Amunì! Het is de lijfspreuk van Pierfilippo Spoto, Siciliaan in hart en nieren. Niet omdat hij ons op wil jagen (amunì betekent andiamo, we gaan, in het dialect van het eiland), maar omdat hij ons zo veel moois wil laten zien dat een dag eigenlijk te kort is.
Het is nog vroeg als hij ons komt ophalen, dus schuift Pierfilippo nog even aan aan de ontbijttafel bij Fontes Episcopi. Hij bestelt een dubbele espresso, maar zodra deze op is, gaan we op pad.
Vanaf de bijrijdersstoel van zijn jeep hebben we perfect uitzicht over het landschap waar we doorheen rijden. Aspro, noemt Pierfilippo het landschap: rauw, ruig – en dat is precies de goede omschrijving voor het Siciliaanse binnenland ten noorden van Agrigento.
Na ontelbaar veel bochten die steeds andere vergezichten onthullen, doemt bijna uit het niets een eenzame heuvel voor ons op, met op de top een groepje huizen. Dat moet Sant’Angelo Muxaro zijn, het dorpje waar Pierfilippo kind aan huis is en dat hij ons graag wil laten zien, met zijn kleurrijke inwoners, pittoreske straatjes en authentieke adresjes.
We slingeren omhoog, bocht na bocht na bocht. Na ruim driehonderd meter stijgen zijn we er en manoeuvreert Pierfilippo de jeep naar het dorpsplein.
Het welkomstcomité zit er al klaar voor, gedrieën op een bankje aan de rand van het plein. We worden hartelijk welkom geheten en meteen getrakteerd op levenswijsheden en persoonlijke verhalen.
Een van de mannen toont ons vol trots een foto met de houten kunstwerken die hij tot voor kort maakte. Helaas lukt hem dat nu niet meer, maar de herinnering aan zijn creaties brengt nog altijd een schittering in zijn ogen.
We duiken even de bar in voor een caffè en zetten dan koers naar u furnu, il forno, de lokale bakkerij. Hier brandt het vuur dag in, dag uit. Elke ochtend, of beter gezegd nacht, om drie uur precies, wordt de oven opgestookt, zodat hij ’s ochtends vroeg perfect op temperatuur is voor het bakken van brood, focaccia en koekjes.
Maria laat ons trots de houtoven zien. Natuurlijk moeten we ook allerlei lekkers proeven, waaronder een stukje pane cunzato, vers gebakken brood met olijfolie en oregano.
Ooit was Maria’s houtoven de oven waar het hele dorp in kwam bakken. Eén keer per week brachten ze hun brood en andere deegwaren, voorzien van een speciale timbro, stempel, zodat duidelijk was welk brood van welke familie was. Dit gebruik is helaas voorbij, alhoewel Maria af en toe nog wel een taart of brood voor een van de oudere dametjes uit het dorp in de oven schuift.
We dwalen door de pittoreske straatjes, met boven onze hoofden vrolijk wapperende was. We verwelkomen de pasgeboren Ignazio en groeten de oudjes die op het stoepje voor hun huis zitten te dommelen.
Achter een van de deuren van het dorp blijkt een prachtige caseificio, kaasmakerij, schuil te gaan. Pierfilippo troont ons mee naar binnen, waar hij ons voorstelt aan Olga en Enzo, die hier de lekkerste schapenkaas maken.
Hun zeshonderd schapen grazen in de bergen, onder toeziend oog van zonen Carmelo en Angelo. Als je dat wil, kun je een dagje met hen op pad, op het ritme van de schapen die de hele dag lang hun buik vol grazen.
’s Avonds, na het melken van de schapen (dat nog met de hand gebeurt), wordt de verse melk te paard naar het dorp gebracht. De volgende ochtend wordt er ricotta en pecorino van gemaakt. We krijgen een kleine demonstratie van hoe het hele proces precies in zijn werk gaat. Daarna haalt Olga een mooie ronde pecorino uit de voorraadkamer, waarvan we een lekker stukje mogen proeven.
Met een warme omhelzing nemen we afscheid. Na een ‘Arrivederci!’ van de drievoudige dorpswacht die nog altijd op het bankje zit, rijden we heuvelafwaarts, naar het plantenrijk van Aldo Bongiovanni.
Aldo, die ook wel ‘de sjamaan van de Monti Sicani’ wordt genoemd, weet alles van planten, bloemen en kruiden. Op zijn terrein, een groene oase ver weg van de bewoonde wereld, groeien en bloeien zo’n driehonderdzestig soorten, waarvan Aldo een groot deel gebruikt voor geneeskrachtige crèmes en oliën.
Er heerst een weldadige rust in Aldo’s groene wereld. Hij praat met zachte stem, maar vol liefde, over zijn planten, zijn land, zijn houten huis dat bijna uit een sprookjesboek lijkt te zijn weggelopen.
Hij heeft een grandioze lunch voor ons bereid met oogst uit eigen tuin: grote schalen vol salades, met verse venkel, aardappel, olijven en tomaten, bruschette met tomaat, knoflook en verse kruiden, pistachenootjes en amandelen.
Na deze kleurrijke en verkwikkende lunch neemt Aldo ons mee voor een wandeling over zijn terrein. Hij laat ons zondoorstoofde kruiden ruiken, wijst ons op zijn ‘drago’ (een heuvel die inderdaad wel wat weg heeft van een draak) en vertelt het verhaal achter de stenen figuren die samen een cirkel van energie vormen.
Ook toont hij ons zijn boomhut, een houten huis dat wordt gedragen door robuuste dennenbomen, waar je op verzoek een massage kunt boeken. Helaas hebben wij daar nu geen tijd voor, maar een bezoek aan Aldo’s groene wereld is zó rustgevend dat we ons toch als herboren voelen. Een streling voor de ziel, dit stukje Sicilië!
Wil je ook met Pierfilippo op pad in Sant’Angelo Muxaro en omgeving? Neem dan een kijkje op de website Val di Kam of mail Pierfilippo via info@valdikam.it. Pierfilippo helpt je ook graag als je in Sant’Angelo Muxaro wil blijven logeren. Het dorpje dient namelijk ook als albergo diffuso, met verschillende overnachtingsmogelijkheden verspreid door het dorp.