Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Waar ik nu ben van Jhumpa Lahiri – een eenzame verplaatsing door Rome

In Waar ik nu ben van Jhumpa Lahiri wandel je door Rome. Hoewel de stad in het boek nergens bij naam wordt genoemd, duikt er af en toe iets herkenbaars op: het gebruik van het woord sampietrini bijvoorbeeld, dat alleen wordt gebruikt om de Romeinse straatklinkers aan te duiden.

Of wanneer de hoofdpersoon, die niet bij naam genoemd wordt maar waarschijnlijk in veel opzichten lijkt op Jhumpa Lahiri zelf, een museum bezoekt, vlak bij het treinstation. Door de beschrijving van de museumschatten, en dan met name de zaal met de fresco’s uit de villa van Livia, die je omringen met bomen en vogeltjes, weet je dat ze zich in het Palazzo Massimo alle Terme moet bevinden, een oase van rust naast het altijd drukke Termini.

Gedurende een aantal seizoenen vergezel je de hoofdpersoon als ze haar dagelijkse bezigheden uitvoert, op een gepaste afstand tot de rest van de wereld. Ze observeert haar omgeving met elegantie, maar lijkt er zelf nauwelijks echt deel van uit te (willen) maken.

Ze ontmoet oude bekenden, spreekt haar vaste barista, treft een ex-minnaar… Af en toe komt ze een vriend tegen op straat, de man van haar vriendin, en dan denkt ze bitterzoet, maar berustend, aan wat had kunnen zijn.

Ze bezoekt anonieme plekken in Rome, een cartoleria, een trattoria… Af en toe vlucht ze de stad uit, om een paar dagen op het platteland door te brengen, in die zelfgekozen eenzaamheid die het boek iets tragisch maar tegelijkertijd ook heel treffend maakt.

We delen een fragment, het hoofdstuk In de trattoria:

‘Tussen de middag eet ik vaak in een trattoria bij mij in de buurt. Het is een kleine ruimte, als ik er niet voor twaalf uur ben is er geen plaats meer, of je moet wachten tot na tweeën. Ik eet in mijn eentje samen met andere eenlingen, mensen die ik niet ken, maar ik kom ook vaak vertrouwde gezichten tegen.

De vader staat in de keuken terwijl de dochter serveert. Ik denk dat ze de moeder zijn kwijtgeraakt toen de dochter nog klein was: je voelt dat er tussen hen een extreem hechte band is die verder reikt dan de bloedband, die is versterkt door de rouw. Ze zijn niet van hier. Ofschoon ze de hele dag in een rumoerig straatje werken blijven ze eilanders, in hun botten hebben ze de gloed van de zon, kale heuvels bezaaid met schapen, rukwinden van de mistral. Ik zie ze voor me in een bootje samen, voor anker bij een beschutte grot. Ik zie de dochter van de boeg duiken, de vader met een nog spartelende vis in de hand.

Eigenlijk werkt de dochter niet echt als serveerster, ze staat achter de toonbank. ‘Zeg het maar.’ Het menu staat op het bord geschreven in een compact, grillig handschrift. Ik kies elke dag van de week een ander gerecht. Zij neemt mijn bestelling op en zegt dan tegen haar vader, die altijd in de keuken blijft, wat hij moet maken.

Ik ga zitten en de dochter brengt me een fles water, een papieren tafelkleedje, en gaat dan terug naar haar plek achter de toonbank. Ik wacht tot mijn dienblad op de toonbank verschijnt en sta op om het te halen.

Vandaag zie ik tussen de werklui uit de wijk en de gebruikelijke toeristen ook een jonge vader met zijn dochter. Zij is een jaar of tien, met twee blonde vlechtjes, hangende schouders, de blik een beetje afwezig. Normaal zie ik ze op zaterdag, maar deze week is er geen school, het is paasvakantie.

Ik ken hun situatie inmiddels: het meisje weigert te overnachten bij haar vader, ze wil liever altijd alleen maar bij haar moeder slapen. Ik zag ze voorheen ook al, toen ze nog met z’n drieën waren, ook altijd in dit tentje. Ik weet nog dat de moeder zwanger was van de dochter, de opwinding van het stel, de intieme gesprekken, de gelukwensen van iedereen om hen heen.

Ook toen ze eenmaal een gezin waren zag ik ze hier geregeld lunchen. Vermoeid en uitgehongerd stapten ze naar binnen nadat ze in de speeltuin waren geweest, of van alles hadden gekocht op het plein. Ik voelde me verbonden met dat meisje, net als ik enigst kind, dat tussen haar beide ouders in zat. Alleen ging mijn vader niet graag uit eten.

Vorig jaar heeft de moeder de wijk verlaten, de vader is in zijn eentje achtergebleven. En hij voelt zich gefrustreerd, getergd zelfs, vanwege die dochter die zo aan haar moeder gehecht is dat ze niet bij hem wil slapen, in het huis waar ze is opgegroeid, in haar eigen kamer die op haar wacht.

De dochter speelt op haar mobiel terwijl de vader op haar in zit te praten, haar wil overtuigen. Ik vind het pijnlijk, hoe hij zichzelf telkens herhaalt. Pijnlijk, die breuk die je nu al voelt tussen deze vader en deze dochter, en ook de teloorgang van dat huwelijk. Ook al wordt er gezegd dat de moeder is weggegaan omdat hij haar had bedrogen met een ander, een onstuimige hartstocht die alweer achter de rug is.

‘Hoe ging het afgelopen week op school?’ vraagt de vader. Het meisje haalt haar schouders op. Ze zegt: ‘Wil je me vanavond naar mijn vriendinnetje brengen?’
‘Ik was van plan om met z’n tweeën naar de film te gaan.’
‘Daar heb ik geen zin in. Ik wil liever naar mijn vriendin.’
‘Wat ga je daar doen?’
‘Lol maken.’
‘En daarna?’
‘Dan ga ik weer naar mama.’

De vader geeft het op, hij doet deze week niet meer zijn best om haar over te halen. Ook hij kijkt op zijn mobiel. Zij laat een deel van haar gerecht liggen, hij eet dat restje op.’

Een aanrader, ook voor wie graag in het Italiaans wil lezen, want dankzij de korte hoofdstukken is het boek ook zeer geschikt voor lezers die het Italiaans nog niet perfect beheersen.

Waar ik nu ben | Jhumpa Lahiri | vertaald door Manon Smits | ISBN | € 18,99 | uitgeverij Atlas Contact | bestel Waar ik nu ben via deze link bij bol.com | ook beschikbaar als e-book

Liever in het Italiaans lezen? Via deze link bestel je de Italiaanse editie, met de titel Dove mi trovo. Lahiri schreef dit boek overigens in het Italiaans, niet haar moedertaal maar wél de taal waarin ze haar gedachten het liefst toevertrouwt aan papier.

P.S. Op de cover prijkt Matera, als stad wel een mooie metafoor van de eenzaamheid die Lahiri deelt, al drukt die wellicht nog erger op de hoofdpersoon in zo’n bruisende stad als Rome…

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *