Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Mountainbiken in het Parco Regionale del Monte Cucco

Niet ver van het schitterende stadje Gubbio ligt het Parco Regionale del Monte Cucco, dat zich uitstrekt over de grens van de regio’s Umbrië en Le Marche. Het park leent zich perfect voor outdoor activiteiten als wandelen, fietsen, mountainbiken en paragliden. Erwin neemt je mee voor een prachtig rondje natuur op de mountainbike.

Erwin: ‘We starten de dag rustig met een typisch Italiaans ontbijt, een cornetto met een cappuccino. We vertrekken vervolgens naar het dorpje Costacciaro, waar we hebben afgesproken met de burgemeester. Als we op de parkeerplaats aankomen, zien we de Monte Cucco en de Monte Le Gronde al hoog boven de bomen uitsteken.

Al snel arriveert ook de burgemeester van Costacciaro, Andrea Capponi, samen met Natale Vergari, de voorzitter van Università degli Uomini Originari di Costacciaro, een soort vereniging van eigenaren van de Monte Cucco en de Monte Le Gronde.

Zij hebben mountainbikes bij zich waarop we straks door het park zullen fietsen, maar voor het zover is, is het eerst tijd voor een espresso in de bar. Al snel blijkt dat Andrea een zeer sportief persoon is. Ik durf de stelling wel aan dat hij zelfs de meest sportieve burgemeester van Italië is.

Na een sportblessure in het voetbal kwam hij tijdens de revalidatie in contact met het mountainbiken. Al snel bleek dit voor hem de ideale uitlaatklep. Hij praat er vol passie over. Hij is dan ook niet alleen sinds 2014 de burgemeester van Costacciaro, hij runt er ook een mountainbikeschool, Cucco MTB School, waar volwassenen en kinderen vanaf vijf jaar kunnen mountainbiken.

Hij is tevens technisch instructeur van de nationale fietsvereniging én hij mag professionals trainen. Samen met het Italiaans Olympische comité heeft hij het voor elkaar gekregen dat in Costacciaro fietsen op het schoolprogramma is komen te staan, zodat de jeugd er al op jonge leeftijd mee in aanraking komt.

Eén keer per jaar organiseert hij een mountainbikewedstrijd, die inmiddels meer dan duizend deelnemers aan de start brengt, met buiten de wedstrijd volop randactiviteiten. Je kunt dus gerust stellen dat elke vezel in zijn lijf mountainbiken ademt.

Na de espresso en Andrea’s energieke verhalen is het tijd om op pad te gaan. Via een steeds sterker slingerende weg omhoog arriveren we met de auto bij Pian delle Macinare, op ongeveer duizend meter hoogte. Deze groene vallei tussen de Monte Cucco en de Monte Le Gronde is het startpunt voor de buitenactiviteiten in het park.

Als de auto’s zijn geparkeerd is het tijd om de fietsen in elkaar te zetten. Voor Andrea een koud kunstje en voor we het weten heeft hij alle fietsen klaar. Vooraf had ik nog een kleine hoop op een e-mountainbike, maar al snel moet ik constateren dat het gewoon ouderwets benenwerk gaat worden. Gelukkig geeft Andrea tijdens de instructie aan dat we een redelijk makkelijk parcours zullen afleggen.

We maken de zogenaamde Giro La Favolosa, een rondje om de Monte Le Gronde met een lengte van 9,6 kilometer en met ongeveer tweehonderd hoogtemeters. Het klinkt voor Andrea als een makkie, maar voor mij als ongetrainde fietser… Ik ben benieuwd!

Natale zal ons met de auto achterna rijden, voor eventuele pech onderweg of als bezemwagen voor wie het parcours iets te zwaar blijkt.

Onze fietstocht start bij het bergrestaurant Rifugio Mainardi, waar we na de fietstour zullen terugkeren voor de lunch. Het begin van het parcours gaat licht naar beneden. Dit deel is goed te doen en de zwaartekracht zorgt dat we weinig kracht op de pedalen hoeven uit te oefenen.

Al snel maken we een stop om te genieten van het prachtige uitzicht op de Monte Cucco en een groot deel van de regio Le Marche. Bij helder weer zijn zelfs de bergen van Kroatië zichtbaar!

Niet veel later duiken we het oude beukenbos in, waar het lekker koel is. Andrea vertelt dat we hier veel wilde aardbeien zullen vinden. Het duurt niet lang voor we de eerste tegenkomen. Natuurlijk stappen we even af om ze te proeven, heerlijk zoet zijn ze!

Tijdens deze korte stop vertelt Andrea over de bijzondere relatie die de inwoners van Costacciaro met de bergen hebben. De Monte Cucco en de Monte Le Gronde zijn namelijk eigendom van de Università degli Uomini Originari di Costacciaro, die ik eerder al even kort noemde.

Deze vereniging is eind dertiende eeuw opgericht, toen veertig families uit het dorp Costacciaro de bergen kochten van een edelman. Sinds de oprichting is de vereniging verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van de bergen. In ruil daarvoor mogen ze er bijvoorbeeld hout hakken, voor de koude winteravonden, en water halen bij de Sorgente Scirca, een bron die Costacciaro voorziet van vers drinkwater.

Het water dat niet door de dorpelingen gebruikt wordt, gaat naar Perugia. De inkomsten daarvan vloeien terug in de dorpskas van Costacciaro en worden deels gebruikt voor het onderhoud van de bergen.

Het huidige bestuur van de vereniging bestaat uit vijftien leden, met als voorzitter Natale Vergari, die deze functie al achttien jaar bekleedt.

We stappen weer op de fiets en vervolgen onze weg door het bos. Zodra er een open stuk is, staat het gras vol bloemen die ontelbaar veel vlinders aantrekken, in alle kleuren van de regenboog. Andrea wijst dat er verderop zelfs een vlinderbos is, het Bosco delle Farfalle.

Tot nu toe zijn we alleen nog maar gedaald, maar dat betekent dat we nu weer omhoog moeten. Al snel blijkt dat mijn conditie niet te vergelijken is met die van Andrea. Gelukkig maakt het uitzicht alles goed. Bij helder weer kijk je enerzijds tot aan de Adriatische Zee en anderzijds tot diep in de regio’s Umbrië en Toscane.

Als we weer wat energie hebben opgedaan van het uitzicht, stappen we op en rijden we richting de Monte Cucco. Het pad is niet steil, maar loopt flauw omhoog. Als we op het hoogste punt zijn, maken we een stop om nog een keer te genieten van de schitterende vergezichten.

Dan is het nog maar een klein stukje fietsen naar het eindpunt Pian delle Macinare. Voor we daar aankomen, maken we nog een laatste stop bij de grazende Chianina-runderen. Deze bijna spierwitte koeien lopen vrij rond, zodat ze volop kunnen genieten van het sappige groene gras.

De Chianina-koe wordt echt gehouden voor het vlees. Het bekendste stuk vlees dat van deze koe komt, is de bistecca alla fiorentina.

Als we afscheid hebben genomen van de fotogenieke koeien met op de achtergrond de Monte Cucco fietsen we naar onze welverdiende lunch bij Rifugio Mainardi. Dit fijne adresje is gevestigd in een pand dat eigendom is van de Università (en dat ze ook verhuren). Ook deze inkomsten vloeien terug naar het dorp Costacciaro.

Als we aan tafel zitten, is het een komen en gaan van gasten die zowel de burgemeester als de voorzitter begroeten. Het is overduidelijk dat beide heren zeer geliefd zijn in het dorp. Ik heb echter vooral oog voor mijn tortellini alla boscaiola, die meer dan goed smaken na al die kilometers klimmen!’

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *