Bij Tignale, een plaatsje aan de westelijke oever van het Gardameer, tussen Limone sul Garda en Gargnano, ligt hoog op een uitstekende rotspunt het Santuario di Montecastello, een heiligdom met magnifiek uitzicht over het Gardameer.
Dit bedevaartsoord is gewijd aan de maagd Maria, die de bewoners van Tignale door de eeuwen heen talloze keren op wonderbaarlijke wijze heeft geholpen. Het bewijs hiervoor vormen de ex voto’s die bewaard worden in het heiligdom.
Interessant genoeg heeft de gewoonte om Maria op deze manier te bedanken voor haar hulp ervoor gezorgd dat het Santuario di Montecastello ook geassocieerd wordt met een meedogenloze bandiet: Zanzanù.
Zanzanù – een bandiet uit Gargnano
De echte naam van Zanzanù was Giovanni Beatrice. Hij werd geboren in Gargnano del Garda in 1576. Aan het begin van de zeventiende eeuw teisterde hij met zijn bende de westoever van het Gardameer. Hij hield zich vijftien jaar staande tegenover de Republiek Venetië.
Er zijn talloze legendes over hem en allerlei plekken die naar hem vernoemd zijn. Volgens de overlevering zou Zanzanù tussen 1602 en 1617 wel tweehonderd moorden gepleegd hebben (al hebben historici uitgeplozen dat het er in werkelijkheid een stuk minder waren).
Er was een strijd ontstaan tussen de familie van Zanzanù en de familie Sette uit Monte Maderno. Zanzanù streed om zijn eigen eer te verdedigen én om zijn vaders dood te wreken.
Doordat hij in opstand kwam tegen de gevestigde orde, kreeg hij de reputatie van een soort lokale Robin Hood. Hij kreeg dan ook regelmatig onderdak en bescherming van de gewone man. Een van zijn schuilplaatsen was de grot die bekend staat als Cuel del Zanzanù bij het plaatsje Valvestino, niet ver van Tignale.
Zanzanù werd uiteindelijk op 17 augustus 1617 gedood, na een heftige schietpartij waarbij drie mannen uit zijn bende en zes van zijn achtervolgers uit Tignale om het leven kwamen.
Het grootste ex voto van Italië
Naar aanleiding van de overwinning op Zanzanù gaf de gemeente Tignale Giovanni Andrea Bertanza opdracht een schilderij te maken als ex voto voor het Santuario di Montecastello.
Het schilderij, dat het grootste ex voto van Italië en misschien zelfs wel van heel Europa is, laat op dramatische wijze de laatste momenten van Zanzanù zien. De zeer precieze details hebben ertoe geleid dat men denkt dat Bertanza zelf heeft deelgenomen aan de achtervolging.
Hij zou ook een zelfportret in het schilderij hebben verwerkt, als het personage dat een ongelovige blik naar de toeschouwer werpt.
Een ander opvallend detail is dat het gezicht van degene die Zanzanù doodt, verborgen is; je ziet alleen zijn laarzen en zijn haakbus (een soort geweer). Het is niet duidelijk of dit is gedaan uit minachting voor degene die het dodelijke schot loste of om zijn identiteit te verbergen en hem te beschermen tegen de wraak van de vrienden van Zanzanù.
Santuario di Montecastello
Afgezien van de spannende verhalen over Zanzanù is het Santuario di Montecastello zelf ook erg de moeite waard. Over het ontstaan van het complex is veel onduidelijkheid.
Op de plek van het heiligdom zijn resten gevonden van een kerk uit de negende eeuw, maar volgens de traditie is de eerste kerk hier gebouwd in 1283, nadat er tijdens strijd tussen de inwoners van Trento en Brescia een ster verscheen, waarvan men dacht dat het de heilige Maria was.
De eerste datering die zeker is, is 1458, het jaartal dat te lezen staat op een van de twee fresco’s in de ruimte onder de huidige kerk. In de jaren vijftig is er naast de kerk een spiritueel centrum gebouwd, Eremo di Montecastello. Hier woont nog een gemeenschap van nonnen.
Veertien kapelletjes op weg naar het santuario
Je bereikt het Santuario di Montecastello over een steile weg omhoog. Dit was oorspronkelijk een smal pad dat alleen te voet begaanbaar was. Pas in de twintigste eeuw is de weg toegankelijk gemaakt voor auto’s; tot die tijd was het bedevaartsoord erg geïsoleerd.
