Een van de fijnste momenten in Italië is als we na een dag reizen, fotograferen, schrijven en slenteren aanschuiven voor het avondeten. Er wordt een fles wijn ontkurkt en – of we nu bij vrienden aan tafel zitten of in een restaurant – er wordt als eerste gang een uitgebreide hoeveelheid lekkers op tafel gezet.
Voor zo’n antipasti zou je ons op elk moment van de dag kunnen roepen. Van taralli (ringvormige zoutjes) en burrata (heerlijk romige mozzarella) in Puglia tot crostini di fegato (geroosterd brood met kippenlevertjespaté) in Toscane, van olive all’ascolanaDeze link opent in een nieuw tabblad (gevulde en gefrituurde olijven) in Le Marche tot bagna cauda (groenten met een heerlijk dipsausje met ansjovis) in Piemonte.
Elke streek kent zo zijn eigen variaties en recepten, die je het beste van de regio laten proeven. Een uitgebreide keuze aan antipasti is zo de beste kennismaking met de regio waarin je verblijft. We laten de rest van het menu wel eens voor wat het is, maar een uitgebreide selectie antipasti komt altijd wel op tafel.
Wie graag thuis al proeft van de verschillende antipasti van de Italiaanse regio’s, kan aan de slag met het nieuwe kookboek Gusto Italiano. Hierin verzamelden Erik Spaans en Jolande Burg, die we kennen van onder andere Le Quattro StagioniDeze link opent in een nieuw tabblad en Extra vergineDeze link opent in een nieuw tabblad, de meest verleidelijke antipasti uit alle twintig regio’s van Italië, mét de mooiste wijnen die je erbij kunt schenken.
Van het noordwesten reis je naar het diepe zuiden en de eilanden, in een wervelende reis van smaken. Elke regio wordt uitgebreid beschreven, waarbij de regionale delicatessen uiteraard de leidraad zijn. Daarna volgt steeds een pagina vol heerlijke antipasti uit de betreffende regio.
Bij de recepten zien we een aantal klassiekers als vitello tonnato, sarde in saor en gevulde courgettebloemen, maar ook minder bekende gerechtjes als pan di sorc (brood met gedroogd fruit uit Friuli-Venezia Giulia) en ceci fritti (gefrituurde kikkererwten).
Vanwege een beetje heimwee naar Sicilië maakten wij gisteren als zomerse antipasto de crostini con caponata, waarvan we het recept graag met jullie delen.
Wat heb je nodig?
Voor vier personen heb je nodig: 1 ciabatta, in dunne sneetjes | 2 aubergines | 3 eetlepels olijfolie | 1 middelgrote ui | 2 stengels bleekselderij | een halve venkelknol | 1 kleine rode paprika | 2 eetlepels pijnboompitten | 5 pruimtomaten, ontveld | 2 eetlepels kappertjes | 1 eetlepel suiker | 3 eetlepels rodewijnazijn | 3 eetlepels fijngehakte platte peterselie | 2 eetlepels fijngehakte basilicum (plus een beetje extra om te garneren) | 15 groene olijven, ontpit | peper en zout
Bereidingswijze
Snijd de aubergines in kleine blokjes, bestrooi ze met zout en laat dertig minuten uitlekken. Bak ze in een koekenpan in de olijfolie goudbruin en zet opzij. Snijd de rest van de groenten klein en bak deze (met uitzondering van de tomaten) in dezelfde pan tot ze zacht zijn. Voeg op het laatste moment de pijnboompitten toe en bak ze even mee.
Zet het groentemengsel opzij. Haal dan de olie uit de pan en bak in de nog vette pan de tomatenstukjes aan. Voeg de rest van de gebakken groenten toe en doe er de kappertjes, de suiker en de rodewijnazijn bij. Laat dit drie minuten stoven. Haal dan van het vuur en schep de kruiden en de in stukken gesneden olijven erdoor. Breng op smaak met zout en peper en voeg eventueel nog wat olijfolie toe.
Laat de caponata circa vier uur afkoelen in de koelkast. Rooster vlak voor het serveren de sneetjes ciabatta even in de oven en beleg ze met een flinke lepel caponata. Garneer met een blaadje basilicum.
Nog veel meer recepten voor antipasti, met uitgebreide streekinfo en bijpassende wijnen, vind je in
Gusto Italiano | Erik Spaans & Jolande Burg | ISBN 9789492199232 | uitgeverij Edicola| bestel Gusto Italiano via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad