Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Corte Sant’Alda – wijndomein tussen Soave en Valpolicella

Er hangt een dichte mist als Aimée, vanuit B&B Podere Castagnè, boven op een heuvel met spectaculair uitzicht over de stad Verona en wijngaarden, naar beneden rijdt, richting het dorp Mezzane di Sotto, om wijn te gaan proeven bij Corte Sant’Alda.

Aimée: ‘Precies op het moment dat we de oprit van wijndomein Corte Sant’Alda op rijden, breekt eindelijk de zon door de dichte mist, alsof onze entree zo getimed was.

Marinella Camerani, de eigenaresse van Podere Castagnè, heeft voor mij een afspraak gemaakt met wijnmaker Leonardo. Marinella, die tevens de eigenaresse van het wijndomein is, begon hier vijfendertig jaar geleden met slechts vier hectare aan wijnranken.

In de loop der jaren zijn er negentien hectare aan wijngaarden aangeplant. Het totale terrein, dat ook een olijfboomgaard en bos omvat, beslaat tegenwoordig zelfs veertig hectare.

Marinella staat bekend als producent van bijzondere biodynamische kwaliteitswijnen. Haar bedrijf is sinds 2003 biologisch en sinds 2010 biodynamisch gecertificeerd. De wijngaarden van Corte Sant’Alda liggen tussen de Soave en de Valpolicella, met het beste van beide werelden binnen handbereik.

‘De wijnranken moeten werken,’ zegt Leonardo als we in de wijngaard staan. ‘De mist is belangrijk, want het zorgt in de zomer voor verkoeling. Maar anderszijds is het vocht ook een voedingsbodem voor ongewenste schimmels. De wind van de bergen blaast de druiven weer droog en is dus essentieel in de lente en zomer, als de druiven rijpen.’

Ondertussen klaart de mist langzaam op. De zonnestralen die erdoorheen breken, geven het geheel een mysterieuze sfeer.

‘We hoeven niet vaak in te grijpen, omdat onze wijnstokken in balans zijn met de natuur. In een deel van de wijngaarden gebruiken we een beetje koper en zwavel. Elders gebruiken we geen koper, maar alleen een beetje zwavel. Heel soms irrigeren we ook, maar alleen als de plant bijna dood gaat. Anders gaan de wortels niet diep genoeg.’

Marinella vertelde me dat eerder ook al. ‘Soms staat het gras in de wijngaard hoog, maar voor mij is dat het leven. Je ziet kleuren, je ruikt aroma’s van munt, rucola, kamille… Ik kan niet geloven dat dat schadelijk is voor de wijnstok.

Een gemaaid gazon is misschien meer een esthetische behoefte dan noodzaak. In plaats daarvan geloof ik dat al deze geuren en kleuren onderscheidende elementen zijn van elk van onze wijnen.’

Ze verbouwen bij Corte Sant’Alda voornamelijk rode druivenrassen die typisch zijn voor deze streek zoals Molinara, Corvina en Rondinella. Leonardo vertelt dat ze de Garganega-druif onder aan de heuvel aanplanten, voor een Soave IGT.

‘Deze staan op een kalkbodem met weinig klei,’ zegt Leonardo, terwijl hij naar een muur van kalk wijst waar we langs lopen.

We volgen Leonardo langs de wijnstokken. Hij vertelt: ’De pergola-stijl om druivenstokken te geleiden, kwam vroeger zeer veel voor in deze regio. Dat werd met name zo gedaan vanwege de vochtigheid. De wind kan er dan namelijk makkelijk doorheen.

Zo kreeg men meer opbrengst per plant, maar de kwaliteit ging daardoor wel omlaag. Hier in Corte Sant’Alda hanteren we de Guyot-stijl als manier van opbinden, waardoor we een betere kwaliteit krijgen.

Door de klimaatverandering is de hogere pergola-stijl overigens wel weer actueel, doordat er minder verdamping optreedt en er meer schaduw is.’

Terwijl Leonardo iets uitlegt over snoeimethoden in de wijngaard, lopen we de wijnkelder in. Alles ziet er perfect onderhouden uit, niets wordt aan het toeval overgelaten. Een contrast met de wijngaard, waar de natuur meer vrij spel krijgt.

We zien de machine waarmee gebotteld wordt, glimmende stalen tanks, massieve betonnen tanks, houten vaten in diverse maten en zelfs een levensgrote amfora van terracotta die wordt gebruikt voor een van de vini naturali. Leonardo geeft ons meer informatie over de verschillende manieren om de wijn te laten rijpen.

Het gebruik van kersenhouten vaten om de wijn in te laten rijpen, is een traditie die vooral in deze vallei in ere wordt gehouden. Sommige vaten zijn gemaakt van een mix van kersen- en eikenhout.

Terwijl Leonardo wijst naar een ellipsvormig groot vat, zegt hij: ‘Deze vorm gebruiken we voor de Amarone-wijnen. Dat geeft een eleganter resultaat qua houtsmaak.’

We lopen verder langs de beroemde Amarone-druiven, die in houten kistjes liggen gestapeld om te drogen. Na het drogen worden ze gekneusd en geperst, afhankelijk van het suikergehalte is dit na zestig tot negentig dagen.

Door de klimaatverandering verliezen de druiven meer vocht, waardoor de droogtijd korter is. Marinella vertelt dat toen ze pas begon, ze de druiven na de feestdagen kneusde (zo rond 6-7 januari). Nu gebeurt dit een tot anderhalve maand eerder!

Ze moeten dan ook constant monitoren. Leonardo: ‘Het Valpolicella-consortium geeft je een richtdatum vanaf wanneer je mag beginnen met het persen van de druiven. Dat is nu rond 15 november. Daarna mag je zelf beslissen wanneer je dat precies doet, maar zo kunnen ze de kwaliteit van de Amarone garanderen.

Dan is het tijd om te proeven! We lopen naar het wijnproefgedeelte, waar Leonardo allereerst een glas van de Ca’ Fiui inschenkt, die is gemaakt van vijftig procent Corvinone, aangevuld met Corvina en Rondinone.

Marinella’s wens om één geheel te vormen met de natuur is terug te proeven in het glas. Het is pure, eerlijke en eigen wijn, die alleen hier op deze plek gemaakt kan worden. Uniek in zijn soort.

Ik loop nog even de wijngaard in met het glas wijn om na te genieten, voor we afscheid nemen van Leonardo. De mist is inmiddels helemaal opgetrokken, zodat we voor vertrek nog even van het prachtige uitzicht kunnen genieten.’

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *