Vorige week stonden we nog met beide voeten op de bijzondere bodem van de Toscaanse Val d’OrciaDeze link opent in een nieuw tabblad. Om de herinnering aan die heerlijke tour door dit gebied vast te houden, maken we vandaag een typisch pastagerecht uit deze streek: pici. Naar recept van Giulia Scarpaleggia, uit haar boek Eet, proef en beleef ToscaneDeze link opent in een nieuw tabblad.
Giulia: ‘De glooiende heuvels van de Val d’Orcia zijn in alle jaargetijden adembenemend: groen en mild in de lente, goudgeel in de zomer en met alle tinten bruin in de herfst en winter. Elk dorpje in het dal is een juweeltje dat op ontdekking wacht.
PienzaDeze link opent in een nieuw tabblad is even schitterend als San Quirico d’Orcia, maar mijn favoriete dorp is Bagno Vignoni met zijn warme bronnen die in de winter sprookjesachtig geuren. Proef er vooral de pecorino uit Pienza en de pici, een soort dikke, handgemaakte spaghetti.’
Dat laten we ons geen twee keer zeggen! Na ons even verlekkerd te hebben aan foto’s van Bagno Vignoni, San Quirico d’Orcia en Sant’Antimo, slaan we de pagina om voor het recept:
Heb je wel eens van pici gehoord of ze geproefd? Ze zijn onlosmakelijk verbonden met Siena en dan vooral met het zuiden van die provincie, waar de prachtige Val d’Orcia ligt met in de tijd versteende dorpjes zoals Vico d’Orcia, Castiglione d’Orcia en Montepulciano.
Pici zijn dikke, lange en heel rustieke spaghetti, zelfgemaakt van bloem en water zonder ei. In Siena worden ze met allerlei sauzen gegeten, zoals sugo all’aglione (saus met tomaten en veel knoflook) of superklassiek met broodkruim dat in olie gebakken wordt. Hier volgt eerst het recept voor een rustieke, authentieke saus die door zijn eenvoud kenmerkend is voor deze pasta toscanissima.’
Wat heb je nodig?
Voor vier personen heb je nodig: 300 gram bloem, 150 ml warm water, zout, extra vergine olijfolie. Voor de saus: 5 eetlepels extra vergine olijfolie, 4 tenen verse knoflook, 500 gram vruchtvlees van tomaten, zout, 1 chilipepertje
Bereidingswijze
Kneed een glad deeg van de bloem, wat warm water, een mespunt zout en een eetlepel olijfolie op een houten plank. Laat het ongeveer dertig minuten rusten. Rol het uit, maar niet te dun.
Neem een geribbelde deegroller voor pici, rol hem over het deeg en trek er lange voren in. Trek de deegreepjes vervolgens met je handen uit elkaar waarbij je ze tegelijkertijd langer en dunner maakt. Leg de reepjes op een met bloem bestrooide doek te drogen.
Verwarm de olie voor de saus in een koekenpan en voeg de gepelde en geplette tenen knoflook toe. Bak vijf minuten op laag vuur, doe de tomaten erbij en laat alles tien minuten op laag vuur pruttelen. Roer zout en het pepertje erdoor. Kook de pici gaar en meng ze met de saus. Buon appetito!
Nog veel meer heerlijke Toscaanse recepten en mooie verhalen vind je in
Eet, proef en beleef Toscane | Giulia Scarpaleggia | ISBN 9789021555928 | Kosmos Uitgevers | bestel Eet, proef en beleef Toscane via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad