Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Neem een kijkje in de Romeinse villa’s bij Castellammare di Stabia

Als je herinneringen wil zien aan het leven zoals dat voorafgaand aan de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus was, breng je meestal een bezoek aan Pompeï, Herculaneum en Oplontis.

Drie bijzondere plekken die van het ene op het andere moment bedolven raakten onder as, puimsteen en modder en nu omgetoverd zijn tot unieke bezienswaardigheden, die alle drie op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan.

Rondom deze bekende plaatsen vind je nog een aantal andere plekken die hetzelfde lot ondergingen. Zo kun je in Castellammare di Stabia, het Romeinse Stabiae, nog een aantal prachtige villa’s zien.

In deze blog nemen we je mee naar het Museo Archeologico di Stabia én naar drie villa’s die je hier kunt bewonderen: Villa San Marco, Villa Arianna en de villa die bekend staat als het Secondo Complesso.

Luxe villadorp aan de Golf van Napels

De geschiedenis van de Romeinse villa’s bij Castellammare di Stabia gaat terug tot 89 voor Christus. In dat jaar werd Stabiae tijdens een burgeroorlog verwoest door de Romeinse keizer Sulla.

De stad werd niet meer in oorspronkelijke staat herbouwd. In plaats daarvan verrees er op die plek een luxe villadorp dat floreerde tot 79 na Christus, toen het werd bedolven onder een dikke laag as.

De villa’s werden niet voor niets op deze plek gebouwd. Ze genoten van een prachtige panoramische ligging, met uitzicht over de Golf van Napels. Dat maakte de bouw wel complex; de plekken waren moeilijk toegankelijk. De Romeinse architecten slaagden er echter buitengewoon goed in om de villa’s aan te passen aan het gebied.

De villa’s die de rijke Romeinen op deze plek lieten bouwen, werden niet permanent bewoond, maar werden vooral gebruikt om tot rust te komen en te ontspannen. Het waren villa’s waar de Romeinen in hun vrije tijd verbleven, met grote kamers met wanden vol fresco’s, thermale baden, zuilengalerijen en mooi beschilderde nymphaea, gewijd aan de watergoden.

De eerste opgravingen bij Castellammare di Stabia

De villa’s kwamen aan het licht in de achttiende eeuw, toen koning Karel III van Bourbon opdracht gaf aan onder anderen de Zwitserse ingenieur Carl Weber te starten met opgravingen in het gebied.

Zo’n opgraving ging er in die tijd overigens heel anders aan toe dan nu het geval is. Het was destijds gewoon om ondergrondse gangen te graven om zo de kamers van de villa’s te kunnen bereiken en vooral op zoek te gaan naar de best bewaard gebleven onderdelen, waaronder fresco’s.

Deze werden vervolgens overgebracht naar het Bourbon Museum in het Palazzo Reale di Portici, dat in 1758 door koning Karel III werd geopend. Men liet de minder goed geconserveerde en beschadigde fresco’s zitten. Soms werden deze door de manier van opgraven zelfs nog verder beschadigd.

Nadat de buit eruit was gehaald, werd de plek weer toegedekt en begon men op een andere plek te graven. Later werd de collectie door de Bourbon-familie ondergebracht in het door hen opgerichte Real Museo Borbonico in Napels, dat later het Museo Archeologico Nazionale di Napoli werd.

In 1881 publiceerde architect Ruggiero, die ook betrokken was bij de opgravingen in Pompeï en Herculaneum, het boek Degli Scavi di Stabia dal 1749 al 1782. Hij verzamelde alle aantekeningen en tekeningen die door Weber gemaakt waren tijdens de opgravingen, inclusief plattegronden van de gegraven tunnels. Ook bracht hij in kaart welke vondsten er waren gedaan.

Nieuwe opgravingen & een nieuw museum

Dankzij deze documentatie ontstond er in de jaren vijftig van de vorige eeuw opnieuw belangstelling voor de archeologische sites van Castellammare di Stabia. Onder leiding van schooldirecteur Libero D’Orsi werden er nieuwe opgravingen georganiseerd, waarbij men uiteraard een andere werkwijze hanteerde dan voorheen.

Een deel van de fresco’s werd voorzichtig uit de villa’s gehaald om ze beter te kunnen beschermen. Ze werden ondergebracht in verschillende lokalen van de middelbare school waar D’Orsi directeur was.

De collectie bevatte naast prachtige kleurrijke (delen van) fresco’s ook zo’n achtduizend voorwerpen, zoals olielampjes, broches, amforen en grafstenen. In 1957 maakte men er zelfs een museum van, het Antiquarium Stabiano, maar eind jaren negentig sloten de deuren in de hoop een betere locatie te vinden voor de waardevolle vondsten uit Stabia.

Pas in 2020 werd die locatie gevonden, in het Reggia di Quisisana in Castellammare di Stabia, de voormalige zomerresidentie van Karel III van Bourbon. Met het Museo Archeologico di Stabia Libero D’Orsi kreeg de collectie een prachtig nieuw thuis.

foto’s: Museo Archeologico di Stabia Libero D’Orsi

Villa San Marco

Een aantal van de opgegraven villa’s kun je bezoeken. Allereerst Villa San Marco, die genoemd is naar een achttiende-eeuwse kapel die vlak bij de villa stond. Het was een van de grootste villa’s van het dorp, met een oppervlakte van zo’n elfduizend vierkante meter, waarvan zo’n zesduizend is opgegraven.

De villa werd voor het eerst opgegraven tussen 1749 en 1754, door Weber en de Spaanse ingenieur Alcubierre, en weer begraven. Tussen 1950 en 1962 zagen de restanten van de villa opnieuw het daglicht.

Deze imposante villa laat weinig aan de verbeelding over. Je hebt het gevoel echt in een huis te staan, waar je je goed kunt voorstellen hoe het er ooit uit gezien moet hebben. De verschillende eigenaren hebben de villa steeds verder uitgebreid.

Je bekijkt er onder meer een schitterend atrium (een centrale, open binnenplaats met een impluvium, bassin waarin regenwater werd opgevangen), lararium (huiskapel), keuken, een groot thermengedeelte met een frigidarium (koudwaterbad), caldarium (warmwaterbad) en tepidarium (lauwwaterbad), een peristilium (zuilengalerij) rondom een binnentuin, een viridarium (waar een arboretum was) en een zwembad.

Het indrukwekkendst zijn de schitterende fresco’s met mythologische figuren op een achtergrond van Pompeiaans rood. Ook delen van mozaïekvloeren die zijn teruggevonden geven de rijkdom van de Romeinse villa-eigenaren aan.

Villa Arianna

Deze villa werd voor het eerst opgegraven tussen 1757 en 1762. Hij dankt zijn naam aan de godin Ariadne (in Italiaans Arianna), die op een muurschildering in het triclinium, de eetkamer, was afgebeeld.

Een groot deel van deze villa – de oudste van Stabiae – ligt nog onder de grond, maar dankzij een plattegrond die Weber maakte, weten we hoe de oorspronkelijke indeling was. Het opgegraven gebied van de villa beslaat een enorme oppervlakte, zo’n vijfentwintighonderd vierkante meter. Je ziet onder meer het atrium met daaromheen een aantal kamers, thermen en een grote palestra, sportzaal.

Het interieur van de villa laat zien dat de bewoners behoorlijk gefortuneerd waren. De kleine kamers zijn vooral versierd met cupidootjes, vliegende figuren, landschappen en maskers.

Op de muren van de grotere vertrekken zijn mythologische thema’s uitgewerkt, zoals de scène waarin Ariadne is verlaten door Theseus en de god Dionysos haar slapend aantreft. Naast schitterende fresco’s kun je in de villa ook zwart-witte mozaïekvloeren met geometrische patronen bewonderen.

foto’s: Francesco Ricciardi

Secondo Complesso

Vlak bij Villa Arianna vind je ook nog het Secondo Complesso, het ‘tweede complex’. Deze villa werd in 1762 door Weber opgegraven en beslaat duizend vierkante meter.

In de jaren zestig werd hier onder andere een deel van een peristilium, zuilengalerij, opgegraven. Ook was er een thermencomplex aanwezig. Helaas is veel van de versiering in het oudste deel van de villa verdwenen, al zie je op sommige plekken nog wel wat frescofragmenten terug.

met dank aan Pompeiisites voor een aantal foto’s

Ook ontbreekt het grootste deel van de vloeren. Die werden tijdens de opgravingen in de tijd van koning Karel III van Bourbon overgebracht naar het museum.

Meer informatie over de Romeinse villa’s

Meer informatie over de Romeinse villa’s van Stabia vind je via Pompeiisites. In het Museo Archeologico Nazionale di Napoli kun je een aantal archeologische vondsten zien van de opgravingen uit de tijd van Karel III van Bourbon.

Er zijn overigens nog meer villa’s teruggevonden op de hoogvlakte van Varano, maar alleen Villa San Marco, Villa Arianna en het Secondo Complesso zijn te bezoeken. Een aantal villa’s wordt nog onderzocht door archeologen.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *