Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Verborgen schatten bij Narni: de Ponte d’Augusto en Stifone

Narni Scalo is op het eerste gezicht niet echt een stad die het bezoeken waard is. Maar schijn bedriegt. Zeker voor wandelaars, fietsers en fotografen zijn er enkele verborgen pareltjes te vinden. Heleen deelt een prachtige wandel/fietsroute met de mooiste plekjes langs de rivier de Nera.

Heleen: ‘We starten onze tocht bij het Santuario della Madonna del Ponte (aan de Strada Narni Sant’Urbano 11 in Narni Scalo). Bij deze kerk kun je makkelijk je auto parkeren.

Het Santuario trekt veel gelovigen, hetgeen goed zichtbaar is aan de grote hoeveelheid ex voto’s. Dat zijn voorwerpen die bij een altaar of een heiligenbeeld worden geplaatst als smeekbede of als dank omdat een bepaald gebed is verhoord.

Het voorwerp staat vaak in verband met de verkregen gunst. In deze kerk zie je bijvoorbeeld oude krukken, wat erop kan wijzen dat een gelovige deze heeft geofferd omdat hij of zij weer zelfstandig en zonder hulpmiddelen kan lopen. Je ziet hier ook houten handen, benen en voeten.

Daarnaast zijn er wanden vol met metalen ex-voto’s, die gewoonlijk worden voorzien van een dankbetuiging. Soms wordt ook de verkregen gunst vernoemd. Je ziet naast handen en voeten ook harten in alle soorten en maten, ogen en helmen (bijvoorbeeld bij letsel na een motorongeluk). Op een ex-voto staat soms de afkorting P.G.R., Pro Gratia Recepta, ‘voor de ontvangen gunst’.

Achter het ontstaan van de kerk gaat een mooi verhaal schuil. In het voorjaar van 1714 was een jager uit Narni, Angelo Fanelli genaamd, op jacht op de berg Sant’Angelo, bij de Ponte d’Augusto. Toen er plots een storm opstak, vond hij beschutting in een grot die verscholen lag tussen de struiken.

Zijn ogen werden aangetrokken door een prachtige figuur; een vrouw die op haar knieën een kind de zegening gaf, haar blik gericht op de opening van de grot. Angelo onthulde enthousiast zijn geweldige ontdekking en de grot werd al snel een bestemming voor bedevaartgangers uit diverse landen.

Deze grot lag rechts van de rivier de Nera, bij de brug die het huidige Narni Scalo verbindt met Narni. De grot is in feite een kunstmatige grot, die dateert uit de Romeinse tijd.

De fresco’s geschilderd op de achterste muur van de grot zijn in de twaalfde eeuw gemaakt. Van links naar rechts zie je de heiligen Antonius en Juvenalis van Narni, Johannes de Evangelist en Petrus. In het midden staat Jezus, rechts van hem staan Cassius van Narni, Jacobus en de Madonna aan wie de grot en de kerk hun naam danken.

Aan de linkerzijde staat een heilige, een bebaarde bisschop met donker haar met zijn hoofd gericht naar wie de grot binnenkomt. Het is waarschijnlijk San Giovenale. Naast hem staat de Heilige Bisschop. Ook aartsengel Michaël staat afgebeeld die met opgeheven arm en getrokken zwaard, de dodelijke slag zal geven aan de demon die onder zijn voeten ligt, afgebeeld als een draak waarvan zijn lange staart rond het rechterbeen gedraaid zit.

Een gekruisigde Christus is afgebeeld op de rechter zijde en aan de voet van het kruis zien we Maria waarvan slechts een klein gedeelte van de rode mantel nog zichtbaar. Haar handen, net zoals die van St. San Giovanni, zijn gevouwen in een houding van een gebed.  Hieronder is een tweede afbeelding van de Madonna te zien met het kind in haar armen geflankeerd door een engel aan haar linkerkant.

De beschermheren van de fresco’s zouden de monniken van de nabijgelegen abdij van San Cassiano zijn geweest, (die vandaag de dag nog steeds bewoond wordt door Benedictijner monniken) die de reizigers de mogelijkheid gaven om te bidden tot de patroonheilige voordat ze de gevaarlijke brug van Augustus overstaken of om bescherming te vragen voor hun leven op hun reis. De wegen waren in die tijd gevaarlijk en slecht en je was je leven niet zeker door de aanwezigheid van struikrovers.

Door de komst van vele pelgrims en de wonderbaarlijke wonderen die er plaatsvonden, besloot de bisschop uiteindelijk om ter plekke een heiligdom te bouwen, om de wonderbaarlijke grot heen. In maart 1616 werd gestart met de bouw van het Santuario, naar het ontwerp van de Milanese architect Giovanni Battistini. De eerste steen werd gelegd door de bisschop van Narni, monseigneur Francesco Saverio Guicciardi.

Het Santuario was klaar in 1722, maar werd pas op 13 juni 1728 ingewijd, door bisschop Nicolò Terzago. Het kreeg toen de naam Santuario della Madonna del Ponte. Op 17 juni 1727 verleende Clemens XII het voorrecht aan het kerkaltaar voor elke zaterdag en tijdens het paasoctaaf. In 1728 gaf hij zeven jaar van toegeeflijkheid aan pelgrims die het heiligdom bezochten tijdens Pinksteren. In 1771 schonk de paus zeven jaar toegeeflijkheid aan hen die op een dag de kerk hadden bezocht.

De façade werd in 1946 herbouwd, nadat deze op 1 juni 1944 tijdens een bombardement werd verwoest. Aan de linkerkant van de kerk staat de klokkentoren, die later pas gebouwd is dankzij giften van gelovigen.

De brug van Augustus
Na het verlaten van de kerk wandel of fiets je richting het spoor. Daar neem je het smalle pad langs de spoorlijn. Bij de tunnel ga je rechts, je komt dan aan de andere kant van het spoor. Vervolg je weg over het zandpad. Je passeert de plaatselijke schietbaan en daarna zie je links de Ponte d’Augusto.

Deze brug van Augustus is in de loop der tijd ingestort, onder andere door verschillende aardverschuivingen, waardoor de Via Flaminia werd onderbroken. In de middeleeuwen werd vlak bij de oude brug een houten brug gebouwd, maar daardoor werd helaas ook de heilige plaats onbereikbaar.

Struiken en kleine aardverschuivingen begonnen de ingang van de grot te belemmeren. Langzaam werd het een ontoegankelijk gebied en raakte de grot met zijn prachtige fresco’s bijna vijfhonderd jaar lang in de vergetelheid.

De oude spoorlijn
Ga weer terug naar de weg en vervolg je weg via het voet/fietspad, een oude spoorlijn die enkele jaren geleden veranderd is in een pad. Je loopt of fietst langs de Nera en ziet daar sluizen die energie opwekken voor de nabijgelegen energiecentrale in Montone.

Ga via de brug over de Nera naar het dorpje Stifone. Daar bevindt zich de oude energiecentrale, waar stroom werd opgewerkt door watermolens maar deels ook door de kracht van ezels en ossen.

Ga rechts het zandpad op dat je via een bospad langs de Nera naar de oude dam en watermolen brengt. Je komt nu op een magisch mooie plek. Het water is smaragdgroen tot blauw en helder als kristal. Vroeger werd hier nog wel eens gedoken, net voor de dam is het namelijk zo’n twintig meter diep.

Ga via dezelfde weg weer terug naar Stifone. Het dorpje is leuk om even doorheen te wandelen. Vervolgens ga je weer terug via de brug en zet je koers naar het eindpunt.

Bij de slagboom volg je de weg naar rechts. Je komt dan aan bij de drukke doorgaande weg. Steek over en volg deze weg rechtdoor, uiteindelijk kom je dan uit bij de nieuwe energiecentrale.

Net voordat je het gebouw ziet, zie je links een zandpad afgezet met een slagboom. Daar ga je onderdoor en dan zie je een groot houten zonneterras voor je. Hier kun je even heerlijk uitrusten en picknicken voordat je aan de terugtocht begint.’

Meer inspiratie nodig voor je verblijf in het zuiden van Umbrië? Kijk dan eens op www.umbrievakantie.com. Natuurlijk kun je ook bij B&B Visto sull’uliveto verblijven. Heleen geeft je dan graag nog veel meer tips voor bijzondere uitstapjes.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *