Paolo Sorrentino’s nieuwste film, È stata la mano di Dio (ook wel bekend als The Hand of God) is vanaf 15 december te zien op Netflix.
Met deze film brengt de beroemde Italiaanse regisseur (die we kennen van onder meer La Grande Bellezza en The Young Pope) een eerbetoon aan Napels, als een wervelende liefdesbrief aan die altijd fascinerende stad.
Het is Sorrentino’s persoonlijkste film, een – geromantiseerde – terugblik op zijn jeugd in Napels, in de jaren tachtig, waarin de Napolitanen mede dankzij de komst van Maradona weer geloofden in hun dromen.
Ons hart ging al meteen sneller kloppen bij het zien van de openingsbeelden, waarbij je Napels langzaam ziet ontwaken, met onder andere het Castel dell’Ovo en Posillipo. Vervolgens sluit je de vrij verlegen Fabietto – Sorrentino’s alter ego – meteen in je hart, net als de stad, de film en de boodschap van hoop die schitterend door de film heen zindert.
Italiaanse Oscarinzending 2022
È stata la mano di Dio won op het filmfestival van Venetië de grote juryprijs. Tevens zal de film de Italiaanse Oscarinzending zijn in 2022.
Dat het zijn meest persoonlijke film tot nu toe is, herhaalde Paolo Sorrentino afgelopen maanden regelmatig in interviews met Italiaanse media over zijn nieuwe creatie. Het werd bijna een mantra, waardoor de verwachtingen voor È stata la mano di Dio hooggespannen zijn.
Het verhaal van Sorrentino’s jeugd
Sorrentino vertelt het verhaal van zijn eigen familie, zijn eigen leven – waarin zijn ouders plotsklaps overlijden als de jonge filmregisseur net zestien is. Ze gingen net als zo vaak in het weekend naar hun huis in Roccaraso, op het platteland in de regio Abruzzo.
Paolo ging meestal mee, maar dat weekend bleef hij in Napels, om samen met zijn vrienden een voetbalwedstrijd van Napoli te kijken, met op dat moment Diego Maradona als sterspeler.
Terwijl hij genoot van de wedstrijd en van Maradona’s voetbalkunsten, kwamen zij om door koolmonoxidevergiftiging. Aan het Italiaanse weekblad Il Venerdì vertelt Sorrentino: ‘Nog altijd ken ik geen woorden die invulling geven aan deze tragedie. Mijn jeugd eindigde op die dag. Ik was zestien. Ik weet dat er geen juiste leeftijd is om je ouders te verliezen, maar tijdens je tienerjaren hakt zo’n verlies er misschien meer in dan ooit.
Het is niet alleen de pijn die je voelt. Je moet van het ene op het andere moment volwassen zijn, maar je bent tegelijkertijd nog een kind. Een kind dat juist door zo’n schokkende gebeurtenis extra warmte, steun, veiligheid en liefde nodig heeft.
De rector van mijn school stuurde slechts vier klasgenoten naar de begrafenis van mijn ouders, niet de hele klas. Ik weet nog dat ik daar enorm verdrietig om was. Het maakt me nu niet meer uit, want nu is de hele klas er – als publiek bij mijn film.
Cinema is een geweldige manier om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Want de realiteit is hard, te hard. Dat is waarom ik films maak: ik wilde een ander leven. Ik wilde mijn kinderen laten zien dat er voor iedereen een toekomst is, ook al raak je tijdens je jeugd beschadigd, ontheemd of ontworteld.’
Tussen feit en fictie
Natuurlijk is niet alles autobiografisch. Sorrentino trekt een dunne lijn tussen zijn persoonlijke ervaring en een aantal artistieke toevoegingen die van het verhaal een betere film maken. Zo vertelt hij dat hij de tijd dat de pijn voelde over zijn ouders dood zijn leven beïnvloedde in de film aardig heeft ingekort.
‘Ik wilde er geen donkere, allesverwoestende film van maken. Eigenlijk was de pijn in die eerste jaren ondraagbaar en áltijd aanwezig. Maar als je dat in een film laat zien, wordt het een heel somber en beklemmend verhaal.
Hier en daar heb ik ook de volgorde van gebeurtenissen veranderd. Ik weet nog veel van mijn kindertijd en van mijn jeugd, dus ik kon goed kiezen wat ik wel en niet wilde laten zien. Dat is ook mijn rol als regisseur; sommige dingen zijn wel belangrijk voor mij, maar niet voor de kijker,’ aldus Sorrentino.
