Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Schittering – Margaret Mazzantini

Margaret Mazzantini is een van onze favoriete Italiaanse auteurs. Na onder andere Ter wereld gekomen, Ga niet weg, Niemand overleeft alleen en Morgenzee genoten we afgelopen weekend van haar nieuwste roman, Schittering – een verhaal over de liefde. Niet over de romantische soort, maar over echte, onbedwingbare liefde die zich niet laat tegenhouden of onderdrukken.

Schittering-Margaret-Mazzantini

Mazzantini schreef met Schittering wederom een aangrijpende roman, met als thema’s de zoektocht naar identiteit, schoonheid en schaamte, het accepteren van de kern van je bestaan en anders durven zijn – en daarin de schittering van het leven te ontdekken.

Mazzantini laat ons kennismaken met Guido, die opgroeit in een welgesteld gezin, en met zijn vriend Costantino, de zoon van de portier. Ze zijn van jongs af aan bevriend en voelen zich op een verwarrende manier tot elkaar aangetrokken. Tijdens een schoolreis naar Griekenland vindt er een eerste aarzelende toenadering tussen hen plaats, al ontkennen ze allebei hun diepere gevoelens.

Daarna scheiden hun wegen en ieder begint aan zijn eigen leven. Costantino blijft in Rome, trouwt en krijgt twee kinderen; Guido verhuist naar Londen trouwt met een vrouw die al een dochter heeft. Beide mannen blijven echter ook een moeizame affaire in stand houden, die zich veelal afspeelt in hotels rond de luchthaven van Rome.

Juist als ze allebei zeker weten dat ze niet langer zonder elkaar willen leven, slaat het noodlot toe. Een onmogelijke liefde is voorbij – nog voor die kon beginnen…

Een fragment:

‘Hij was de zoon van de conciërge. Zijn vader had de sleutels van ons huis, wanneer we op vakantie gingen gaf hij mijn moeders planten water. Een tijdlang hingen er twee blauwe linten op de voordeur van ons flatgebouw, het zijne iets verbleekter dan het mijne omdat hij een paar maanden ouder was dan ik. Onze hele kindertijd kwamen we elkaar tegen. Hij ging naar beneden, ik naar boven. We mochten niet op de binnenplaats spelen, waar een grote palmboom de stilte van de oude bewoners wegwuifde. Een flatgebouw langs de Tiber, uit de fascistische tijd. Ik kon hem zien vanuit mijn raam, wanneer hij met een bal onder zijn arm de rietkraag langs de rivier insloop.

Zijn moeder maakte ’s ochtends vroeg kantoren schoon. Hij zorgde voor zichzelf. Hij zette zijn wekker, deed de koelkast open en schonk melk in zijn beker. Hij zette zijn muts goed op en deed zijn jas dicht. We kwamen elkaar elke dag min of meer op hetzelfde punt tegen. Ik was veel slaperiger dan hij. Mijn moeder hield mijn hand vast, hij was altijd alleen. ‘Hoi.’ Hij rook naar kelders, naar stadse souterrains. Hij zette drie stappen en maakte een hupje. Drie stappen en een hupje.

Ik heb nooit een broertje of zusje gehad, ik heb mijn tijd alleen doorgebracht. Liggend op een tapijt met een poppetje in mijn hand, dat ik liet vechten en schieten. Op zaterdagmiddag nam mijn moeder me mee naar de boekhandel of het theater. Alleen op zondag waren allebei mijn ouders er. Mijn vader kocht de krant en las die op de leren bank van de club waar we altijd lunchten. Soms gingen we fietsen. Dan stopte hij bij de rivier en liet hij me de vogels zien die op de stroming richting zee dobberden.

Ik at in de keuken. Voedsel zonder voedingswaarde en zonder smaak, in het bijzijn van een huishoudster die met haar rug naar me toe de afwas deed. We hadden heel vaak een andere, maar voor mij was het steeds dezelfde zachtaardige maar vijandige figuur die mijn moeder de kans gaf mij tijdens mijn gehele jeugd alleen te laten.
Georgette was architect, maar oefende haar beroep niet uit. Ze was actief binnen Italia Nostra en ten prooi aan een krampachtige passie voor elke vorm van cultureel vrijwilligerswerk, waardoor ze geen vaste werktijden had.

Wanneer ze thuiskwam trok ze haar schoenen uit en sprak met mijn vader over haar sprankelende ontmoetingen, over haar strijd tegen de kaalslag in de oude binnenstad. Ze was een Belgische van nederige komaf, dochter van Italiaanse emigranten. Nu ze een volwassen vrouw was, had ze haar honger dan ook volledig gericht op het heerlijke intellectuele brood dat ze als kind bij haar thuis, in het gezin van een bescheiden tolbeambte, zo had gemist.

Mijn vader was juist een stille man, eentonig in zijn bezigheden. Voor mij een onaantrekkelijke rivaal met een stomp zwaard. Hij hield intens veel van mijn moeder, hij keek op dezelfde manier naar haar als ik, totdat het pijn deed. Een exotisch vogeltje dat per ongeluk dat huis was binnengevlogen, dat alleen even tussen die muren kwam fladderen, ons de adem kwam benemen.’

Lees verder in

Schittering-Margaret-Mazzantini

Schittering | Margaret Mazzantini | vertaald door Miriam Bunnik & Mara Schepers | ISBN 9789028426580 | € 19,99 | uitgeverij Wereldbibliotheek | bestel Schittering via deze link bij bol.com | ook verkrijgbaar als e-book

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Een reactie

  1. Anne Deijkers

    Een prachtig meeslepend, maar ook zo’n pijnlijk verhaal Dit heeft mij in het hart geraakt. Over hoe het leven een zoektocht is naar je identiteit, hoe je afkomst daar een rol bij speelt, over hoe je kunt berusten in je lot en hoe je kapot kunt gaan aan de liefde. In deze roman is Italië een prachtig decor, maar ook een verwoestend motief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *