Bestel Saskia's roman Het perfecte recept

Italië in mijn broekzak – Hand in hand met de oudste vrouw ter wereld

Sinds 2000 woont Pascal Horbach in Italië. Als televisieproducer werkt hij aan uiteenlopende programma’s waarvoor hij de mooiste locaties bezoekt en steeds weer bijzondere mensen ontmoet. Op Ciao tutti zal hij regelmatig verslag doen van onderwerpen en personen die hem de afgelopen jaren hebben weten te raken of van topics die de uitzending niet haalden.

Pascal: ‘Italië noem ik thuis, maar in deze cultuur vol tradities waar de Italianen la dolce vita tot kunst hebben verheven, voelt iedere dag als vakantie… Dus reis met mij mee, dit keer naar het Lago Maggiore, waar ik de oudste vrouw ter wereld ontmoette.

De Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog, de opkomst én de val van het fascisme in Italië, het einde van de Italiaanse monarchie en de daaropvolgende stichting van de Italiaanse Republiek, ze had het allemaal bewust meegemaakt.

Ruim een jaar geleden, op 15 april 2017, overleed Emma Morano, op 117-jarige leeftijd. Ze was op dat moment de oudste vrouw ter wereld. Een paar weken eerder, had ik voor het programma Gort over de grens, zittend op de rand van haar antieke bed, een interview afgenomen.

Een aandoenlijk oud besje had ons delen uit haar lange levensverhaal verteld. Ondanks haar ouderdom voelde je haar levenskracht wanneer ze je hand pakte of wanneer ze vertelde over die vreselijke man waarmee ze als jong meisje was getrouwd. Nog immer uiterst trots op haar daad om hem, tegen alle regels van de kerk én de toenmalige samenleving in, aan de kant te zetten en alleen verder te gaan.

Voor mijn eerste gastblog op Ciao tutti, twee weken vóór de eerste uitzending van de tweede reeks Gort over de grens (die op 11 mei bij de AVROTROS van start gaat) wil ik Emma graag nogmaals in mijn en jullie herinnering terugroepen, als een mooie, lieve, sterke vrouw, die op een onwaarschijnlijk hoge leeftijd nog steeds een lichtpuntje was. Een boegbeeld van moed, kracht en liefde voor al die vrouwen die er, om wat voor reden dan ook, alleen voor staan.

Stel je voor, het is het jaar 1899. Sinds een paar jaar rijden er auto’s op de weg. Dat wil zeggen, in een paar grote Europese steden zoals Berlijn en Parijs rijden bakken op vier wielen met een motor. Op het platteland, ook in Civiasco, een klein dorpje in de Italiaanse bergen vlak bij de grens met Zwitserland, wordt alles en iedereen nog door paard en wagen vervoerd.

Het is het jaar waarin de Italiaanse natuurkundige Marconi erin slaagt om voor het eerst een radiosignaal van het Britse Koninkrijk naar het vaste land in Frankrijk te zenden. De radio, zoals wij die kennen, bestaat nog niet en uiteraard is er geen televisie. Reizen naar andere werelddelen gaan over zee en zijn niet voor iedereen weggelegd. De eerste werkelijk gecontroleerde vlucht met een gemotoriseerd vliegtuig moet zich nog voltrekken.

Nieuws komt, als het je werkelijk interesseert en je er de moeite voor doet het te vinden, via de drukpers de huiskamer binnen. In Italië richten Engelse immigranten de voetbalclub AC Milan op en in Rome wordt het Jubeljaar 1900 officieel ingeluid met het openen van de Heilige Deur van de Sint-Pieter door paus Leo XII.

In Nederland komt, op verzoek van de Russische tsaar Nicolaas II, de eerste Vredesconferentie bijeen in Den Haag. Staatsbosbeheer wordt opgericht om bosbouw te bevorderen en zandverstuivingen te bestrijden. De voetbalbond organiseert het eerste Nederlandse bekertoernooi dat door het Amsterdamse RAP wordt gewonnen. Het zijn andere tijden. Roerige tijden, er gebeurt veel, maar voor velen vooralsnog ver van hun bed.

Op een steenworp afstand van het prachtige Lago Maggiore zag Emma, thuis in het bed van haar moeder, het levenslicht. Niemand kon vermoeden dat zij, ruim een eeuw later, in 2017, de laatst levende persoon ter wereld uit de negentiende eeuw zou zijn. En niet alleen dat. Emma gaat de geschiedenisboeken in als de langst levende Italiaanse ooit.

Het leek mij een jaar geleden meer dan gepast om een televisieprogramma dat over het Italiaanse la dolce vita gaat, te openen met de vrouw die daar het langst van heeft kunnen genieten. Mijn voorstel werd in Hilversum goed ontvangen en toegejuicht. Enthousiast begon ik aan mijn research en binnen enkele uren had ik het nichtje van Emma aan de telefoon. Een verkleinwoordje, maar toch, ook zij was al over de zeventig.

‘O dat is pas over een paar maanden?’ was haar eerste reactie. ‘Natuurlijk kan dat, maar ik kan niets garanderen.’ Ik moest lachen om haar verontschuldigende woorden. Op lange termijn een afspraak maken met een vrouw die in 1899 is geboren en voor wie iedere dag, helaas, de laatste kan zijn, brengt inderdaad een risico met zich mee.

We spraken af dat ik regelmatig contact zou houden om op de hoogte te blijven van Emma’s gezondheid.

Een voorgesprek was niet mogelijk dus ik moest alle beschikbare informatie van internet plukken. Er was meer voor handen dan ik verwachtte. De oudste vrouw ter wereld gaat dankzij de media werkelijk de hele aardbol over. Van Australië tot Finland, van New York tot Moskou, de nieuwsberichten over haar leven vond ik in iedere mogelijk denkbare taal.

Meteen werd duidelijk dat de artikelen zich vaak beperkten tot haar dieet. Wat eet een vrouw die 117 is? Wat is haar geheim? Het antwoord is inderdaad zo bizar dat het begrijpelijkerwijs alle aandacht opeist: drie eieren per dag waarvan één gekookt en twee rauw!

Emma had rond haar twintigste een infectie opgelopen waar ze doodziek van was geworden. Een arts had haar aanbevolen voorlopig drie eieren per dag te nuttigen. ‘En ik ben nooit meer gestopt’, lachte ze ondeugend wanneer je er naar vroeg.

Je moet weten dat Emma bijna stokdoof was en heel slecht zag. Wanneer je met haar praatte, moest je werkelijk in haar oor schreeuwen of via de mantelzorgster, die dagelijks twee uur bij Emma thuis kwam, communiceren.

Maar goed, ik kon dus geen voorbezoekje bij haar plannen. Tóch wilde ik mij er als producer van verzekeren dat alle randvoorwaarden perfect waren of ze zelf uitstekend maken. Ik kan niet met een televisieploeg op de bonnefooi naar het Lago Maggiore rijden om daar vlak voor opnames te ontdekken dat er bijvoorbeeld geen parkeerplaatsen zijn of dat er juist een drukke, doorgaande weg is waarover zware vrachtwagens langs het raam van de geïnterviewde denderen.

Alle elementen die een soepel verloop van de opnames in gevaar kunnen brengen, moet ik voortijdig elimineren of zó naar mijn hand zetten dat we er geen last van gaan hebben. Dus ik trok toch naar Pallanza, een mooi dorp aan het rustig kabbelende water van het meer, waar Emma na de scheiding van ‘de man met losse handjes’ was gaan wonen.

Alles op orde. Het huisje van Emma bleek op de derde verdieping van een oud pand in een klein steegje naast de karakteristieke, grijze kerktoren, waar alleen fietsers en wandelaars doorheen kwamen. Ik zocht naar een hotel in de buurt dat makkelijk per auto bereikbaar was. Ik vond een leuke trattoria om de hoek, waar ik, na een heerlijke lunch, besloot dat we daar met de cameraploeg konden eten.

Ik bekeek de agenda van de afvaarten over het meer en maakte een korte rondvaart, zodat ik voor de cameraman ook tijd kon inplannen om mooie shots van de omgeving te draaien.

Daarna reed ik naar de grens met Zwitserland, waar ik met de carabinieri de afspraak maakte dat wij daar, letterlijk op de overgang, een televisieopname mochten maken van een auto die Italië binnen rijdt.

Een tip voor alle producers onder de lezers : regel dit soort dingen nooit via de mail en de daarvoor in het leven geroepen officiële instanties, want je komt in een bureaucratische rompslomp waar geen uitweg meer is en waar je uiteindelijk bijna altijd nee op het rekest krijgt. Gewoon zo’n mannetje daar aanspreken en onderhands, op zijn Italiaans, een deal maken. Dat werkt!

Vier dagen voor onze komst belde ik nog met de ‘jonge nicht’ van Emma. Alles was in kannen en kruiken. Emma voelde zich kiplekker en de uitslag van een recent bloedonderzoek, uitgevoerd door een groep professoren van de universiteit van Milaan die de uitzonderlijke zaak ‘Emma’ op de voet volgden, had uitgewezen dat zij de 120 jaar makkelijk zou halen.

En dan tóch, ondanks alle voorbereidingen, lopen dingen fout. Althans, anders dan je zou willen. Na de opnames bij de grensovergang presenteerden wij ons op de afgesproken tijd bij de voordeur van Emma. Door de intercom nodigde het nichtje mij uit vooral naar boven te komen. Een houten, oude wenteltrap in een onverwarmd deel van het pand leidde ons naar de derde verdieping. Met de voltallige ploeg in mijn kielzog ontdekte ik een opstopping van Japanners voor de deur van het appartement. Journalisten!

‘Ma tu sei Pascal?’ vroeg de oudere Italiaanse dame in de deuropening. ‘Si’, riep ik enthousiast, in de hoop snel de Japanners achter ons te kunnen laten. ‘Maar we hebben gisteren de hele dag op je zitten wachten…’

Ik legde uit dat ik de vrijdag ervoor, aan de telefoon toch echt had geopteerd voor die dinsdag, onze eerste draaidag. De ploeg was pas op dinsdagochtend ingevlogen op Milaan, dus ik had nooit voor maandag kunnen afspreken, legde ik uit.

Gelukkig bleek het voor haar niet zo’n probleem, het mocht ook die middag. Maar dan moesten we wel geduld hebben, want een Japanse cameraploeg die binnen aan het draaien was zou tot vier uur blijven. Een grote crew, want alle Japanners op de gang hoorden erbij. In het trappenhuis ging ik met mijn regisseur een paar treden lager in conclaaf: wachten of later terugkomen?

Met hulp van de Japanse tolk kreeg ik het voor elkaar een van hun producers te spreken met wie ik overeen kwam dat zij een half uur later een kwartier rust zouden nemen, zodat wij ‘ons ding’ konden doen.

‘Een kwartier is echt veel te kort,’ klaagde mijn regisseur terecht. Veel andere opties hadden we echter niet, aangezien we later die dag nog op een andere locatie moesten draaien en dus onmogelijk tot vier uur konden wachten. Er werd dus ingezet op de vijftien minuten. Vreselijk, omdat je, juist met zo’n oude dame, rustig de tijd wil nemen.

Vanaf de galerij keek een andere bejaarde dame, op knalblauwe pantoffeltjes, hunkerend onze kant op. Ze wenkte me en ik liep op haar af. Het lieve mens overspoelde mij binnen luttele seconden met een waterval aan woorden.

‘Ik ben al 94 hoor, dat is ook een mooie leeftijd toch? Ik ben nog kerngezond en kook voor mijn zoon die hier bij me woont.’

Mijn hart brak, dat lieve mens zag de wereldpers aan haar deur voorbij lopen, maar niemand die voor haar kwam. Emma stal vanuit haar slaapkamertje, waar zij al veertien jaar niet meer uit was gekomen, de show.

Ik attendeerde Ilja Gort op de dame. Hij vond dat maar wat geestig en spoorde de camera- en geluidsman aan hem te volgen. Verguld met de onverwachte aandacht greep de buurvrouw haar kans. Binnen no time had zij een fotolijst uit de woonkamer geplukt om ons te laten zien hoe knap zij vroeger was. Op vragen over Emma ging zij niet in, het was duidelijk dat ze verlegen zat om aandacht voor zichzelf.

Nu Emma is overleden zal buuf in een zwart gat gevallen zijn, want daar op drie hoog komt voorlopig geen vreemdeling meer voorbij.

We mochten naar binnen. Het Japanse team knikte ten teken dat het oké was. Mijn Japanse collega-producer tikte nog even streng op zijn horloge. ‘Ja ja’, dacht ik en verborg mijn irritatie én intentie net zo lang binnen te blijven als nodig was.

Binnen in het piepkleine keukentje gebaarde de nicht dat we ons naar de kamer erachter konden verplaatsen. Door een kleine, lage deur met raampjes waar een oud gordijntje voor hing, liepen wij, met het hoofd gebogen, achter elkaar aan.

We troffen Emma aan, zittend op de rand van haar bed met haar handen in haar schoot. Het hoofd van het stokoude mensje hing geduldig naar beneden. Ik voelde mij direct een beetje schuldig zo binnen te walsen met een ‘moderne’ cameraploeg die meteen aan de gang ging om licht en geluid optimaal te regelen.

Een crew neemt ‘bezit’ van de locatie waar ze zich bevindt, dat is logisch, maar ik dacht alleen maar aan haar. Wat kon het haar in Godsnaam schelen dat er een lelijke schaduw over de wang van de presentator liep? Had zij überhaupt in de gaten wat er om haar heen gebeurde? Ze zat daar maar.

Ik voelde mij een van de zoveelste indringers die sinds mei twee jaar eerder (toen Emma dankzij het overlijden van de oudste vrouw ter wereld in Japan, zélf de oudste vrouw was geworden) het kleine appartementje binnen drong om nieuwsgierig het levende ‘wereldwonder’ te aanschouwen.

Met lampen, statieven, moderne apparatuur en Nederlands gebrabbel traden wij haar ‘mini-kosmos’ binnen. Haar ‘zijn’ had niets te maken met dat waar wij voor staan.

Onze acties, die weliswaar met respect en kalmte werden uitgevoerd, waren voor ons, niet voor haar. Ik stelde mij voor hoe de internationale pers hier zo vijf dagen per week de deur plat liep. Het deed mij een beetje denken aan de kermisattracties uit de eeuw waarin Emma was geboren, waar vreemde vogels, zoals lilliputters, zwaar behaarde vrouwen of Siamese tweelingen, te kijk werden gezet.

Emma als attractie, een plaatje maken en weer weg… Maar goed, daar moest ik even doorheen. De overtuiging dat wij daar waren om inhoudelijk een mooi verhaal te vertellen dat binnen het thema van het programma paste, hielp mij snel over mijn gêne. Met hulp van de verpleegster, die haar beter verstond dan ik, kwamen we een heel eind. Het interview verliep minder moeizaam dan ik had verwacht.

Emma vertelde in korte zinnetjes enkele van haar meest heldere herinneringen uit haar jonge jaren. Over hoe zij samen met haar zus het ouderlijk huis uit glipte om zonder toestemming van hun vader stiekem te gaan dansen.

Ze sprak duidelijk geëmotioneerd over haar echtgenoot die haar slecht had behandeld. Op de vraag waar zij het meest dankbaar voor was, antwoordde zij dan ook dat het haar was gelukt aan die man te ontsnappen.

We hebben haar niet gevraagd naar haar enige dochter, die al een paar maanden na de geboorte was overleden, en ook niet naar Emma’s geboorteakte, die onlangs door de familie was gevonden. Daaruit blijkt dat de ouders van Emma niet getrouwd waren toen zij werd geboren. Dat zou zij zelf ervaren als een schande, want dat was in die tijd natuurlijk echt ondenkbaar.

Op advies van Emma’s nicht vroegen we naar haar hobby’s als dansen en muziek. Dat werkte. Emma zong vier regels uit een kinderliedje.

Uiteraard lukte het niet om binnen vijftien minuten ons gesprek met Emma af te ronden. Slinks heb ik gebruik gemaakt van het feit dat het nichtje de wacht hield bij de deur. Zij wist niet dat ik slechts een kwartier tijd had gekregen en liet geen Japanner naar binnen tijdens ons gesprek.

Maar na een half uurtje werd het ons duidelijk dat het voor Emma allemaal teveel werd. Ze sloeg dicht en de verpleegster gaf aan dat het echt tijd werd voor Emma om iets te eten en vervolgens te rusten.

Er was een bordje met wat rauw vlees klaargemaakt. Ja niet gekookt, gebakken of gefrituurd, dat zou Emma niet wegkrijgen, zo vertelde ze.

We lieten ons presentje in de vorm van Nederlandse zachte koekjes (die zij zonder gebit met een kopje thee naar binnen kon zuigen) achter op het nachtkastje. ‘Die komen wel op,’ glimlachte de verpleegster.

Een laatste groet. Mijn hand in Emma’s hand. Een mooie, oude, gerimpelde, krachtige hand waarover grote donkere aders gedrapeerd waren. Honderdzeventien jaar hadden zij dienst gedaan.

Ik keek op in haar kleine, waterige, grijze oogjes. Ze staarde terug met een glimlachje. Wat zeg je tegen zo’n lief, oud vrouwtje waarvan je weet dat je haar nooit meer in levende lijven zal zien? Ik kuste haar op de hand. ‘Grazie Emma.’

De eerste aflevering van Gort over de grens met daarin het interview met Emma werd op 28 april 2017 door AVROTROS uitgezonden. Via deze link kun je deze uitzending terugkijken.

Op Instagram reis je het hele jaar door met Pascal mee, naar mooie Italiaanse bestemmingen, bijzondere ontmoetingen en van typisch Italiaanse tradities. Volg hem via Pascal_Horbach en/of Italieinmijnbroekzak. Nog veel meer verhalen lees je op zijn eigen blog Italië in mijn broekzak.

Ontdek de leukste routes in Italiaanse steden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *