Vlak voor vertrek naar Venetië kregen we de vraag of we een aantal teksten konden vertalen voor een bruidspaar dat eind deze maand in Venetië in het huwelijk zal treden.
Het was niet zo veel tekst, dus we besloten de opdracht aan te nemen en de tekst te vertalen op de plek waar de twee geliefden over een aantal weken vast ook zouden staan, het Campo dei Miracoli.
Santa Maria dei Miracoli – de huwelijkskerk
Hier staat namelijk de kerk Santa Maria dei Miracoli, die door Venetianen ook wel de huwelijkskerk wordt genoemd. Luc Verhuyck, die we al kennen van zijn eerdere boeken SPQR en Firenze, met wetenswaardigheden over respectievelijk Rome en Florence, kwam vlak voor mijn vertrek naar Venetië met een nieuw boek: Venezia, een anekdotische reisgids. De perfecte reisgenoot voor een bezoek aan deze prachtige stad!
Lees maar wat hij over deze bijzondere kerk weet te vertellen:
‘In 1952 gebruikte Orson Welles dit heiligdom als decor voor het huwelijk van Othello en Desdemona in zijn verfilming van Shakespeares Othello. Welles speelde zelf Othello, Desdemona werd vertolkt door Suzanne Cloutier. Hij won in hetzelfde jaar met zijn film de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes.
De kerk is een meesterwerk uit de vroege renaissance en is gebouwd tussen 1481 en 1489 door Pietro Lombardo, wellicht naar een eerder ontwerp van Mauro Codussi. Het kerkje wordt ook wel ‘het juwelenkistje’ genoemd, niet in het minst vanwege zijn tongewelf, die het de vorm en het uitzicht van een juwelendoosje geeft.
Die indruk wordt versterkt door het kleurrijke marmer waarmee de voorgevel en het interieur bekleed zijn, door de fraaie vloer, de in reliëf uitgewerkte triomfboog vóór het altaar en op de koorafsluiting en door het marmeren inlegwerk op de altaartreden.
Zijn officiële naam ontleent het heiligdom aan het feit dat er boven het altaar een veel vereerde Madonna met Kind van Niccolò di Pietro (voor 1394-na 1430) wordt bewaard waaraan sinds 1477 miraculeuze krachten worden toegeschreven. De afbeelding was in 1408 besteld door de koopman Francesco Amadi.
De geveldecoraties van porfier en groenmarmer, waarvan men zegt dat het om overtollig materiaal van de San Marco zou gaan, heeft Lombardo ook gebruikt voor ander werk, te weten het Ca’ Dario, gelegen langs het Canal Grande, tussen het Guggenheim en de Salutekerk en de Scuola Grande di San Marco.
De marmerplaten aan de gevel zijn met metalen krammen aan de bakstenen vastgemaakt, waardoor vocht en/of het zoute water van de kanalen zich niet achter het marmer kan vastzetten.
Binnen is de half cilindervormige zoldering versierd met vijftig paneeltjes met bustes van profeten en heiligen, in 1528 uitgevoerd door verschillende kunstenaars. Aan de binnenzijde van de gevel bevindt zich boven de ingang de barco of coro pensile (hangend koor), versierd met een Madonna met Kind van Palma Il Giovane. Tot 1865 verbond een soort loopbrug dit koor met het nonnenklooster.
Veertien treden leiden naar het verheven priesterkoor, dat begrensd wordt door een mooie balustrade met daarop beeldjes van de heilige Franciscus, de heilige Clara, de Heilige Maagd en de engel Gabriël, allemaal het werk van Tullio Lombardo. De bronzen beeldjes van Sint-Pieter en Sint-Antonius zijn van Alessandro Vittoria. Het deurtje links onder het koor geeft toegang tot de sacristie.
In de koepel zijn medaillons van de vier evangelisten te zien. Links en rechts van de trap naar het priesterkoor staan marmeren beelden van de heilige Clara (rechts) en de heilige Franciscus (links) van Girolamo Campagna. Op de linkerzijgevel van de kerk is de derde halfzuil onder het kapiteel beschadigd, wat te zien is vanaf de Ponte dei Miracoli, links voor de kerk.
Dat is het gevolg van een Oostenrijkse bom tijdens de Eerste Wereldoorlog, die de kerk gelukkig slechts met een schampschot raakte en toen in het water terechtkwam. Tijdens die wereldbrand werd Venetië door ruim vierhonderd Oostenrijkse bommen getroffen. Dit projectiel hier was een van de weinige die niet ontploften. De kerk heet dan ook niet zomaar dei Miracoli.
In september 2007 besliste het stadsbestuur van Venetië dat het voor familie en vrienden van koppels die in het huwelijk treden voortaan verboden is rijst over het pasgetrouwde stel uit te strooien bij het verlaten van de kerk. De maatregel is genomen omdat de rijst duiven aantrekt.
Het is een wat ambigue maatregel, want op het San Marcoplein, maar alleen daar, mag nog steeds maïs worden verkocht om de vele duizenden duiven te voederen, die nochtans voor heel wat overlast zorgen.’
Gelukkig valt er voor die rijst vast iets anders te verzinnen. En anders zijn er nog genoeg andere kerken en kapellen in Venetië waar er getrouwd kan worden. Luc Verhuyck noemt ze (bijna) allemaal, maar hij neemt je in Venezia ook mee naar de huizen van kooplieden, musea, kades, de eilanden, het Arsenaal en alle andere moois dat de stad te bieden heeft.
Zelf zegt de auteur het volgende over zijn gids en alles wat daarin is opgenomen: ‘Let wel, dit is geen boek met reisverhalen of met persoonlijke ervaringen, het is een reisgids waarin volksverhalen, stadslegenden, petites histoires, faits divers en leuke weetjes naast elkaar staan.
Daarvoor zijn papieren bronnen, zowel literaire als historische, zowel biografische als religieuze, gebruikt, alsmede tal van kunsthistorische werken, oude reisgidsen, correspondenties, ambtelijke stukken en dergelijke. Veel hebben we over Venetië gelezen en we hebben de stad vaak bezocht. Waar dat mogelijk was is de informatie ter plekke gecontroleerd, maar veel verhalen baden in een sfeer van waas en mysterie, zoals de stad zelf dat eigenlijk doet.
In Venetië hangt namelijk een bijzondere, wat mysterieuze sfeer. De stad heeft met haar mistige vergezichten, zacht klotsende kanalen, huizen in het water, kleine, smalle straatjes, doodlopende steegjes, onverwachte, verstilde pleintjes, duistere sottoportego’s (doorgangen onder de huizen), talrijke bruggetjes, verrassende hoekjes, iets geheimzinnigs. Er is nauwelijks nieuwbouw en mede daardoor heeft de stad haar middeleeuws karakter veelal behouden.
Tel daarbij op het eigen dialect, de commedia dell’arte, het carnaval en de maskerades, de anachronistische gondels: dat allemaal samen heeft door de eeuwen heen bezoekers van diverse pluimage aangetrokken.
Zo kon Venetië een stad worden van avonturiers, een stad waar waarzeggers, tovenaars en duivelbezweerders, acteurs en acrobaten, goochelaars en escamoteurs, ballerina’s en muzikanten, astrologen en alchemisten, gifmengers, kwakzalvers en valsemunters, onheilsprofeten en volksverlakkers, wonderdoeners en gelukzoekers, oplichters, vrijmetselaars en kabbalisten, vleiers en spionnen, spelers en courtisanes, vagebonden, brouwers van liefdesdrankjes en levenselixirs en allerhande andere duistere figuren de ideale omgeving konden vinden om misbruik te maken van de goedgelovigheid der mensen.
Geen wonder dus dat spoken, duivels en ander rondvliegend tuig uit mythes of sprookjes steeds weer opduiken in de volksverhalen en de stadslegenden.’
Laat al deze verhalen tot leven komen met Verhuycks verhalen en geniet van Venezia, of je nu door de stad loopt of lekker in je luie stoel zit…
Venezia, een anekdotische reisgids | Luc Verhuyck | ISBN 9789025368159 | € 27,50 | uitgeverij Athenaeum | bestel Venezia, een anekdotische reisgids via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)