwaar maakt vanwege corona kun je je voorstellen dat het hier niet stormloopt, maar het sympathieke koppel dat dit familiehotel runt heet ons van harte welkom.
Hoewel deze reis in eerste instantie in het teken staat van fietsen, wilde ik een mooie bergwandeling niet uit de weg gaan. Het zou een welkome afwisseling zijn op al het asfalt en een kans bieden om net even wat dieper de natuur in te duiken.
Dit idee leek de prullenbak in te moeten toen ik negen dagen voor vertrek door mijn enkel ging en lopen op vlak terrein al een uitdaging was. Zelfs na aankomst in Milaan kreeg ik mijn voet amper in de fietsschoen, maar fietsen bleek het beste medicijn tegen de zwelling en zorgde voor een snel herstel van de spieren.
De ochtend was ter vrije besteding en ik besloot er met de Meson op uit te trekken voor een avontuurtje zonder de bikepacks. Vanuit het dorp brengt de kabelbaan je naar een hoogte van 1500 meter, maar dit stuk kun je ook via de weg afleggen. Heerlijk om jezelf even goed in het zweet te fietsen en daarna af te koelen tijdens de afdaling.
Tijdens het ontbijt eerder op de dag hadden we ons goed laten informeren over de wandelroutes en mogelijkheden om te overnachten op de berg. We besloten om de laatste gondel naar boven te pakken en vanaf daar te hiken naar Rifugio Tissi op 2250 meter.
Voor de verandering ging nu de backpack op de rug met voldoende snacks, water en wat cameraspullen. Eerder beschreef ik al hoe het fietsen zorgt voor een intensere beleving van het landschap. Het vertraagt en je zintuigen krijgen meer tijd om alles te verwerken. Hiken vertraagt wat dat betreft nog veel meer en zorgt voor een bredere ontspanning van de geest.
We liepen de berg op terwijl de zon langzaam aan het zakken was en werden getrakteerd op prachtige vergezichten. Onderweg passeerden we het idyllisch gelegen Lago di Coldai, dat uitnodigde voor een frisse duik.
Het voordeel van overnachten op de berg is dat je de omgeving op een gegeven moment praktisch voor jezelf hebt. De rust keert dan volledig terug. Dit rustmoment ging even later vrij snel over in een iets stressvollere situatie toen zware, donkere wolken binnen kwamen drijven.
Hoog in de bergen kan het weer snel omslaan en met nog aardig wat klimwerk voor de boeg moest het tempo omhoog. Regen, onweer en invallende duisternis zorgden tijdens het laatste deel van de klim voor een groot contrast met het uur daarvoor. Gelukkig werden we vriendelijk onthaald door het personeel van de berghut met schnaps en een stevige pasta. Eind goed, al goed!
Dag 13: van Alleghe naar Belluno
De dag hoog in de bergen beginnen heeft iets magisch. Ver verwijderd van het gebrom van auto’s en alleen de wind en wat vogels om naar te luisteren. Gisteren was het zicht bij aankomst niet veel meer dan twintig of dertig meter, maar ’s ochtends konden we de omgeving duidelijk zien.
Aan de achterkant wordt de rifugio beschermd door een gigantische bergmuur van ruim vijfhonderd meter hoog, op een steenworp afstand van de klif die uitkijkt over het dal van Alleghe.
Na het ontbijt begonnen we langzaam aan de twaalf kilometer lange wandeling terug naar het startpunt. Nu zonder de stress van dreigend onweer en regen. Mijn enkel had zich gisteren goed gehouden, maar na een flink stuk afdalen was het ook wel weer even welletjes.
Hoe dan ook was het de ervaring meer dan waard en ik kan iedereen die van een stevige wandeling houdt adviseren om een overnachting in een berghut in te plannen. Je hoeft namelijk absoluut geen alpinist te zijn om bij de meeste hutten te komen en het is een geweldige manier om je één te voelen met de natuur.
Tijd om de wandelschoenen uit te trekken en de fiets tevoorschijn te halen, want in de middag stond er nog een rit op het programma. Het zware klimwerk was nu echt verleden tijd en ik werd zelfs beloond met de langste afdaling van de reis. Ruim vijfendertig kilometer glooiend naar beneden tot in het laagland van de stad Belluno.
Bijna de gehele afdaling reed ik door het groene dal van het Parco Nazionale delle Dolomiti Bellunesi met aan weerszijden nog een laatste keer de grootsheid van de zuidelijke Dolomieten. Diepe kloven met verborgen riviertjes waren met goed luisteren op te sporen en met de fiets net te bereiken. Het zicht op Belluno betekende ook gelijk het afscheid van de bergen, maar met voldoende redenen om hier hopelijk snel terug te komen.
Dag 14: van Belluno naar Venetië
Na twee weken van avontuur was het nu tijd om de fietscomputer de laatste instructies te geven: het Piazza San Marco in Venetië. Er zijn meerdere wegen die van Belluno naar Venetië leiden, maar wanneer je kiest voor de toeristische route dan zitten daar nog wel een paar klimmetjes bij inbegrepen.
In totaal moest honderdenzes kilometer worden afgelegd met zeshonderd hoogtemeters. Met zorg werden de bikepacks voor de laatste keer aan de fiets vastgemaakt. Het geeft altijd een zekere voldoening als alles er strak en compact op zit.
Belluno is een prachtige oude vestingstad aan de rivier de Piave en zeker een bezoek waard als je iets meer tijd hebt. Ik had hier helaas geen tijd voor, aangezien er zwaar weer op komst was en ik dit zo veel mogelijk voor wilde blijven.
Het eerste deel van de route ging door de heuvels ten zuiden van Belluno, waar ik af en toe nog even flink op de trappers moest. Op de Passo San Boldo werd ook de laatste top overwonnen en kon ik mij opmaken voor een van de meest unieke afdalingen in de Alpen.
Op de top net voorbij het gelijknamige bergdorpje vertelt een stoplicht of het veilig is om te beginnen aan de afdaling. Via een smalle, donkere tunnel kom je aan de andere kant van de berg waar het bochtenspektakel begint.
Deze zuidzijde van de pas moest in recordtijd tijdens de Eerste Wereldoorlog worden aangelegd om het leger sneller te kunnen bevoorraden. Hierdoor is gekozen voor maar één rijbaan. De weg ligt als een opgekrulde slang tegen de berg aan en in veel van de achttien haarspeldbochten fiets je in tunnels dwars door de berg.
Ik heb veel afdalingen gezien, maar de Passo San Boldo is wat dat betreft uniek. Gaaf dat mijn laatste meters boven zeeniveau hier eindigden!
Onder aan de pas ligt het uitgestorven oude dorpje Tovena, waar ik Marcel en Susanne weer trof voor de lunch. Stiekem had ik gehoopt dat de regen nog even op zich zou laten wachten, maar toen ik de radarbeelden bekeek werd duidelijk dat er geen ontsnapping mogelijk was.
Bij het wegfietsen begon het al te spetteren en dit ging steeds harder naarmate het landschap afvlakte. Ik had nog zestig kilometer op de teller staan met grote kans dat de regen niet zou stoppen tot aan Venetië.
Het begin voelde onwennig, om zo hard door te trappen in de regen naast auto’s die met tachtig kilometer per uur aan je voorbijrazen, maar wanneer alles wat je aan hebt zeiknat is komt er overgave en hoef je nog maar aan één ding te denken: doorbeuken.
In Treviso werd een pauze ingelast en kort daarna nam de hevigheid van de regen eindelijk wat af. Aan de horizon probeerde de zon zelfs een poging te doen om door de wolken te komen!
Ik zag de eerste borden met Venetië erop; de eindstreep kwam letterlijk in zicht. Venetië is een aaneenschakeling van talloze kleine eilandjes die als geheel verbonden zijn met een grote landbrug aan het vaste land. Onderling zijn de kleine eilanden verbonden met honderden prachtige bruggetjes.
Het lange fietsen in de regen in combinatie met het drukke verkeer had duidelijk zijn tol geëist op hoe ik mij voelde. Ik was moe, geïrriteerd en miste het fietsen in de natuur. Bovendien snakte ik naar een koud biertje.
Na ruim duizend kilometer mocht ik van mezelf niet moeilijk gaan doen over dit laatste kleine stukje, maar ik had gehoopt op wat meer euforie. Gelukkig is Venetië vanaf het Piazzale Roma geheel autovrij, dus dat was meteen al een irritatie minder.
Na de eerste paar bruggen begon het besef langzaam te komen. Het plan dat ik had uitgedacht was volledig werkelijkheid geworden…
Het heeft me bovendien zo veel meer gebracht dan ik vooraf had kunnen denken. Ik ben niet de afgrond in gestort, de fiets doet het nog perfect en alle bikepacks blijken ook na zestig kilometer regen volledig waterdicht.
De wandeling naar het San Marcoplein werd ingezet, aangezien fietsen in Venetië niet is toegestaan. In dat opzicht is het geen logische eindbestemming, maar het was wel een mooi punt op de kaart om naartoe te werken. Bij het water vond ik het moment waar ik naar op zoek was.
De fiets even aan de kant, het hoofd leeg en proberen om alle indrukken van de afgelopen twee weken een plekje te geven. Wat was het een fantastische reis!’
Naast dit verslag in woord en beeld maakte Ruben een korte film die het gevoel dat hij tijdens het fietsen heeft ervaren goed weergeeft: energie, overweldigende landschappen en boven alles, vrijheid in beleving:
Grazie mille!
Ruben: ‘Leuk dat je digitaal met mij hebt meegereisd en dat je het ook hebt gehaald tot aan Venetië! Deze trip heeft zonder meer op verschillende vlakken voor verrijking gezorgd en ik hoop dat ik je van wat inspiratie heb kunnen voorzien voor toekomstige reizen. Wellicht ben je een wielrenliefhebber en lijkt het je ook gaaf om ooit een tocht in deze vorm te maken. In dat geval hoop ik je een beetje op weg te hebben geholpen.
Loop je er wel mee rond, maar heb je na het lezen nog steeds geen idee waar je moet beginnen? Stuur mij dan een e-mail en wie weet kan ik je verder helpen.
Ten slotte wil ik mijn dank uitspreken aan de sponsoren Isaac Cycle, Futurumshop en CameraNU, alle genoemde hotels en uiteraard de crew. Marcel, Susanne en Sergio, dank voor jullie support onderweg, het beeldmateriaal en de gezelligheid!’
Indrukwekkende reis, en erg mooi geschreven. Foto’s zijn natuurlijk ook echt super. Ik ben al een aantal keren met de auto in Noord Italie geweest, en ken nagenoeg alle routes die je gefietst hebt. Wat een prestatie!
Mijn reis gaat volgend jaar naar Alpe d’Huez (die ik eigenlijk dit jaar had willen maken, mja, corona gooide roet in het eten). Het was dit jaar nl 25 jaar geleden dat ik samen met m’n zwager als 19 jarig broekie vrijwel ongetraind Alpe d’Huez had beklommen. Doordat ik zo matig getraind was heb ik er toen 2:10u over gedaan, mja, ik was wel boven gekomen.
In de 25 jaar daarna is er veel gebeurd, niet meer gefietst, en was uiteindelijk heel erg veel te zwaar geworden. Na een maagverkleining in januari 2018 ben ik nu bijna 70kg lichter. Een van mijn doelen tijdens het hele proces was om nogmaals Alpe d’Huez te beklimmen, en daarbij de tijd van 2:10u te vermorzelen. Helaas ging het dit jaar niet door (was wel mooi geweest precies 25jr na dato), maar volgend jaar gaat het dan eindelijk gebeuren. Niet 6x ofzo, gewoon 1x volle bak.
Misschien dat ik in de jaren daarna nog wel eens een aantal mooie passen van jouw reis ga fietsen. Passo Giau is er 1 die zeker op de lijst staat.