Langs deze toegangsweg staan veertien kapelletjes waarin veertien mysteries van de rozenkrans te zien zijn. Dit zijn de belangrijkste passages uit het leven van Jezus en Maria. Het vijftiende en laatste mysterie, de kroning van Maria, is op het fresco achter het hoofdaltaar in de kerk te zien.
Mooie fresco’s van Maria met kind
Je komt het complex binnen door een toegangsgebouw en betreedt dan een voorplein met aan beide zijden een trap die naar de ingang van de kerk leidt. Deze trappen stammen uit 1599, toen de huidige kerk werd gebouwd.
Op de begane grond is een portico met drie bogen met daarachter de ingang van het oudste deel van het gebouw, onder de eigenlijke kerk. In deze ruimte zijn nog fresco’s uit de vijftiende eeuw te zien, die zijn gemaakt door schilders uit Trento.
Het oudste fresco beeldt Maria met Jezus op schoot af, met de heilige Sebastiaan. Op het andere fresco zien we Maria met kind. Aan haar ene zijde staat bisschop Vigilius van Trento, aan de andere kant wordt ze geflankeerd door nog een bisschop.
Dit is ofwel de heilige Zeno, de beschermheilige van het bisdom Verona, ofwel de heilige Herculanus, de bisschop van Brescia die als kluizenaar stierf in een grot bij Campione, aan de voet van de Monte Castello.
Boven deze twee afbeeldingen is een fresco te zien dat de heilige drie-eenheid voorstelt, maar dit is afgekapt door de gewelven die de moderne kerk ondersteunen.
Nog meer fresco’s
In de kerk bewonder je een fresco uit de veertiende eeuw, met Jezus die Maria kroont. De schildering heeft een rijkversierde omlijsting met houten beelden.
Rondom het koepelfresco zie je vier op koper geschilderde medaillons die het leven van Maria afbeelden. Deze worden toegeschreven aan Jacopo Palma il Giovane.
De gewelven van de kerk zijn in 1904 verhoogd ter ere van een ceremonie waarbij de Madonna di Montecastello werd gekroond. Oorspronkelijk waren de gewelven lager en in barokstijl. Door gebrek aan geld zijn sommige delen van het nieuwe plafond versierd, maar andere niet.
Na de ceremonie werd er ook een beeld van de kroning van Maria gemaakt dat rondging langs alle gemeenten rond het Gardameer om het geloof te stimuleren.
In de zijschepen van de kerk zijn schilderijen van Andrea Celesti te vinden en verschillende ex voto’s, waaronder het beroemde schilderij met Zanzanù.
Altaar van de Madonna van Loreto
Ook de twee zijaltaren, gewijd aan de Madonna van Loreto en de heilige Jozef, zijn bijzonder. Ze stammen uit de zeventiende eeuw en zijn prachtig versierd met houtsnijwerk.
Het altaar van de Madonna van Loreto was oorspronkelijk niet aan haar gewijd. In de jaren zestig werden de beelden van beide zijaltaren gestolen. De inwoners van Loreto hebben toen een kopie van het beroemde beeld van hun beschermheilige dat in de Basilica della Santa Casa staat, cadeau gedaan aan de kerk. Het beeld moest met een helikopter naar boven gebracht worden.
Ook vrij recent heeft het Santuario di Montecastello helaas nog te maken gehad met diefstal. In 2014 kreeg het bedevaartsoord kostbare relieken van paus Johannes Paulus II en de Poolse martelaar Jerzy Popieluszko, waardoor het bezocht werd door talloze pelgrims, ook vanuit Polen. Helaas zijn deze relieken in 2017 gestolen en tot op heden nog niet teruggevonden.
Praktische informatie Santuario di Montecastello
Je vindt het Santuario di Montecastello hier. Je kunt er te voet heen wandelen (via een vrij steile klim) als je je auto parkeert aan de weg tussen Olzano en Prabione, naast de eerste kapel van de Via Crucis (kruisweg). Volg hiervoor vanaf de Gardesana Occidentale de borden richting Tignale.
In het voor- en najaar kun je buiten weekenden en feestdagen ook met de auto naar het heiligdom rijden en op het plein voor de kerk parkeren. Het laatste deel van de weg is wel erg steil en vol met haarspeldbochten.
Het Santuario di Montecastello is in 2024 geopend van 17 maart tot 3 november, dagelijks van 9.30 tot 17.30 uur. Via de website van het Ufficio del Turismo van Tignale vind je meer informatie.
met dank aan Eremo di Montecastello en het Ufficio del Turismo van Tignale voor een aantal foto’s