Naar hoofdinhoud Naar navigatie
17 juli 2025

Chiusa – ontdek een van de mooiste dorpjes van Italië aan de voet van het Monastero di Sabiona

Het dorpje Chiusa (Klausen in het Duits) in de Noord-Italiaanse regio Trentino-Alto Adige behoort tot de borghi più belli d’Italia, de mooiste dorpjes van Italië.

Dankzij de smalle straatjes met aan weerszijden kleurrijke huizen, de sfeervolle pleinen en de talloze gietijzeren uithangborden is dat meer dan terecht. En dan hebben we het nog niet eens over het prachtige Monastero di Sabiona, dat hoog boven Chiusa prijkt.

Clusa sub Sabione sita

De eerste vermelding van Chiusa dateert uit 1027. Dat weten we omdat keizer Koenraad II de borgo toen als ‘Clusa sub Sabione sita’ overdroeg aan de bisschop van Bressanone. In 1308 werd Chiusa voor het eerst stad genoemd, maar het duurde nog tot de negentiende eeuw voor het stadje echt veel mensen van buiten trok.

Het nieuwtje dat de minstreel Walther von der Vogelweide in de buurt van Chiusa was geboren, leidde tot de eerste stroom ‘toeristen’, die net als wij nu van de sfeer in Chiusa genoten.

Chiusa’s Città Alta

Hoewel Chiusa maar klein is, is het verdeeld in de Città Alta en de Città Bassa, die beide slechts een paar straten omvatten. Vanaf het station van Chiusa (waar je ook makkelijk kunt parkeren) wandel je in nog geen vijf minuten naar de toegangspoort tot het middeleeuwse Chiusa.

Vanaf de Ponte San Cassiano, de brug over de Isarco (Eisack), wordt je blik al gevangen door het hooggelegen klooster, dat als een adelaarsnest op de rotsachtige bergwand is gebouwd.

Vanaf het Piazza Mercato stap je het historisch centrum binnen door de Porta Bressanone, met direct daarnaast de Chiesa degli Apostoli. Vanwege de neutrale buitenzijde zou je er makkelijk voorbij lopen, maar het is de moeite waard om even binnen te kijken.

Naast de twaalf apostelen staat er een kleine kerststal van de lokale kunstenaar Valentin Gallmetzer, waarbij de stal waarin Jezus werd geboren in Chiusa is gesitueerd.

Een van de locals vertelt dat de kerk in december het decor is van een kerststallententoonstelling, met tal van kribbetjes uit Chiusa en omstreken.

Iets verderop vind je aan je linkerhand het gemeentehuis van Chiusa (Municipio of Rathaus), met een mooie binnenplaats waar je gerust even een kijkje kunt nemen. Een startschot voor een straat vol fotogenieke details!

Als je de Via Città Alta volgt, kom je uit op het Piazza Parrocchia, met de Sant’Andrea. In deze kerk kun je een mooi houten Mariabeeld en een orgel met fijn houtsnijwerk bewonderen.

Chiusa’s Città Bassa

Bij de Sant’Andrea eindigt de Città Alta en begint Chiusa’s Città Bassa, met onder meer het Piazza Tinne, een gezellig plein omarmd door restaurants en hotels met terrassen, met een klaterende fontein.

Vanaf dit plein kun je naar het Monastero di Sabiona wandelen, maar we raden je aan eerst nog een stukje verder te lopen, over de Via Fraghes, naar het vroegere Convento dei Cappuccini, dat nu onderdak biedt aan het Museo Civico.

Tesoro di Loreto

In dit museum bewonder je de Tesoro di Loreto, meer dan vijftig kostbare voorwerpen – van gouden kelken en Chinees porselein tot schilderijen van Italiaanse, Spaanse en Vlaamse meesters – die aan het klooster werden geschonken door de Spaanse koningin Maria Anna.

Zij kwam hiermee haar belofte aan de Kapucijner monnik Gabriel Pontifeser na, die in 1685 vanuit Chiusa naar Heidelberg trok voor zijn aanstelling als biechtvader van Maria Anna, toen nog dochter van de keurvorstin en later de echtgenote van Karel II van Spanje.

Toen ze de Spaanse troon besteeg, vroeg ze pater Gabriel mee naar Madrid. Ze zorgde ervoor dat er een Kapucijner klooster kon worden opgericht in zijn geboorteplaats Chiusa. Namens het Spaanse hof stuurde ze bovendien een kostbare schat naar het klooster, deels bestaand uit geschenken van vorsten en andere vooraanstaande lieden die het Spaanse hof bezochten, maar ook het veldaltaar van koning Karel II.

Op 27 mei 1986 werden al deze kunstschatten gestolen. Het was een sensationele kunstroof, maar gelukkig kwamen alle onderdelen van de Tesoro di Loreto in de loop der tijd weer onbeschadigd terug.

Na je bezoek aan het museum kun je via de kloostertuin met een klaterende fontein en enorme witte hortensia’s ook de vroegere kloosterkerk bekijken, met een schitterend houten altaar van Paolo Pagani.

Daarna kun je bij het naastgelegen kerkje nog een stukje omhoog wandelen, voor een mooi uitzicht op het Monastero di Sabiona.

Pietra di Dürer

Albrecht Dürer, de kunstenaar uit Neurenberg, verloor zijn hart aan het pittoreske Chiusa en wilde het graag op doek vastleggen. Dat deed hij toen hij begin twintig was, in het najaar van 1494, vanaf de helling van de Monte Tschan, een hooggelegen plek die nu wordt gesierd door de Pietra di Dürer, de steen van Dürer.

Vanaf deze plek kun je Chiusa in al haar schoonheid bewonderen, met de herkenbare kerktoren van de Sant’Andrea.

