Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Koffiebars en carabinieri – een prachtig mozaïek van Italië

Miriam Bunnik raakte tijdens de Rome-reis van haar middelbare school gefascineerd door Italië. Na haar studie Italiaanse taal en cultuur werkt ze als vertaalster en docente. Samen met Mara Schepers vertaalde ze Het leugenachtige leven van volwassenen van Elena Ferrante, Schittering van Margaret Mazzantini en talloze andere boeken.

Haar nieuwsgierigheid naar typisch Italiaanse verschijnselen – van de Fiat 500 tot de Napolitaanse pizza – bracht haar afgelopen jaren regelmatig in Italië. De verhalen die deze reizen opleverden, leidden tot het heerlijk herkenbaar boek Koffiebars en carabinieri.

foto: Miriam Bunnik

Met verhalen over onder meer de Italiaanse vlag, voetbal, pasta, Vespa’s, Pinokkio, street art, Dante en Maria brengt Miriam je dieper het land in dan je zelf als toerist zou komen. Dankzij de mix van geschiedenis, reizen en de verhalen van echte mensen krijg je een uniek inkijkje in de Italiaanse cultuur.

Miriam vertelt over de vanzelfsprekende liefde van Italianen voor hun geboorteplaats en over de herkomst van de Italiaanse vlag. Ze ontmoet Italianen die haar vertellen over hun passies, tradities en cultuur. Ze drinkt bijvoorbeeld een caffè bij de oudste koffiebar van Italië, zit op de bank bij een fanatieke voetbalsupporter en gaat op zoek naar standbeelden van Garibaldi om te kijken waar ze hun blik naar richten.

Ze eet een bordje pasta bij een traditionele pastamaakster, brengt een paar uur door in een krantenkiosk en wisselt van gedachten met een toegewijde carabiniere.

foto: Miriam Bunnik

Lees alvast een fragment uit Koffiebars en carabinieri

Elk hoofdstuk is niet alleen gelinkt aan een Italiaans fenomeen, maar ook aan een bepaalde plaats in Italië – van Venetië, Milaan en Pisa tot Ravenna, Termoli en Napels. Na een mooie bijpassende quote neemt Miriam je mee op haar reis naar die plaats, naar haar ontmoetingen met Italianen om over hun italianità, typisch Italiaanse fenomenen, te spreken.

We delen het voorwoord, dat een perfecte opmaat is voor een unieke tocht door Italië, zowel voor de fanatieke Italiëliefhebber als voor degene die zijn of haar eerste reis naar Italië nog tegoed heeft.

‘Als ik Italië in een notendop zou moeten omschrijven, zou ik zeggen: Italië is alles wat je nodig hebt om het de mens naar de zin te maken. Een prachtige taal, een grenzeloze keuken, bergen, vulkanen, azuurblauwe zeeën, grote dichters, beroemde modeontwerpers, succesvolle voetbalclubs, mooie auto’s, een rijke geschiedenis vol markante figuren en een dolce vita-mentaliteit waar je u tegen zegt.

Italië is het land van de pizza, van Fiat, Dante Alighieri, Vespa, Sophia Loren en noem maar op. Je zou er een encyclopedie mee kunnen vullen. Zelfs al kom je er nooit, dan nog kun je een handjevol zaken uit de Italiaanse schatkamer opnoemen.

Dat aspect fascineert me, en tegelijkertijd frustreert het me. Want Italië is ook het land van de maffia, de corruptie, de politieke chaos. Van seksisme, nepotisme en opportunisme. Het land waar bruggen instorten en kansen voor jongeren ontbreken. Soms heb ik het gevoel dat Italianen zelf niet beseffen wat ze allemaal hebben. Ze laten het versloffen, ze kijken er te weinig naar om. Italië is alles. Nel bene e nel male.

Zodra ik in Italië aankom, ben ik in mijn element. Zo ook vandaag. Vanochtend werd ik wakker in Pieve Ligure, waar ik een deel van de zomer doorbreng met mijn gezin. De zon brandt fel en heeft het gras geel gekleurd; de tuin geurt naar basilicum. Een warm briesje liefkoost mijn huid.

Mijn ontbijt bestaat uit een caffè latte en een stuk gezouten focaccia. Ik staar naar de blauwheid van de Middellandse Zee in de verte. Beneden raast een trein voorbij over het oude spoor dat de kustlijn volgt. Als de wind uit het zuiden komt, hoor je hem woest voorbijdenderen. Alles lijkt ver weg hierboven in de hoge Ligurische heuvels waar mijn Italiaanse schoonouders een zomerhuis hebben.

Pieve Ligure is hun toevluchtsoord uit de drukke stad Genua. Het dorp ligt tegen een steile heuvel geplakt, en is niet meer dan een handjevol gekleurde huizen in een woud van olijfbomen. Op de hoek van de weg naar boven zit in de muur een Mariakapelletje. Achter het smoezelige glas knielt een herder aan de voeten van een lichtblauwe madonna met haar kind op haar arm.

De beeldengroep verbeeldt het verhaal van de Maria della Guardia, die in 1490 aan een arme herder verscheen en hem genas nadat hij ternauwernood een val uit een boom had overleefd. Zij beschermt de stad Genua tegen elk denkbaar onheil. Onder het kapelletje staat een boodschap: ‘O tu che passi per questa via, dille sempre un ave Maria.’ ‘O gij die komt langs deze weg, zorg dat ge altijd een weesgegroetje zegt.’

Een schietgebedje is wel op zijn plaats. De weg die volgt is bochtig en smal. Met een Fiat Panda is het goed te doen, met onze grote gezinsauto houd ik mijn hart vast. Tegenliggers zijn onwelkome obstakels en zorgen voor vertwijfeling over wie nu voor wie moet wijken. Gelukkig hoef ik niet te rijden. Het uitzicht onderweg is spectaculair, ik geef mijn ogen de kost.

Wat ooit begon als de vakantieliefde van een zestienjarige puber op schoolreis, groeide uit tot een hartstocht die niet meer wegging. Ik bestudeerde de taal en de cultuur, en droomde van een leven in Italië. Van elke dag ontbijten in een koffiebar, en lange wandelingen maken in een decor dat steeds weer nieuwe verwonderingen oproept. Toch bleef het bij sporadische avontuurtjes, mijn leven ging verder in Nederland.

En toen kwam ik Andrea tegen. Ik veroverde hem met de restjes van mijn pizza, hij mij met een ritje op zijn Vespa. We trouwden en kregen twee kinderen. Ik bleef nog steeds in Nederland, maar ineens was daar een extra thuis in Genua, een buitenhuis in de Ligurische heuvels, en als ik wilde kon ik een Italiaanse achternaam voeren.

Ineens had ik een Italiaanse schoonvader met wie ik over politiek kan discussiëren, een schoonmoeder die heerlijk kookt en een zwager die tot ver in zijn dertigste nog thuis woonde. Ineens bestond mijn leven uit Italiaanse clichés.

Juist die gemeenplaatsen maken Italië zo charmant. Ze geven je houvast, een gevoel van herkenning. Ze zorgen dat je je er thuis voelt en er steeds weer terugkeert. Clichés zijn een uitstekende manier om een land beter te leren kennen, want ze zijn altijd ergens op gebaseerd.

Hoe beter ik Italië leerde kennen, hoe meer ik daarover wilde schrijven. Om aan anderen te laten zien wat Italië zo mooi maakt als je die clichés achter je laat. Maar het risico met grote liefdes is dat ze je blik vertroebelen, dat je je blindstaart op de mooie dingen.

Dus ging ik meerdere keren op reis om met de Italianen zelf over hun italianità, typisch Italiaanse fenomenen, te spreken. Zij zijn mijn personages, mijn leidraad. Zij geven invulling aan de observaties die ik zelf in al die jaren heb gedaan.

In dit boek over Italië neem ik je mee door de Italiaanse straten, langs de rode boekwinkel, de oude tabakszaak en de onmisbare koffiebar. Langs muren vol kunst, alom aanwezige Mariabeeldjes en kleurige Fiatjes; en onderweg zul je Italiaanse clichés voorbij zien komen die worden bevestigd of juist ontkracht.

Italië inspireert en verwart, maar bovenal doet het je leven.’

Geniet van alle Italiëverhalen in

Koffiebars en carabinieri | Miriam Bunnik | ISBN 9789028450509 | € 20,99 | uitgeverij Wereldbibliotheek | bestel Koffiebars en carabinieri bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *