Een boekentip voor een lekker lange herfstavond: De chocolatiersDeze link opent in een nieuw tabblad. Dankzij dit boek reis je naar de AmalfikustDeze link opent in een nieuw tabblad, waar familiegeheimen zorgen voor een bittere invloed op ontluikende romantiek… Zorg wel voor een heerlijk stukje chocolade bij je thee of glas wijn, want dit verhaal doet je pagina na pagina verlangen naar cioccolato.
Celina Savoia is zeer aangedaan door de voortijdige dood van haar echtgenoot, een professionele chocolatier. Ze besluit samen met haar jonge zoontje Marco naar de zonnige Amalfikust te reizen, zodat ze beiden kennis kunnen maken met de familie van Tony, zijn vader.
Hoewel het geluk Celina weer voorzichtig toelacht als ze haar eigen chocoladewinkel opent in AmalfiDeze link opent in een nieuw tabblad, omringd door een liefhebbende familie, begint ze te vermoeden dat haar man niet de geliefde zoon en broer was om wie ze rouwen.
Het mysterie van de ware identiteit van haar man houdt Celina tegen in het toelaten van een nieuwe liefde. Ze besluit eerst alles op alles te zetten om de waarheid rondom Tony te achterhalen. Dat ze daarvoor de haar inmiddels zo dierbare Amalfikust moet verlaten, neemt ze voor lief. Maar zal ze in Zuid-Amerika de waarheid vinden die zo leuk verborgen is gebleven?
We delen een kort fragment, dat zich afspeelt in 1953, in San Francisco, voor Celina’s reis naar Italië.
‘Eén chocoladetruffel had haar lot veranderd. En het was een van Celina’s beste creaties geweest: een zachte, met cacaopoeder besprenkelde truffel gevuld met een ganache van donkere chocolade en framboos en gehuld in een couverture; een dikke laag chocolade die optimaal smolt bij lichaamstemperatuur.
Nadat ze er een had aangeboden aan een vermoeide donkerharige soldaat die net terug was van het Europese front had hij zichzelf voorgesteld als Tony Savoia, een Italiaanse immigrant wiens familie Cioccolata Savoia had gerund, voordat suiker haast onverkrijgbaar was geworden vanwege de oorlogsrantsoenering. De truffel had zijn ogen doen schitteren.
Hoewel ze verder weinig wist van de charmante onstuimige man die haar met liefdesverklaringen het hof had gemaakt, waren ze binnen een paar maanden getrouwd.
‘Inderdaad. Cioccolata Savoia in Napels, Italië,’ zei Celina tegen de telefoniste van de internationale telefooncentrale terwijl ze de emotie in haar stem probeerde te bedwingen. Ze herhaalde het buitenlandse telefoonnummer van de wereldberoemde chocolatier en hing op. De telefoniste zou terugbellen zodra ze de verbinding tot stand had gebracht.
Een telegram was niet toereikend, niet voor dit soort nieuws. Celina, die wanhopig graag Tony’s vader wilde bereiken, had tot middernacht gewacht om zijn bedrijf te bellen. Ze zat op een houten stoel in de smalle gang van haar kleine appartement in de buurt van Union Square, klaar om meteen op te nemen zodat het schrille gerinkel haar zoontje niet zou wekken.
Met de opgezette kraag van haar flanellen kamerjas tegen de kille nachtlucht staarde ze met een briefje in haar hand geklemd door het woonkamerraam naar de verlichting langs de straat die heuvelafwaarts naar de baai voerde. Het felverlichte uithangbord van Ghirardelli, de chocolatier die de afgelopen honderd jaar in San Francisco chocolade had geproduceerd, verlichtte de Golden Gate Strait.
Hoe vaak had ze niet gekeken naar dat bord, een baken voor wat zijzelf door hard te werken zou kunnen bereiken? Maar nu leek haar toekomst even schimmig als de mist die over de stad hing.
Maanden geleden had Celina de familie van haar man in Italië geschreven om hen op de hoogte te brengen, ondanks zijn gespannen verhouding met zijn ouders. Zoals hij had voorspeld, hadden ze nooit gereageerd. Hadden ze haar brief überhaupt ontvangen? Ze voelde zich verplicht om hen te informeren en om contact te zoeken in het belang van de kleine Marco – haar zoon en hun kleinkind – hoewel Tony elk contact verboden had. Het was zijn enige regel geweest.
Ze streek een trillende hand over haar voorhoofd. Zes maanden. Hoe kon het waar zijn? Elke dag had ze haar verdriet moeten onderdrukken om de dag door te komen. Ze voelde zich verloren zonder haar man, een echt thuis of familie. Door het open raa hoorde ze misthoorns loeien in de verte, als een waarschuwingssignaal dat ze in haar herinneringen zou kunnen verdrinken.
De tweede brief die ze aan Tony’s ouders had gestuurd, was vorige week geretourneerd. ‘Verkeerd adres. Onbestelbaar.’ Ze had zich zelfs afgevraagd of zijn ouders nog leefden, al wist ze dat het familiebedrijf na de oorlog de productie in Italië had hervat.
Onder chocoladekenners was Cioccolata Savoia beroemd. Van Turijn tot Amalfi werd de legendarische chocolatier geroemd om het samensmelten van de fijne subtiele smaak van Criollo-chocolade met de citroenen uit Sorrento en AmalfiDeze link opent in een nieuw tabblad. Chocoladeliefhebbers over de hele wereld hadden de heropening gevierd.
[…]
‘Hallo?’ Ze streek haar verwarde blonde haren uit haar gezicht, blootsvoets rillend in de vochtige ochtendlucht van de baai die door haar dunne katoenen nachthemd drong. De maan verlichtte het vertrek en wierp grillige schaduwen van de bomen de gang in. ‘Pronto?’
Ze hield haar adem in. Griezelige schaduwpartijen wiegden heen en weer als ijle kransen in een stille maandans. Ze wendde zich van het raam af, sloeg een arm om haar middel en leunde met haar voorhoofd tegen de muur. ‘Hallo?’
De lijn kraakte, en vanaf de andere kant van de wereld echode een diepe mannenstem door de verbinding heen. ‘U spreekt met Lauro Savoia. Wat kan ik voor u doen?’ Hij sprak Engels met een Italiaans accent, maar zijn diepe tenorstem deed Celina onwillekeurig naar de houten stoel grijpen. ‘Ik heb eerder gebeld.’ Ze wreef in haar ogen, in een poging haar slaap te verjagen.
‘Mi dispiace, het klinkt alsof ik u heb gewekt.’ Hij aarzelde. ‘U belt vanuit New York, niet?’
‘San Francisco.’
Er volgde een korte stilte. ‘Sono le cinque di mattina. Neemt u me niet kwalijk, het moet daar vijf uur in de ochtend zijn. Ik bel u later wel terug. Het is te vroeg om zaken te doen.’
‘Dit is geen zakelijk telefoontje,’ flapte ze eruit. Ze kneep haar ogen dicht om haar zelfbeheersing te bewaren. ‘Ik bel over uw zoon, Tony.’
De lijn werd stil, en Celina dacht dat de verbinding verbroken was. ‘Bent u er nog?’
‘Sì. Ik ben Lauro Savoia. Bedoelt u Antonino? Hij is mijn broer…’
Broer? Tony had nooit over broers of zussen gesproken. Maar misschien was dit wel beter. En hij sprak Engels. ‘Ja, Antonino.’ Tony was de bijnaam van haar man. Maar voordat ze kon verdergaan klonk Lauro’s stem door de lijn.
‘Ik kan u niet helpen,’ zei hij. ‘Antonino is aan het eind van de oorlog vermist geraakt.’
‘Nee, dat klopt niet. Hij was in Amerika.’ De woorden stroomden als een spraakwaterval uit haar mond. ‘We zijn getrouwd. We hebben een zoon. Maar er is iets vreselijks gebeurd, en ik vond dat zijn familie dat moet weten.’ Celina zweeg even, voordat ze de woorden uitsprak waarvan ze wist dat die zijn hart zouden breken, net als ze het hare hadden gebroken toen ze op die mistige avond dat telefoontje had gekregen.’
Lees verder in
De chocolatiers | Jan Moran | vertaald door Hanneke van Soest | ISBN 9789045216768 | € 17,95 | Karakter Uitgevers | bestel De chocolatiers via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad