Take the cannoli! – het recept voor Siciliaanse deegrolletjes met ricotta

Wie aan Sicilië denkt, denkt niet alleen meteen aan lekker eten maar ook aan de maffia. Soms blijken die twee wonderwel samen te gaan. Heb je The Godfather gezien? Dan herinner je je vast de uitspraak ‘Leave the gun. Take the cannoli.’

Deze cannoli zijn knapperige deegrolletjes gevuld met gezoete ricotta; een typisch Siciliaanse specialiteit.

De cannoli zouden zijn ‘bedacht’ door de Romeinen. Zij waren een van de eersten die de gewoonte aannamen om na het diner nog wat zoete deegwaren te nuttigen. Zo waren de tubus farinarius dulcissimo edulio ex lacte factus Cicero’s favoriete nagerecht. Deze tubi farinari, deegrolletjes, zijn in feite niets anders dan de cannoli siciliani die de eilandbewoners nu maken.

Volgens Cicero maak je ze als volgt klaar: je hebt 200 gram meel, 1 eetlepel suiker, eiwit van 2 eieren, zout en 1 eetlepel reuzel nodig voor het deeg. Voor de vulling heb je verse ‘witte’ kaas (ricotta), honing, gekookte wijn en kaneel nodig.

Meng alle ingrediënten voor het deeg (behalve de reuzel), rol het deeg om een cilindervorm (niet langer dan een vinger) en bak de rol in hete reuzel. Pas als het deeg weer is afgekoeld, kun je de vorm verwijderen. Voeg wat honing, gekookte wijn en kaneel aan de ricotta toe, meng goed en vul de cannolo met dit mengsel.

Let wel: Cicero waarschuwde al dat het vullen pas op het laatste moment moet gebeuren, vlak voor het opdienen. Bij een aantal pasticceria’s op Sicilië houdt men deze waarschuwing nog altijd in het achterhoofd: als je daar een cannolo bestelt, is het gebruikelijk om niet te vragen ‘Mi rassi ’n cannolu?’ (‘Wil je me een cannolo geven?’), maar ‘Mi inchissi ’n cannolu?’ (‘Wil je een cannolo voor me vullen?’). Goed om te weten voor je bezoek aan Sicilië!

Het recept voor Siciliaanse cannoli

Meng voor de deegrolletjes 500 gram bloem met 50 gram reuzel, 50 gram suiker, 200 ml wijn en een mespuntje zout door elkaar, tot je een glad en soepel deeg hebt. Rol het deeg uit tot een dunne lap en druk er met een deegsteker deegcirkels uit die iets groter zijn dan een schoteltje.

Rol de deegcirkels met de deegroller nog iets uit, rol ze om speciale cannoli-vormen en bak ze circa zes minuten in hete zonnebloemolie, tot ze mooi bruin kleuren. Laat de rolletjes goed uitlekken, haal de vormpjes weg en laat de rolletjes afkoelen.

Maak in de tussentijd de vulling. Hiervoor heb je 500 gram ricotta, 230 gram suiker en 50 gram pure chocoladedruppels nodig. Klop de suiker door de ricotta, druk het mengsel door een zeef en meng er de chocolade door. Vul de afgekoelde rolletjes vlak voor het opdienen met dit ricottamengsel.

Garneer de cannoli met fijngehakte pistachenootjes, stukjes chocolade of stukjes gekonfijt fruit. Bestrooi de cannoli ten slotte met poedersuiker. Geniet van je cannoli!