Ter ere van La Festa della Donna zetten we vandaag een inspirerende Italiaanse dame in het zonnetje: Oriana Fallaci. Fallaci (1929-2006) verwierf internationale bekendheid als journalist, auteur en opiniemaker.
Al jong ontdekte ze dat het leven vaak ook een strijd is en vanaf haar eerste baan in de journalistiek bleek ze geïnspireerd door de pijnlijke waarheden uit haar eigen leven. Haar liefdesleven bijvoorbeeld was altijd vol drama en verdriet – een onuitputtelijke inspiratiebron voor haar romans maar ook de drijvende motor achter haar feministische houding en tomeloze ambitie.
Onlangs verscheen bij Xander Uitgevers het boek Oriana, een vrouw. Dit veelbewogen verhaal van een sterke, complexe maar bovenal inspirerende vrouw en is de eerste en enige biografie van Fallaci die is geschreven met medewerking van haar familie.
Een fragment uit Oriana’s jeugd
Speciaal voor La Festa della Donna selecteerden we een bijzonder fragment uit Oriana’s jeugd:
‘Van jongs af aan wordt ze geboeid door het geschreven woord. Elke pagina spreekt tot haar, elke regel zet haar verbeeldingskracht in beweging. ‘Toen ik nog een kind was, kocht mijn moeder strengen wol en rolde ze op in bollen. En om zo’n bol te beginnen maakte ze een kern van papier, wat een vel papier kon zijn, een stuk krant, een winkelnota.
Zodat ik telkens brandde van nieuwsgierigheid naar wat het was en als ik de bol, naarmate de trui vorderde, kleiner zag worden, dacht ik: wat zal ze erin gestopt hebben? Als de bol op was, pakte ik de papieren kern en wikkelde hem met ongeduldige vingertjes af.
Nogmaals, het kwam voor dat het een leeg vel papier was. En in dat geval was de teleurstelling groot. Maar als het vel beschreven was, gaf ik het aan mijn moeder om het voor te lezen, en verrukt luisterde ik naar het verhaal. Zelfs de rekening vertelde nog een verhaal.’
[…]
De huisbibliotheek bevindt zich in een vertrekje dat omgedoopt is tot Boekenkamer, en in het kamertje is de heiligste plek een schap met Edoardo’s favoriete boeken. In die ruimte, overvol boekuitgaven, slaapt Oriana als kind. Haar bed is een ‘minuscule’ divan.
Op een plank prijkt een dik boekwerk met een gesluierde vrouw op het omslag, dat haar onweerstaanbaar aantrekt, evenals de geheimzinnige titel: Duizend-en-een-nacht. Het worden de sprookjes uit haar jeugd en ze zullen haar hele leven meegaan. Als volwassene zal ze nieuwe exemplaren blijven kopen, vaak in kostbare historische uitgaven.
‘Het meubel met de glazen deurtjes was mijn verboden paradijs want van mijn moeder mocht ik het niet openmaken.’ Ze is negen als ze voor het eerst een boek uit dat kastje in handen krijgt. Al dagen is ze ziek en wegens koorts bedlegerig. Ze verveelt zich, wil iets nieuws te lezen.
Dan opent haar moeder het deurtje en geeft haar een boek. Het is Als de natuur roept van Jack London. Vanaf de eerste regels raakt Oriana verliefd op de hond Buck en zijn strijd voor de vrijheid. Ze brengt de nacht door met lezen, terwijl haar moeder vanuit bed bromt: ‘Doe het licht uit! Wil je het licht uitdoen en gaan slapen?’ Jaren later zal ze vertellen van de spanning bij het lezen.
‘Buck was voor mij een les in oorlog, guerrilla, leven. En als zodanig begeleidde hij mijn puberteit, de groene periode die me zou brengen tot wat ik hoop of probeer te zijn: een ongehoorzame vrouw, wars van iedere autoriteit. Anderen hadden belangrijker helden. Mijn held was een hond.’
[…]
Sinds haar vijfde, zesde jaar denkt ze ‘schrijver’ te worden (zo zal ze dat altijd noemen, ze weigert de vrouwelijke vorm). Het is iets wat voor haar als een paal boven water staat. Maar in huis schudt iedereen het hoofd.
‘Huh! Schrijver! Schrijver! Weet je wel hoeveel boeken een schrijver moet verkopen voor zijn brood?’ zegt haar moeder steeds, die haar het zware leven van Jack London voorhoudt, met altijd wisselende baantjes en perioden van grote honger.
Oom Bruno kapittelt: ‘Eerst moet je leven en daarna schrijven! Wat wil je schrijven als je het leven niet kent?’ Bovendien houdt hij haar voor dat Tolstoj zijn romans kon schrijven omdat hij een vorst was en dat Dostojevski in het casino het geld voor zijn levensonderhoud won.
‘Zodat ze me op het laatst met zijn allen ontmoedigden; me wijsmaakten dat schrijver worden iets was voor rijke en oude mensen. Ik kon het dus niet worden omdat ik arm en jong was.’ Ervan overtuigd dat ze de juiste leeftijd en de juiste economische situatie moet afwachten, besluit ze journalist te worden, een compromis dat iedereen in de familie eerzaam zou vinden.
Ze leest alles wat in huis voorhanden is. Eerst de Grieken en de Romeinen, dan, met de jaren vooral de Angelsaksen: de Amerikanen, te beginnen bij Melville, en de Engelsen, te beginnen bij Shakespeare, die haar werk grondig zal beïnvloeden.
Van de Fransen interesseert haar alleen Proust. Al is ze autodidact en slordig, algauw heeft ze een kostbare literaire kennis opgedaan. Ze leest veel en schrijft nog meer. ‘Ik heb schriften vol absurde novellen, onmogelijke sprookjes gevonden. Kwam dit door mijn moeder?’ zal ze zich jaren later in een interview afvragen.
‘Ik veronderstel dat mijn moeder, met een oprechte spontane honger naar kennis, omdat ze uit een arme kunstenaarsfamilie kwam, me tot lezen aanzette uit een nijdig verlangen naar revanche. Ja, ik denk echt dat mijn moeder kennis altijd heeft uitgelegd als een persoonlijke en sociale revanche.’
Als ze haar huiswerk afheeft en Tosca stil zit te naaien in de stoel naast haar, schrijft Oriana, de ene na de andere pagina, gefascineerd door hoe woorden een wereld apart kunnen vormen.
In een schoolschrift uit die jaren noteert ze met haar ronde handschrift in potlood: ‘Gek hoe feestdagen weemoedig worden, vooral ’s middags, en hoe treurig de klokken klinken die je in de verte langzaam hoort beieren. Zoals nu: een lichte nevel, een kille lucht, een witgrijs licht, zonder zon, de hees kraaiende haan, de perenboom die zijn bladeren verliest, en daar blijft staan, bijna kaal en verstijfd door de kou, spookachtig; de modderige moestuin met de door rupsen aangevreten en nog regennatte kolen, en de klokken die onderling strijdig zijn met wilde en toch zo suggestieve geluiden. Dat alles maakt voor mij de zondagmiddag aan het begin van de winter. […] Als ik dichter was, of literator, zou ik van dit moment van kleine dingen een kunstwerk kunnen maken, maar ik ben dat niet en ik volsta met registreren, denken, weergeven.’
Lees Oriana’s volledige verhaal in
Oriana, een vrouw | Cristina de Stefano | ISBN 9789401603362 | Xander Uitgevers | bestel Oriana, een vrouw via deze link bij bol.com