Elke: ‘De koffers zijn gepakt, Floris is bijna van de waterpokken af en de auto is klaar voor de vele kilometers. Na ons eerste avontuur met Floris in Rome, gaan we begin juli opnieuw op reis richting Italië. Dit keer niet met het vliegtuig, maar met de auto.
Twee jaar geleden, toen Floris er nog niet was, waren Pepijn en ik in Umbrië, een voor ons nog helemaal onbekende regio. We werden er onmiddellijk verliefd op, zó verliefd zelfs dat we er ook dit jaar de meeste tijd van de vakantie wilden doorbrengen, tussen truffels, wijngaarden en olijfbomen.
Umbrië is een aardig stuk rijden, maar met de nodige tussenstops leek het ons best te doen, ook met Floris. We hadden immers drie weken vakantie, dus we konden onderweg, op de verschillende stopplaatsen, ook even blijven genieten. De planning was om in Italië te stoppen in Turijn, Toscane, Umbrië en op de terugweg aan het Gardameer, met telkens twee tussenstops in Frankrijk, zowel op de heen- als op de terugreis.
Onze eerste geplande tussenstop was Mulhouse, net geen vijfhonderd kilometer vanuit Maastricht, waar we één overnachting hadden geboekt. Het was niet te bedoeling om alle koffers uit de auto te nemen voor één nacht, want zwembandjes en een bikini hadden we daar natuurlijk niet nodig.
Ik had dan ook een trolley klaargemaakt met spullen die we alleen de eerste dagen nodig hadden, zoals toiletgerei en kleding. Lekker gemakkelijk, want zo kon de rest gewoon in de auto blijven liggen. Via deze link vind je de volledige lijst die ik had gemaakt voor de hele autoreis voor drie weken.
Het was heel erg spannend om met Floris op autovakantie te vertrekken. Je weet immers niet wat je te wachten staat. Slaapt hij goed in andere bedjes? Hoe gaat hij het doen in de auto? Wat zal er gebeuren met dat altijd lachende gezichtje als hij te weinig geslapen heeft? Allemaal dingen waar je op voorhand wel aan denkt, maar niets aan kunt doen. We hebben gewoon alles lekker op ons laten afkomen.
Er zijn uiteraard wel voorbereidingen die we hebben getroffen om de reis voor Floris zo aangenaam mogelijk te maken. Zo namen we een uitgebreide autoverzekering (voor wie zijn verzekering wil checken voor vertrek, je kunt online heel makkelijk elke autoverzekering vergelijken) en lieten we de auto voor vertrek nog eens extra checken.
Floris is gek op de zon, maar niet in zijn gezichtje. Zelfs met zonneschermen op de ruiten kwam de zon dikwijls binnen en draaide hij weg met zijn gezicht. Voor vertrek hebben we dan ook de autoruiten achterin laten tinten: dat betekent minder zon en minder warmte maar Floris kan toch fijn naar buiten kijken.
Ook hebben we tijdens deze eerste rit geleerd om hem niet te warm aan te kleden. Ook al staat de airco aan, zo’n autostoeltje kan heel erg warm zijn, zelfs met de AeroMoov Air Layer die we hadden gekocht en de getinte ruiten.
Tijdens mijn opzoekwerk in de maanden voor ons vertrek, had ik gelezen dat werd aangeraden om je kindje niet langer dan twee uur achter elkaar in het autostoeltje te laten zitten. Uiteindelijk hadden we dit ook gemerkt zonder voorwerk, want Floris liet zich horen wanneer het hem genoeg was en dat was inderdaad na ongeveer twee uur.
Gelukkig zijn er langs de autosnelwegen genoeg wegrestaurants waar je een stop kunt inlassen. Ook de voorzieningen voor baby’s zijn meestal prima in orde. Soms was er zelfs een speelhoekje waar Floris zich even in kon uitleven.
In Frankrijk en Duitsland zijn er minder wegrestaurants dan in Italië, maar als je echt dringend moet stoppen en er komt maar geen geschikte stopplaats, dan kun je altijd een afrit nemen en daar zoeken naar een eetgelegenheid.
In Mulhouse had ik een appartement geboekt via AirBnB, met alle voorzieningen voor Floris. Een aparte slaapkamer, speelgoed, een verschoningsruimte in de badkamer en een kinderstoel. Er stond zelfs een kleine ballenbak waar hij in kon spelen.
Het is belangrijk dat je goed kunt slapen die eerste nacht, omdat je toch al een heel stuk hebt gereden en de dag erna ook weer bijna de hele dag in de auto moet doorbrengen. Twee jaar geleden hebben we een tussenstop gemaakt in Colmar en logeerden we in een hotel waar we ‘s morgens uitgeput weer vertrokken en oververmoeid aan onze volgende rit moesten beginnen.
Het hotel beloofde bij reservering dat er airco aanwezig was, maar na lang zoeken in het kamertje van elf vierkante meter wisten we dat we de nacht moesten doorbrengen zonder. Thuis hebben we ook geen airco, dus dan slapen we maar met de ramen open. Het enige probleem was dat aan de andere kant van de straat een spoorweg lag waar de goederentreinen op heel regelmatige basis voorbijkwamen. En als ciliegina, kers, op de taart was de discotheek een paar huizen verder, waar de lokale Franse jeugd nu net die nacht ruzie met elkaar kreeg, buiten op de straat, onder ons raam.
