Deze zomer zijn de tuinen van het Rijksmuseum voorzien van een Italiaans tintje. Het is opletten geblazen: sta je oog in oog met een echte boom of met een haast levensecht bronzen exemplaar, gemaakt door de Italiaanse kunstenaar Giuseppe Penone?
Bomen als inspiratiebron
Penone (Garessio, 1947) woont en werkt in Turijn. Als boerenzoon raakte hij al vroeg in zijn leven gefascineerd door natuurlijke processen. In de jaren zeventig was Penone de jongste vertegenwoordiger van de Arte Povera-beweging in Italië. Ook toen al koos hij de natuur als zijn muze en grootste inspiratiebron.
Net als andere Arte-Povera kunstenaars maakt Penone gebruik van eenvoudige materialen, waarin de handeling van de scheppende kunstenaar altijd het belangrijkste element is. De boom is voor Penone al tientallen jaren lang het belangrijkste motief in zijn kunst. Voor zijn bomen, die volgens Penone al een perfect beeld opleveren, is dan ook de hoofdrol weggelegd tijdens deze zomerse beeldententoonstelling.
In de schaduw van de vleugelnootboom
In de tuinen van het Rijksmuseum staan achttien beelden opgesteld. Het mooiste startpunt van een wandeling langs alle beelden is aan het kant van het Museumplein. Als je met je rug naar het IAmsterdam-logo staat, treed je de tuinen aan de rechterzijde binnen. In dit kleurige gedeelte van de tuinen vind je de vol in blad staande vleugelnootboom, die net zo oud is als het museum.
Met warm weer spelen kinderen in de fontein van de Deense kunstenaar Jeppe Hein. Bezoekers nippen van een cappuccino op een van de vele stoeltjes die zo lijken te zijn weggeplukt uit een stadspark in Parijs.
Een moderne Bernini
Water, lucht, steen, bladeren, mineralen, dieren: in de sculpturen van Penone staan de elementen, natuurlijke groei, verandering en verval onlosmakelijk met elkaar in verband. Maar de kunstenaar geeft er natuurlijk ook zijn eigen draai aan. Penone manipuleert het kunstwerk. Hij maakt afgietsels van echte bomen in brons en probeert bijvoorbeeld zo natuurgetrouw mogelijk de boomschors na te hakken in marmer – als een hedendaagse Bernini.
De beelden van Penone zijn vaak meer dan levensgroot. Bij het imposante Vene di pietro tra i rami (Aders van steen tussen de takken) plaatste Penone een enorm blok graniet in de armen van de ranke, bronzen boom. Het blok graniet weegt maar liefst twintig ton; het kan niet anders of het moet door Goliath zijn geplaatst… Het Rijksmuseum moest speciaal voor dit beeld ondergrondse muren aanleggen om het gewicht te kunnen dragen.
Penone probeert ook marmer tot leven te wekken. Net als Michelangelo gebruikt hij het liefste marmer uit de groeven van Carrara. De kunstenaar gaat in de beeldenreeks Anatomia (Anatomie) net zo lang door met het bewerken van het marmer totdat er een stelsel van aders is blootgelegd. Want ook in steen schuilt leven, volgens Penone – zoals ook Michelangelo al beweerde.
Door de bliksem getroffen
Met zonlicht lijkt Albero folgorato (Boom door de bliksem getroffen) wel omgeven met een gouden aura, zo prachtig is de glinstering van het vergulde brons op de toppen van de door bliksem getroffen boom. Penone was maar wat gelukkig met deze metershoge boom en maakte een uniek afgietsel in brons. De blootgelegde delen vergulde hij, wat zorgt voor een prachtige schittering in het zonlicht.
De Arte Povera-kunstenaar speelt soms ook met onze waarneming. Zo plaatst hij de boom van Le foglie delle radici (De bladeren van de wortels) op zijn kop. De wortels worden de hoogste takken, waaruit een jong boompje groeit. De uiteinden zijn de voeten waarop de boom steunt. ‘Een boom die ondersteboven staat, toont zijn gezicht, zijn gedachten en zijn gelijkenis met de mens,’ zei Penone ooit.
Eigen vingers en pols in brons
Soms laat Penone ook een heel persoonlijke boodschap achter op zijn bronzen bomen. Als je goed kijkt naar het punt waar het water kalm stroomt, bij de liggende tak Biforcazione (Tweesprong), zie je dat de afvoerkanalen bestaan uit een afdruk van Penones eigen vingers en pols in brons. Zijn hand en onderarm vormen haast de nerven van een blad.
Na de eerste kennismaking loop je door de tuinen verder richting de Stadhouderskade. Tra (Tussen) doet je kort pauzeren en filosoferen. Breekbare bronzen takken dragen ieder een gedeelte van een boom die doormidden is gezaagd. Het punt waar de stam ooit één was, wordt door goud verlicht. Je kijkt niet naar een dode boom voor wie het leven ophoudt, maar naar twee nieuwe levens die op hetzelfde moment ontstaan.
Metamorfose in een laurierboom
De twee mooiste beelden loop je bijna voorbij; ze vallen bijna weg in het groene decor van de tuinen. Sentiero 6 (Pad 6) is een kleine, lopende figuur bestaande uit stukken schors van brons. De figuur laat een pad achter – net zoals een slang zijn huid aflegt. In het midden van het beeldje groeit een laurierboom. Een echte metamorfose, die doet denken aan Bernini’s Apollo en Daphne in de Galleria Borghese in Rome.
Ook in Respirare l’ombra (De schaduw ademen) staat laurier centraal. Prachtige in brons gegoten laurierbladeren vormen samen het silhouet van de kunstenaar, op ware grootte. In het hart van het kunstwerk hangen gouden bladeren in de vorm van menselijke longen.
Titanen en een koorddanser
Naast de kleine, intieme beelden vind je aan de voorzijde van de Rijksmuseumtuinen metershoge bronzen bomen, omringd door rivierstenen. De rivierstenen liggen soms zelfs in de titanen van bomen. ‘De boom verbeeldt het basale idee en de eenvoudige notie van vitaliteit, cultuur en beeldhouwkunst. Hij verbeeldt een levende en vloeiende vorm. Vloeiend in de tijd. Als hij een obstakel tegenkomt, omzeilt hij het of integreert hij het verstorende element, bijvoorbeeld met stenen,’ aldus de Italiaanse kunstenaar.
Een mooie afsluiter staat trots bij het schaakbord aan de Jan Luijkenstraat. Funambolo (Koorddanser) speelt een spelletje met de natuur en de zwaartekracht. Penone brengt een tak dwars op de bast van de boom aan. Het immense beeld oogt zeer kwetsbaar, net als een koorddanser die wankel op het koord balanceert.
Prikkende acaciadoornen
Maar dan zijn wij er nog niet. Ook in de entreehal van het Rijksmuseum staan enkele werken van Penone opgesteld. In het atrium, hoog aan de spanten van het gebouw, hangt een enorm werk van maar liefst twaalf bij zes meter dat uit twee, ruggelings geplaatste doeken bestaat. Pelle di grafite – Giano (Huid van grafiet – Janus) en Spine d’accacia (Acaciadoornen) werden speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt.
De donkere achtergrond, opgelicht met zilveren streken, doet je misschien denken aan donkere nachten met vallende sterren. Maar Penone heeft als inspiratie voor het werk een stukje plakband gebruikt dat hij over zijn voorhoofd haalde. Hij projecteerde dit stukje plakband in het groot en tekende de lijnen met grafiet na op een donkere achtergrond. Hoe langer je kijkt, des te meer rimpels en lijnen je gaat herkennen.
Aan de andere zijde sta je oog in oog met een krioelend landschap. Het lijkt wel een enorme mierenkolonie! De honderden uitsteeksels zijn echter allemaal acaciadoornen. Welkom in Penones schedel, waarbij de acaciadoornen staan voor zenuwuiteinden en energiebanen.
In de voorhal staat een mysterieus takkenbos. Lichtbruine boomstammen zoeken hun weg omhoog. Voor de sparren en ceders die Ripetere il bosco (Herhaling van het woud) vormen, heeft Penone de schors afgepeld en de jaarringen verwijderd om tot de kern van de boom te komen. Zo krijgen de bomen weer de vorm die zij vele jaren eerder hadden. Een soort metamorfose, maar dan terug in de tijd.
Gratis naar het Rijksmuseum
De tentoonstelling met Penones kunstige bomen in de Rijksmuseumtuinen is nog te bewonderen tot en met 2 oktober 2016. De tuinen zijn elke dag gratis toegankelijk van 9.00 tot 18.00 uur.
foto’s: Olivier Middendorp | Rijksmuseum Amsterdam