De Siciliaanse schrijver Andrea Camilleri is vooral bekend vanwege zijn verhalen over Montalbano. In deze blog zetten we een ander kleinood van Camilleri in het zonnetje, Het medaillon. Uitgegeven als een speciale jubileumeditie door Serena Libri, in 2007, maar nog altijd even mooi om te lezen.
Brigadier Antonio Brancato is hoofd van de post van de Carabinieri in Belcolle, een dorp in de heuvels van Sicilië. Een beminnelijke man met kleine zorgen en een rustig bestaan in een afgelegen dorp.
Maar dan wordt de brigadier, op onderzoek buiten het dorp, door iemand met een kalasjnikov onder schot genomen. En van wie is de foto van die man met dat snorretje, die glimlach en die eigenwijze blik? Geen eenvoudige zaak, maar de brigadier vindt een oplossing.
Een fragment uit Het medaillon
‘Toen brigadier Antonio Brancato, commandant van de carabinieri in Belcolle, het blaadje van zijn kalender scheurde – iets wat hij elke morgen deed zodra hij zijn kantoor binnenstapte – zag hij dat het 26 mei was, wat dus wilde zeggen dat ze al over vier dagen jarig was, Giacomina, zijn enige zus, die met haar man in Genua woonde en moeder was van drie kinderen. Hij moest direct iets regelen, voordat er weer iets zou voorvallen en het hem door het hoofd zou schieten.
Tegen de wachtmeester zei hij dat hij even weg moest en dat hij over een half uurtje terug was.
Hij ging naar Cosimo, de sigarenboer, en koos een van de vijf licht vergeelde ansichtkaarten uit waarop het dorp al jaren vanuit verschillende hoeken stond afgebeeld. Als je er op een ansichtkaart en van bovenaf tegenaan keek, zoals de fotograaf had gedaan, leek Belcolle een charmant vakantiedorpje.
Door de ligging van de huizen, bij elkaar nog geen tweehonderd, had de plaats de vorm van een schip, met de smalle, ranke boeg gewend naar de bijna tweeduizend meter hoge Pizzo Carbonara, en de achtersteven plat en breed in de richting van de zee, heel ver weg, bij Cefalù. Een schip dat vreemd genoeg was vastgelopen boven op een groene berg, vol bossen en velden.
In de winter lagen de zaken heel anders, voor je het wist had de sneeuw de huizen, de bomen en de wegen bedekt, begraven onder een effen, witte laag, en vanaf de Madonie kwam dagenlang een ijzige, gure wind omlaag.
Maar het dorp lag niet helemaal besloten in die op de kaart gefotografeerde huisjes. Het strekte zich nog kilometers ver uit langs afgelegen onderkomens van boeren, herders en houthakkers, verspreid over de boszomen, de berghellingen en delen van het dal.
Hij had eens voor een arrestatie helemaal omhoog gemoeten naar een huisje in Pizzo Stella en hij wist nog hoe de jeep niet meer voor- of achteruit kon, vastgelopen in een zee van sneeuw, hij wist nog hoe lang die weg was geweest, steeds maar omhoog, hoe de kou in zijn botten was gaan zitten, ook al was zijn lichaam in beweging en spande het zich in.
Nog een geluk dat de dorpelingen nette, rustige mensen waren, misschien iets te veel een gesloten front, maar bergvolk is nu eenmaal niet erg spraakzaam, het neemt vreemdelingen liever niet in vertrouwen. Maar hij mocht dan echt een buitenstaander zijn, tegen hem spraken de inwoners van Belcolle merkwaardigerwijs wel, en hoe!’
Lees meer in
Het medaillon | Andrea Camilleri | vertaal door Willy Hemelrijk | ISBN 9789076270401 | uitgeverij Serena Libri | bestel Het medaillon via deze link bij bol.com