We waren dus heel erg blij met dit rustige comfortabele appartement in Mulhouse dit jaar. Het is echt een aanrader als je een tussenstop wil maken met een kindje.
De moeder van de eigenares woont op de benedenverdieping en heeft ons heel hartelijk ontvangen. Mijn Frans is niet zo goed, om maar niet te zeggen heel erg slecht, dus ik belde met knikkende knieën aan toen we waren gearriveerd. Toen ik met mijn ingestudeerde Franse zinnetjes vertelde dat we op doorreis waren naar Italië, zei ze dat ze zelf ook half Italiaans was. Wat was dat een meevaller, de rest kon dus gewoon in het Italiaans! En maar goed ook, want andere zinnetjes had ik niet meer ingestudeerd.
De eigenaresse, Charlotte, is met haar gezin in de Vogezen gaan wonen en verhuurt het appartement op de eerste verdieping, maar ze overnachten er zelf nog regelmatig als ze bij oma op bezoek komen. Daarom staan er ook heel veel kinderspulletjes en is het appartement echt zeer kindvriendelijk. Het ligt in het centrum, waardoor je na je aankomst nog iets lekkers kunt gaan eten in een van de vele restaurants.
Na een heerlijke nachtrust en een zelf gemaakt ontbijtje vertrokken we de dag erna naar onze volgende bestemming: Turijn! Het was ongeveer dezelfde afstand als onze eerste dag, maar deze tweede dag verliep helemaal anders.
Het weer was prachtig en de wegen in Zwitserland zijn zalig om te rijden. Schitterende landschappen met hier en daar een meertje, brede wegen en helemaal niet te druk. Maar door deze mooie bergen heb je natuurlijk ook heel veel tunnels waar je door moet, de ene wat langer dan de andere. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook niet echt gelukkig van word, door zo’n tunnel rijden, en tijdens onze rit heeft het spreekwoord ‘de appel valt niet ver van de boom’ zijn gelijk bewezen.
Floris begon te huilen toen we door de eerste tunnels reden en heeft tot aan Turijn geen enkele tunnel overgeslagen zonder traantjes op zijn wangen. Het was echt zielig, maar niets hielp. We hebben licht gemaakt in de auto omdat het misschien akelig werd voor hem om opeens in het donker te zitten, ik ben achterin bij hem gaan zitten om samen met hem te gaan spelen, ik heb hem eten gegeven, waardoor er in normale omstandigheden onmiddellijk een glimlach tevoorschijn komt – maar niente.
Misschien dat hij moest wennen aan de tunnels, want op de terugweg, die ongeveer door dezelfde tunnels ging, heeft hij gelachen en geslapen.
Toen we net voorbij Milaan waren, was het einde bijna in zicht van de tweede dag ‘autozitten’. Op een gegeven moment wilden we tanken, maar we kwamen maar geen benzinestation tegen langs de autosnelweg. We hebben dus de eerste afrit genomen, in de hoop dat we daar wel ergens iets zouden vinden.
Na nog een tijdje zoeken en vragen aan een man op zijn fiets, kwamen we er eindelijk eentje tegen. Zo’n echt ouderwets, Italiaans tankstationnetje met één pomp waar de eigenaar zelf naar je toekomt en al het werk voor je doet. Uiteraard was er ook een klein barretje waar diezelfde vriendelijke man een lekker koffietje voor ons kon maken. Floris moest ook verschoond worden en er werd onmiddellijk een tafel uit de bar in de toiletruimte gezet, zodat we hem gemakkelijk konden verschonen. Daarna kreeg hij zelfs nog een cadeautje.
We geraakten aan de praat met de man en vertelden hem dat Floris zo had moeten huilen in de tunnels en dat we een beetje bang waren voor onze reis naar Toscane, met al de tunnels die we in Genua weer zouden tegenkomen. Hij gaf ons de goede raad om een andere weg te nemen, via Piacenza en Bologna en zo naar Toscane. Geen tunnels en veel aangenamer rijden dan door Genua.
Voor we hier terecht kwamen, waren we een beetje geïrriteerd dat we op de snelweg geen benzinestation tegenkwamen en dat we nu tijd verloren waren doordat we er eentje moesten zoeken in één of ander dorpje. Maar ze zeggen dat alles zijn reden heeft en zo ook dit extra uurtje.
Als we dit niet hadden gedaan en gewoon naast de snelweg waren gestopt, hadden we de sfeer van dit kleine tankstationnetje en de behulpzaamheid van deze lieve man niet gehad. Het was gezellig en we hadden een fijne babbel met een lekker kopje koffie. En natuurlijk niet te vergeten de fantastische tip om in Toscane te geraken zonder tunnels.
Na nog een uurtje rijden, zat de rit erop en reden we Turijn in. Veel mensen hebben een bepaald idee over Turijn, als industriestad waar weinig te beleven valt en waar je als toerist niet snel naar toe gaat, als je ook kan kiezen voor Milaan, Venetië of Rome. Maar wij keren iedere keer terug naar deze geweldig stad, ook nu met Floris.
Wat zou hij van het lekkere ijs van Pepino, de agnolotti en de grissini vinden? Wij keken er alleszins alweer naar uit om zijn oogjes te zien glinsteren bij het zien van de mooie dingen en bij het eten van de lekkere gerechten.
Wat hij ervan vond, vertel ik volgende keer – en dan verklap ik ook wat van mijn favoriete adresjes in Turijn. A presto!’