De hand van Sorrentino
È stata la mano di Dio is Sorrentino’s tiende film. Je ziet er zeker de hand van de regisseur in terug, ook al is die met woorden moeilijk te omschrijven. Is het het licht? De manier waarop het verhaal wordt verteld? De beelden? De bizarre figuren die in de film opduiken?
Toch is deze film ook anders dan Sorrentino’s eerdere films. Sorrentino zegt er zelf het volgende over: ‘Ik moet toegeven dat ik een beetje moe werd van variaties op hetzelfde thema, van dezelfde trucjes, dezelfde verbeelding. Daarom is deze film anders. Eenvoudiger, minder complex, al draait het om de grote emoties van het leven, in positieve en in negatieve zin.’
Sorrentino’s familie staat er kleurrijk op in de film. Tot de dag van het fatale ongeluk maak je kennis met heel wat extravagante familieleden. Sorrentino: ‘Mijn familie is echt zo – en mensen uit Napels en omstreken kunnen dit wellicht beamen. Het zijn gepassioneerde mensen, niet bang om zich te laten horen en boven alles te zijn wie ze zijn. Mijn familie was zo, ik ben zo en ook mijn vrouw – ook uit Napels – is gelukkig net zo.’
Sorrentino schrikt voor geen enkel onderwerp terug. Zo komt ook het overspel van zijn vader (vertolkt door Toni Servillo) aan bod, dat heel wat stof deed opwaaien binnen de familie. Dat leverde Sorrentino een halfbroer op, van wiens bestaan hij te weten kwam de dag na het overlijden van zijn ouders.
Het was zijn zus, die dertien jaar ouder is dan Paolo, die hem over deze halfbroer vertelde. Ze heeft maar een kleine rol in de film; waarin ze zich vooral in de badkamer opsluit om zich op te tutten voor een avondje uit.
Sorrentino: ‘Na het overlijden van onze ouders was ze als een moeder voor me. Maar voor mijn gevoel hield ze uren die badkamer bezet – en dat zie je terug in de film. Ze was in eerste instantie niet zo blij met deze weergave, maar ze snapte uiteindelijk wel dat dit voor mij als filmmaker een mooie verhaallijn is.’
Napels als uniek decor
La Grande Bellezza (2013) was Sorrentino’s grootste filmsucces. Met deze ode aan Rome won hij in 2014 zelfs een Oscar. Voor deze nieuwe film verruilde hij Rome voor zijn geboorteplaats Napels. Voelt dit echt als thuiskomen?
‘Eigenlijk niet,’ aldus Sorrentino. ‘Vooral omdat het niet makkelijk is om er een film te maken, vanwege de chaos die Napels kan zijn. In de film zie je de plekken in Napels zoals ik ze me herinner uit mijn jeugd, maar Napels is natuurlijk niet meer de stad zoals ze toen was.
Maradona als sterspeler
De stad is veranderd – en in veel opzichten op een positieve manier. Deels is dat dankzij Maradona, een van mijn helden, wiens naam en faam ook een belangrijke rol spelen in de film.’
In mijn film Youth (uit 2015) zit een scène waarin iemand die op Maradona lijkt op spectaculaire wijze een tennisbal hooghoudt. Maar in È stata la mano di Dio – een filmtitel die op zich al een eerbetoon aan Maradona is – speelt de van oorsprong Argentijnse voetballer een veel grotere rol.
‘Maradona dook na zijn aankomst in Napels ineens overal op, op de vreemdste plekken. Hij reed in een aftandse Fiat Panda, zodat hij niet makkelijk herkend werd. Ik zag hem ooit op straat – en op dat moment stond de wereld even stil.’
Dankzij Maradona groeide Napels – en met de stad ook haar inwoners. De impact van Maradona op de stad is enorm. Dat zag je vorig jaar ook wel toen bekend werd dat hij zijn laatste adem had uitgeblazen.
Wellicht groeit de stad nu weer een beetje dankzij Sorrentino, die met Napels als decor zijn meest persoonlijke film ooit maakte en daardoor ook zelf groeide. ‘Nu ben ik wellicht eindelijk klaar met dat grote verlies en dat peilloze verdriet,’ aldus Sorrentino.
Benieuwd naar Sorrentino’s nieuwe meesterwerk? È stata la mano di Dio is vanaf 15 december te zien op Netflix en draait vanaf vandaag ook in een aantal bioscopen.
foto’s: Gianni Fiorito | Studio Lucherini Pignatelli