Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Geheimen – het nieuwe boek van Domenico Starnone

Na het succes van Strikken en Geintje kun je nu in Geheimen duiken, het nieuwe boek van Domenico Starnone, de man die wellicht achter het pseudoniem Elena Ferrante zit – al zijn er ook stemmen die beweren dat Starnone getrouwd is met de echte Ferrante, de literaire vertaalster Anita Raja. Namens uitgeverij Atlas Contact mogen we trakteren op een fragment uit dit boek.

Pietro en Teresa hebben een stormachtige relatie. Na de zoveelste ruzie komt Teresa met een idee. ‘Laten we afspreken dat ik jou een geheim vertel dat zo gruwelijk is dat ik het zelfs aan mezelf nauwelijks durf op te biechten, en dan moet jij mij een vergelijkbaar geheim toevertrouwen,’ zegt ze tegen Pietro. Zo zijn ze voor altijd met elkaar verbonden.

Kort daarna gaan ze uit elkaar en vertrekt Teresa naar het buitenland. Tot zover ‘voor altijd’, denkt Pietro. Dan wordt hij verliefd op Nadia, met wie hij een relatie krijgt.

Een paar dagen voor hun bruiloft duikt Teresa plotseling weer op, en Pietro is doodsbenauwd dat ze zijn geheim zal verklappen en daarmee zijn hele leven zal verwoesten.

Vanaf dat moment begint zijn geheim hem te achtervolgen. Telkens als Pietro zich op een kruispunt in zijn leven bevindt, is Teresa daar. Of is hij het die haar steeds opzoekt? En zal zij alles wat hij zo zorgvuldig heeft opgebouwd – zijn relatie, zijn carrière, zijn imago – met één onthulling in duigen doen vallen?

Lees alvast een fragment
‘Liefde, wat zal ik ervan zeggen, er wordt veel over gesproken, maar ik geloof niet dat ik het woord vaak heb gebruikt, ik heb zelfs het idee dat ik het nooit heb gebezigd, ook al heb ik wel liefgehad, ik heb absoluut liefgehad, ik heb zozeer liefgehad dat ik mijn verstand en mijn bewustzijn verloor.

De liefde zoals ik die heb gekend is dan ook een lava van ruw leven die verfijnd leven verbrandt, een uitbarsting die begrip en medeleven, rede en redenen, geografie en geschiedenis, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede, uitzondering en regel wegvaagt.

Het enige wat overblijft is een wringende, verwringende drang, een hopeloze obsessie: waar is ze, waar is ze niet, wat denkt ze, wat doet ze, wat zei ze, wat bedoelde ze daar eigenlijk mee, wat verzwijgt ze voor me, en of zij zich net zo goed voelde als ik, en of ze zich nog steeds goed voelt nu ik weg ben, of dat mijn afwezigheid haar verzwakt zoals de hare mij verzwakt, me vernietigt, alle energie uit me zuigt die haar aanwezigheid me juist geeft , wat ben ik zonder haar, een klok die stilstaat op de hoek van een drukke straat, o, maar haar stem, o, om bij haar te zijn, de afstanden verkorten, wegvagen, alle kilometers, meters, centimeters, millimeters uitwissen, en smelten, met haar versmelten, niet langer ik zijn, of eerlijk gezegd heb ik nu al het idee dat ik dat nooit ben geweest behalve in haar, in haar genot, en dat maakt me trots, het maakt me vrolijk, het deprimeert me, bedroeft me, en doet me dan weer ontvlammen, zinderen, ik hou zo veel van haar, ja, het enige wat ik wil is het beste voor haar, altijd, wat er ook gebeurt, ook als ze zich losmaakt, ook als ze anderen bemint, ook als ze mij vernedert, ook als ze mij alles afpakt, zelfs het vermogen om haar lief te hebben.

Wat kunnen er toch absurde dingen gebeuren in je hoofd, het beste willen terwijl je niet meer kunt liefhebben, het slechte willen terwijl je toch blijft liefhebben. Mij is dat overkomen, daarom heb ik het woord zo veel mogelijk ontweken, ik weet niet wat ik aan moet met de vredige liefde, de comfortabele liefde, de rinkelende liefde, de zuiverende liefde, de pathetische liefde: het is omdat die me vreemd is dat ik dat woord zo weinig heb gebruikt in de loop van mijn lange leven.

Ik heb daarentegen wel heel veel andere gebruikt – drang, drift , smachten, verwarring, behoefte, hunkering, verlangen – te veel, vrees ik, ik put uit vijfduizend jaar schrijfgeschiedenis en daar zou ik nog weet ik hoelang mee door kunnen gaan.

Maar nu wil ik graag overgaan naar Teresa, zij is degene die altijd heeft geweigerd zich in die combinatie van zes letters te laten vatten, maar die intussen wel talloze andere eiste, en nog eist.

Teresa vond ik al leuk toen ze nog aan een tafeltje bij het raam zat, en ze een van mijn levendigste leerlingen was. Maar dat realiseerde ik me pas een jaar nadat ze eindexamen had gedaan, toen ze me opbelde en me van school kwam ophalen, me tijdens onze wandeling op een mooie najaarsdag vertelde over haar turbulente studentenleven en me plotseling kuste.

Die kus was het officiële startsein van onze relatie, die in totaal zo’n drie jaar duurde, met nooit volledig beantwoorde eisen van absoluut wederzijds bezit, en spanningen waarbij werd gescholden, gehuild en gebeten.

Ik herinner me een avond bij kennissen thuis, we waren met zeven of acht personen. Ik zat naast een meisje uit Arles dat sinds een paar maanden in Rome woonde, en dat op zo’n verleidelijke manier het Italiaans verhaspelde dat ik het liefst alleen naar háár stem had geluisterd. In plaats daarvan zat iedereen te kletsen, en vooral Teresa, die op haar gebruikelijke ruimhartige wijze met extreme precisie zeer intelligente dingen zei.

Ik moet toegeven dat ik me sinds een paar maanden was begonnen te ergeren aan het feit dat zij altijd in het middelpunt wilde staan en er zelfs bij het onbenulligste praatje een schepje bovenop deed, vandaar dat ik vaak de neiging had haar met een snerende opmerking in de rede te vallen, maar dan wierp ze me een vernietigende blik toe en zei: Sorry, ík ben aan het woord.

Bij die gelegenheid deed ik het misschien één keer vaker dan draaglijk was, ik vond het meisje uit Arles leuk en ik wilde dat zij mij ook leuk zou vinden. Daarop wendde Teresa zich woest tot mij, ze greep het broodmes en schreeuwde: Als je het nog eens waagt om mij het woord af te snijden, dan snij ik jou je tong af, en ook nog iets anders.

We gingen elkaar in gezelschap te lijf alsof we alleen waren, en nu denk ik dat we inderdaad alleen waren, zozeer gingen we in elkaar op, ten goede en ten kwade. Onze kennissen waren er weliswaar bij, net als het meisje uit Arles, maar zij leken onbeduidende figuren, het enige wat telde was hoe wij elkaar voortdurend aantrokken en afstootten. Het was alsof we elkaar mateloos leuk vonden, alleen om te kunnen vaststellen dat we elkaar verafschuwden. Of andersom.’

Lees verder in

Geheimen | Domenico Starnone | vertaald door Manon Smits | ISBN 9789025471606 | € 19,99 | uitgeverij Atlas Contact | bestel Geheimen bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *