Na Het geheim van de afgebeten vingers en Het geheim van de gillende geraamtes neemt Rindert Kromhout je in zijn nieuwe kinderboek, Voetstappen in de donkere nacht, weer mee naar Rome. Dit keer spelen de sprekende standbeelden die je in de stad kunt vinden – met wie we je in deze blog graag kennis laten maken – een bijzondere rol in het verhaal.
Rindert: ‘Als het gaat om het bedenken van spannende verhalen, is er geen stad die mij meer inspireert dan Rome. Ik vind het heerlijk om er door de straten en steegjes te slenteren, bijzondere plekken te ontdekken en daar verhalen bij te verzinnen.
Verspreid over het oude centrum staan zes standbeelden die de sprekende beelden worden genoemd. Toen er in Rome nog geen sprake was van persvrijheid, hingen er aan die beelden regelmatig protestbriefjes waarin anonieme schrijvers zich beklaagden over het beleid, de clerus en de adel. De briefjes waren als het ware een voorloper van een ondergrondse krant. Werd zo’n briefschrijver betrapt, dan kon hij rekenen op een zware straf.
Ik heb de zes standbeelden bezocht en mijn fantasie aan het werk gezet. En omdat het verhaal zich afspeelt in de schaduw van de Sint-Pieter, kon ik het niet laten de paus een verrassend gastoptreden te geven…’
Rindert bij Abate Luigi, een van de sprekende standbeelden
In Voetstappen in de donkere nacht (dat geschikt is voor kinderen vanaf een jaar of acht) maak je kennis met Renzo en Lucia. Ze ontdekken dat hun ouders achter de briefjes op de standbeelden zitten, waarmee deze ‘sprekende beelden’ zich beklagen over de enorme verschillen tussen arm en rijk. Het volk begint te morren en de woedende machthebbers maken jacht op de briefschrijvers.
Als het verspreiden van de briefjes steeds gevaarlijker wordt, nemen zij deze taak op zich. Want wie verdenkt er nu een jongen met een voetbal? Of een meisje dat haar weggelopen kat zoekt?
Mede dankzij de illustraties van Saskia Halfmouw wekt dit spannende verhaal van Rindert Kromhout het Rome van eeuwen geleden prachtig tot leven voor kinderen van nu – en stiekem ook voor volwassenen die graag al lezend door Rome struinen…
Voetstappen in de donkere nacht | Rindert Kromhout | met illustraties van Saskia Halfmouw | ISBN 9789025881078 | € 13,99 | uitgeverij Leopold | bestel Voetstappen in de donkere nacht bij de boekhandel of via deze link bij bol.com
Lees alvast een fragment
Renzo verborg de brief die zijn vader hem had gegeven veilig onder zijn jas. Hij pakte zijn voetbal, verliet de werkplaats en ging het donkere, kletsnatte Rome in. De regen rook naar lente.
Zoals altijd nam hij een omweg, dat was veiliger. Met de bal onder zijn arm liep hij dicht langs de huizen door het steegje waar hij woonde. Hij stak voetballend het plein met de drie fonteinen over, doorkruiste een paar straatjes en liep door een steegje waar het stonk omdat er rioolwater uit een put omhoog borrelde. Zo kwam hij bij de grote winkelstraat waar spullen werden verkocht die alleen rijke mensen konden betalen. Renzo en zijn vader waren niet rijk en hun vrienden ook niet. De meesten van hen waren straatarm. Renzo’s voetbal was door zijn vader van oude, aan elkaar genaaide stukken leer gemaakt.
Hij keek om zich heen. Niemand te zien, geen karren met paarden, geen koetsen, geen mensen die een wandeling maakten, en vooral: geen politieagenten of iemand die een spion zou kunnen zijn. Er was geen voetstap te horen, alles leek veilig. Of wacht! Daar was toch iemand. Aan de overkant van de straat liep een meisje met donkerblonde krullen. Ook zij liep, steeds naar alle kanten kijkend, dicht langs de huizen.
Renzo schopte de voetbal naar haar toe. Heel even keek het meisje naar hem, maar ze zei niets. Renzo liep naar haar toe om zijn bal te pakken. Terwijl hij zich bukte fluisterde hij: ‘Snel doorlopen en zo gauw mogelijk naar huis gaan, Lucia. Mijn vader denkt dat ze ons in de gaten houden.’
‘Er is niemand op straat,’ zei Lucia. ‘En we letten toch altijd goed op?’
‘Dat zei ik ook al, maar spionnen laten zich niet zien, zei mijn vader. Je weet toch dat hij overbezorgd is.’ Hij liep door, Lucia ook.
Op een plein bij de winkelstraat stond, onopvallend in een hoek, het metershoge standbeeld van een man in een lang gewaad. Pater Luigi werd dat beeld genoemd. Het stond op een vierkante sokkel waarin woorden waren uitgehakt. De linkerhand van het beeld was afgebroken, de woorden in de sokkel waren nauwelijks nog te lezen.
Weer schopte Renzo zijn voetbal voor zich uit, recht op het standbeeld af, en hij tuurde om zich heen. Doodse stilte, alles leek nog steeds veilig. Hij haalde de brief onder zijn jas vandaan, smeerde een beetje lijm op het standbeeld en plakte het papier vast. Daarna gaf hij zijn bal opnieuw een flinke tik en stak vlug de winkelstraat weer over.
Zodra Renzo weg was, kwamen er op het plein mensen uit de schaduwen tevoorschijn, vijf, zeven, twaalf mannen en vrouwen in donkere jassen. Ze liepen zwijgend naar het standbeeld en lazen haastig wat er op het briefje stond. Zo snel als ze waren gekomen, verdwenen ze weer in de duisternis.
Dit keer nam Renzo de kortste weg naar huis en binnen vijf minuten was hij thuis. Lucia kwam hij niet meer tegen. ‘En?’ vroeg zijn vader. Hij legde de jurk die hij aan het naaien was neer. ‘Niks aan de hand en Lucia was ook weer onderweg,’ antwoordde Renzo luchtig, maar hij voelde ineens dat zijn hart bonkte.
‘Mooi,’ zei vader. ‘We zijn trots op jullie, maar als je ermee wilt stoppen, moet je het meteen zeggen. Vergeet dat niet.’
‘Ik wil er niet mee stoppen,’ zei Renzo. ‘En Lucia ook niet.’
Wat stond er op de brief die Renzo op het standbeeld van Pater Luigi had geplakt? Waarom moest dat zo geheimzinnig? Wie waren de mensen die uit de schaduwen tevoorschijn waren gekomen? En waarnaartoe was Lucia onderweg? Dat is een heel verhaal, en het begon allemaal met de zwervers…