Vanaf het Piazza Parocchia kun je naar de Dürer-steen wandelen. In een kwartier loop je over de Ponte Sant’Andrea en het Piazza Sant’Andrea naar de bovenste Via Seebegg (waar Radservice Klausen – Gantioler Robert gevestigd is, want Google Maps leidt je verkeerd) om vandaar omhoog te klimmen naar de Pietra di Dürer.

Eenmaal boven geniet je van een adembenemend uitzicht over Chiusa, dat inderdaad roept om vereeuwigd te worden.

Helaas is dit werk verloren gegaan. Wat wel bewaard is gebleven, is zijn kopergravure van de allegorische figuur Das große Glück (Grande Fortuna of Nemesis), uit 1501, die tegenwoordig tot de collectie van het Metropolitan Museum of Art in New York behoort, maar waarvan in het Museo Civico in Chiusa een kopie te zien is.

Achter de godin van het lot ontwaar je – in spiegelbeeld – een middeleeuws dorpje dat Chiusa zou kunnen zijn.

Na Dürer trok overigens ook een groot aantal kunstenaars naar Chiusa, onder wie Alexander Koester. Met name in de tweede helft van de negentiende eeuw was het dorp erg populair. Vanwege de aanwezigheid van honderden met name Duitse en Oostenrijkse kunstenaars kreeg Chiusa zelfs het predicaat colonia artistica, kunstenaarskolonie.

Proef van de keuken van Zuid-Tirol

Heb je na je bezoek aan het Museo Civico zin in een lekkere lunch met specialiteiten uit Zuid-Tirol? Dan kun je terecht bij Törgglkeller Schmuckhof, waar je onder meer aanschuift in de vroegere cantina (wijnkelder) waar je zelfs ín een wijnvat kunt eten!

Ook in de andere sfeervolle binnenruimtes en de tuin kun je neerstrijken voor een piatto tirolese met speck en andere lokale vleeswaren en kazen. Uiteraard staan er ook knödel op het menu, onder meer in hartige brodo (bouillon).

Liever alleen iets lekkers voor een picknick of een glas wijn? Dan zijn de bakkerij van de Gasser-broers en Enoteca Gansl van Parkhotel Post aanraders.

Oude en nieuwe hotels

Let tijdens je wandeling door Chiusa zeker ook op de verschillende uithangborden en muurschilderingen. Je loopt onder meer langs de oude Albergo Leone d’Oro, het pand van de Dogana Vescovile, de historische Albergo Walther von der Vogelweide en de voormalige Albergo Agnello, die al voor 1460 werd geopend.

Dat is echter nog niet de oudste herberg die Chiusa kent; daarvoor moet je naar Albergo Orso Grigio, waar je als reiziger al in 1335 terecht kon voor een warme maaltijd en een bed.

Castello Branzoll

Als je naar het Monastero di Sabiona wil klimmen, wandel je terug naar het Piazza Tinne in de Città Bassa. Vanaf hier neem je de Salita Sabiona, die je in dertig tot veertig minuten naar het klooster leidt, ruim tweehonderd meter de hoogte in.

Aan het begin van de klim kijk je mooi uit op het Castello Branzoll (of Castello di Branzollo), dat gebouwd werd in de dertiende eeuw. Het bood onderdak aan de capitano van de bisschoppen van Bressanone, vandaar dat de kasteeltoren ook wel de Torre del Capitano wordt genoemd.

Het eerste stuk van de steile klim naar het klooster volg je de trap. Daarna splitst het pad zich, waarbij je kunt kiezen tussen de Sabiona Promenade (over de beboste hellingen van de berg) of een minder steil pad over de Via Crucis, de kruisweg.

Monastero di Sabiona

Eenmaal bij het Monastero di Sabiona (of Abdij van Säben) weet je meteen waarom deze plek ook wel de ‘Acropolis van Tirol’ wordt genoemd. Je hebt Chiusa ver achter je gelaten.

De geschiedenis van het huidige klooster gaat terug tot het einde van de zeventiende eeuw, toen Mathias von Jenner (de toenmalige deken van Chiusa) het initiatief nam tot de bouw van de abdij van de Benedictijner orde. Op deze plek stond eerder waarschijnlijk ook al een klooster, dat rond 350 zou zijn gesticht door San Cassiano uit Imola.

Nog altijd is het klooster bewoond. Een groepje nonnen leeft er zonder contact met de buitenwereld. Het kloostercomplex is daardoor helaas niet te bezoeken, maar je kunt wel een kijkje nemen in de Chiesa di Nostra Signora, de Chiesa della Santa Croce en de iets lager gelegen Cappella di Santa Maria.

Van de negende tot en met de elfde eeuw was het Monastero di Sabiona overigens ook de zetel van de bisschop, voor deze naar Bressanone verhuisde.

Op de fiets naar Chiusa

Wij bezochten Chiusa met de trein, vanuit Bolzano, maar Chiusa ligt ook op de route van de Ciclabile Valle Isarco, die vanuit Brennero via onder meer Vipiteno, Bressanone en Chiusa naar Bolzano voert, door de smalle Valle Isarco, met zover het oog reikt wijngaarden, kastanjebossen en boerderijen.

Ook de Ciclovia Alto Adige komt door Chiusa. Dit parcours is langer en loopt van Vipiteno naar Glorenza (of viceversa).

Wandel over het kastanjepad

Vanuit Chiusa lopen veel wandelpaden naar de dorpen op de steile, met wijngaarden begroeide berghellingen.

Een van de bekendste is een etappe van het Sentiero del Castagno of Keschtnweg. De route voert door oude kastanjebossen langs onder meer Barbiano (Barbian) en Velturno (Feldthurns).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen