Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Castel Vittorio, Bajardo & Isolabona – eeuwenoude schoonheid rondom Pigna

Tijdens ons tweede bezoek aan Liguria Holiday Homes in Pigna zien we het dorpje Castel Vittorio weer vanuit alle hoeken stralen. Tijdens ons eerste verblijf is het ons niet gelukt om dit juweeltje te bezoeken, maar dat gaan we dit keer dubbel en dwars goedmaken.

Castel Vittorio

Als een adelaarsnest ligt Castel Vittorio tussen de groene bergen, hemelsbreed op misschien maar vijfhonderd meter van Pigna. We kunnen het bijna aanraken, maar om er te komen dienen we ons wat meer moeite te getroosten en een aanzienlijk lange weg te rijden. Maar het is een mooie route, en het eindpunt maakt elke kilometer slingerweg dubbel en dwars waard.

De aanblik vanuit de verte is al uitzonderlijk mooi, maar eenmaal in het dorpje aangekomen blijkt Castel Vittorio nog charmanter dan gedacht. Het lijkt wel of de tijd daadwerkelijk stil heeft gestaan.

Bij de ingang van het dorp stuiten we op een informatiebord dat aangeeft dat de oudste kern rondom de Santo Stefano reeds tussen 900 en 1300 gebouwd is. Hier snuiven we dus tussen zo’n duizend jaar geschiedenis op, onvoorstelbaar!

De hoofdstraat naar boven draait het centrale Piazza XX Settembre op, waar kinderen uitbundig met een bal spelen. Het vrouwtje van de plaatselijke alimentari duikt weg als we een foto van het plein nemen.

Even verderop zitten twee oude mannetjes van het naast gelegen asilo infantile, een tehuis voor zwakzinnigen. De vrolijkste van het stel blijft maar lachen en poseert vrijwillig voor een foto. Hij wil zichzelf maar al te graag terugzien op het kleine schermpje.

Even later staan we aan de voet van de campanile (klokkentoren) van de Santo Stefano. De kleine steegjes aan het pleintje rondom de klokkentoren zijn smaller dan smal, maar leveren wel mooie intieme plaatjes op. Aan de structuur van de stenen is duidelijk te zien dat dit het oudste gedeelte van het dorp is. Prachtige oude gevels trekken aan onze ogen voorbij, als stille getuigen van de eeuwenoude geschiedenis.

Aan de rand van het dorp raken we aan de praat met Ian, een kunstzinnige Ier die al tien jaar aan het pleintje woont. Na al die tijd verbouwen is hij nog niet helemaal klaar met de restauratie van de woning, die een inspiratieplek voor kunstenaars moet worden.

Ons oog valt op een redelijk zwart geblakerde kelderruimte. Ian: ‘Dat komt door de Duitsers, die hier aan het einde van de oorlog alles in brand hebben gestoken. Maar erg veel schade hebben ze niet toe kunnen brengen, met dank aan de fantastische eeuwenoude structuur van de woningen. Dus met één keer verven schiet ik al een heel eind op.’

Hij is benieuwd wat we van het dorpje vinden en als ik hem vervolgens vertel dat ik voor Ciao tutti op pad ben, zegt hij: ‘We need more people like you here to get this place more known.’ Niet gek als je weet dat de gemiddelde leeftijd hier erg hoog is en er weinig leven door de straten van het dorp waait. Een paar huizen verder woont zelf een man van dik honderd jaar oud, ongelooflijk!

Op advies van Ian lopen we nog even verder, naar de uiterste rand van het dorp, vanwaar we een magnifiek uitzicht op zowel Castel Vittorio als op het dieper gelegen Pigna hebben. Broederlijk steken de twee dorpjes tussen het vele groen uit. Een zwoel windje brengt een kruidige geur van tijm en lavendel mee. Wat is het hier vredig…

Bajardo

We stappen in onze huurauto om verder te rijden naar Bajardo. Een man op de parkeerplaats raadt het ons af. De weg zou afgesloten en zeer slecht onderhouden zijn. Toch besluiten we om een poging te wagen, want het is zeker vijftien kilometer en een half uur korter dan via de officiële weg via Isolabona.

We krijgen er geen spijt van. Het is inderdaad een smalle en vrij slechte weg, maar we hebben wel eens erger meegemaakt. Onderweg hebben we alle tijd om wat plaatjes te schieten, want andere auto’s komen we niet tegen. Na een half uur draaien we de doorgaande weg van Bajardo op, misschien wel het best bewaarde geheim van deze streek. Wat een leuk knus dorpje!

Het ligt wel enorm afgelegen, boven op een bergrug, op negenhonderd meter hoogte. Op het Piazza de Sonnas is het rondom de waterput heel gezellig met gasten die bij Osteria Ra Culeta van een heerlijke lunch genieten.

François en Nicolette uit Nice nippen bij de put aan een glaasje. Dit jonge Franse stel geniet in Bajardo van een weekje rust en mist de hectiek van hun dagelijkse leven in Nice helemaal niet. Op mijn vraag hoe ze hier terecht komen, antwoordt François: ’Wij komen hier vaker als we even een paar dagen aan ons drukke dagelijkse leven willen ontsnappen.

In de bergen boven Nice hebben we ook dit soort dorpjes, maar de sfeer is daar compleet anders. Mensen zitten bij ons binnen terwijl Italianen op straat leven, dat vinden we geweldig. De uitbaatster van de osteria is bovendien een gewéldig mens en érg behulpzaam. Wij vinden het hier heerlijk!’ Wij kunnen hem geen ongelijk geven.

Bajardo kent net als Castel Vittorio een lange geschiedenis die terug gaat tot de tijd van de Kelten. In de middeleeuwen bouwden de christenen hier de San Nicola, die in 1887 helaas werd getroffen door een aardbeving. Het complete dak kwam naar beneden en er vielen meer dan tweehonderd doden onder de kerkgangers.

Tot op de dag van vandaag is er sindsdien niets meer veranderd aan de kerk, als eerbetoon aan de slachtoffers. De muren staan nog fier overeind en er is ook nog altijd een altaar aanwezig, evenals een muurkapelletje. De sfeer is sereen en de aanblik is ronduit spectaculair.

Isolabona

Vanuit Bajardo gaat er een smalle bergweg (pas goed op met tegenliggers) richting Apricale (dat we vorige keer bezochten) en Isolabona, een klein en rustig dorpje, idyllisch gelegen aan het riviertje. Hoewel het tijdens ons bezoek uitgestorven is, denken we dat het hier vanaf een uur of vijf in de middag best gezellig zal zijn, gezien de diverse terrasjes bij de plaatselijke bars.

Een paar mooie plaatjes willen we jullie niet onthouden:

Dolceacqua

We zijn bijna weer terug in Pigna maar we willen nog eerst nog even terug naar Dolceacqua, waar we vorig jaar ons hart verloren hebben. Tijdens ons toenmalige bliksembezoek werden we al getroffen door de schoonheid van de prachtige middeleeuwse boogbrug over de rivier de Nervia.

Nu we wat meer tijd hebben, willen we ook de steegjes en doorkijkjes op weg naar het hooggelegen Castello dei Doria bekijken.

In het labyrint van carrugi, smalle steegjes, passeren we kunstzinnige winkeltjes, fotogenieke doorkijkjes en kleurrijke details die in de muren verwerkt zijn.

Dit schitterende stukje Ligurië heeft ons op vele fronten weer aangenaam verrast. We tellen nu al af naar ons volgende bezoek!

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *